
Stimuleren van koolstofopslag in verstoorde Franse gematigde veengebieden

Laaggelegen Franse veengebieden zijn waarschijnlijk allemaal op de een of andere manier verstoord. Meestal werd het grondwaterpeil beïnvloed door drainage of infrastructuur (bijv. wegsloten). Het resultaat is een toename van het bedekkingspercentage van gewone soorten die niet bevorderlijk zijn voor C-opslag en biodiversiteit, zoals Molinia caerulea, ericaceeënstruiken of Carex paniculata. De dominantie van deze soorten gaat ten koste van sphagnumsoorten, die bekend staan als ecosysteemingenieurs door hun vermogen om koolstofopslag in de vorm van veen te bevorderen. Om dit probleem aan te pakken, werden herstelacties ondernomen op twee proeflocaties in het kader van het Interreg NW Europe Care-Peat project: La Guette veengebied (Loire vallei) en Landemarais veengebied (Bretagne). Eerst werden de gewone vegetatie en de eerste 10 cm veen gestript om deze vegetatie en haar zaadbanken te verwijderen. Daarna werd sphagnum op grote schaal geoogst en verzameld om een patch te vormen. Op deze manier is de methode zowel goedkoop als zo min mogelijk destructief.
Context
Uitdagingen
Locatie
Invloeden
De sphagnumpatches zijn de startpunten van waaruit zich naar verwachting sphagnumgazons zullen ontwikkelen. Hierdoor zou een nieuwe duurzame veenlaag moeten ontstaan die op de lange termijn een aanzienlijke hoeveelheid koolstof in de bodem zou moeten opslaan in de vorm van veen. Bovendien zou een dergelijke actie de biodiversiteit moeten bevorderen. Om de effecten te beoordelen, worden verschillende variabelen gemonitord, zoals broeikasgasfluxen en waterpeildieptes. Ook worden er veenkernen genomen om de koolstofvoorraad te bepalen.