 
Bevordering van de nationale planning voor toezicht op ziekten bij in het wild levende dieren in Liberia
 
          Populaties wilde dieren zijn van cruciaal belang voor ecosystemen en mensen. In Liberia worden wilde dieren niet routinematig gesurveilleerd, ondanks toenemende gezondheidsbedreigingen. In maart 2025 werd een training gehouden om de Liberiaanse capaciteit voor het toezicht op in het wild levende dieren te versterken, voortbouwend op de IUCN-WOAH "General Guidelines for Surveillance of Diseases, Pathogens, and Toxic Agents in Free-Ranging Wildlife", waarbij de gelegenheid werd geboden om de richtlijnen in een nationale context toe te passen en feedback te krijgen. De training werd georganiseerd in samenwerking met nationale en internationale belanghebbenden en had tot doel de kennis en intersectorale samenwerking te verbeteren om gezondheidsrisico's die verband houden met in het wild levende dieren te bewaken en te beperken, door middel van een overzicht van bewaking; reflectie op recente bewakingsinitiatieven; het ALERT-spel dat echte bewakingsscenario's simuleert; een gedeelte in het veld voor bewakingsscoping op het raakvlak mens-dier-omgeving; en het ontwerpen van bewakingsprogramma's. Een bezoek aan het Centraal Veterinair Laboratorium en Fendell Wetland versterkte de banden tussen de surveillancesystemen.
Invloeden
Met deelname van 13 instellingen en een sterk leiderschap van de nationale wildlife autoriteit, versterkte de training de One Health samenwerking en profiteerde van praktische inzichten uit het veld, inclusief ideeën voor het bevorderen van een nationaal surveillanceprogramma dat gebruik maakt van bestaande expertise en capaciteit in het land. De training versterkte ook de samenwerking tussen Ghana en Liberia door het delen van expertise en trainingsondersteuning van de nationale contactpunten voor wilde dieren van WOAH, wat als basis kan dienen voor bredere regionale samenwerking. De training valideerde het nut van de richtlijnen en identificeerde mogelijke aanvullingen, zoals het belang van belanghebbenden uit de politiek bij het prioriteren van surveillanceprogramma's. Een pre-post evaluatie van de training toonde aan dat er geleerd was over doelgerichte surveillance: Vóór de training selecteerde 48% van de deelnemers correct de eerste stap in het ontwerp van een surveillanceprogramma ("Bepaal het doel van de surveillance"), wat na de training steeg naar 85%. Bovendien gaf 80% van de deelnemers aan zich na de training volledig of grotendeels zelfverzekerd te voelen over hun vermogen om een rol te spelen in de ziektesurveillance bij in het wild levende dieren. Deelnemers ontwierpen ook surveillanceprogramma's die basisinformatie zullen verschaffen om risico's te beoordelen en uiteindelijk te helpen beheren; deze worden momenteel door middel van proefprojecten opgepakt, waarbij vaardigheden en middelen van verschillende instellingen op elkaar worden afgestemd.
 
               
               
               
               
 
 
 
 
