
De koolstofboerderij van Winmarleigh

De Winmarleigh koolstofboerderij is aangelegd op een laagveengebied dat in de jaren 1970 werd drooggelegd en omgevormd tot landbouwgrond. Het gebied is opnieuw bevochtigd en er is een permanente bedekking van sphagnum mos geplant.
Door het veen opnieuw te bevochtigen, vermindert dit de schadelijke koolstofuitstoot van het land en wordt de resterende bodemkoolstof beschermd. Als het veenmos eenmaal volledig bedekt is, zal het gebied naar verwachting een koolstofput worden.
De koolstofboerderij maakt deel uit van het door de EU gefinancierde Care-Peat-project en is een baanbrekend project waarin manieren worden onderzocht om de koolstofuitstoot van veengebieden te verminderen en tegelijkertijd het land financieel levensvatbaar te houden voor boeren en landeigenaren. Er wordt aangenomen dat landeigenaren in de toekomst het koolstoflandbouwmodel kunnen overnemen en betaling kunnen ontvangen voor de vermeden koolstofuitstoot via financiële subsidieregelingen van de overheid of via particuliere bedrijven die betalen ter compensatie van hun onvermijdelijke uitstoot van broeikasgassen.
Invloeden
In samenwerking met onderzoekers van de Manchester Metropolitan University wordt de uitstoot van broeikasgassen van de locatie van de koolstofboerderij en het aangrenzende afwateringsgebied elke maand gecontroleerd.
Tijdens het oprichtingsjaar (1 december 2020 tot 30 november 2021) daalde de koolstofuitstoot van de koolstofboerderij met 86%, van 24,4 tCO2e/ha/jr tot 3,4tCO2e/ha/jr. Dit is voornamelijk te danken aan het simpele feit dat het veen opnieuw wordt bevochtigd, waardoor de koolstof in de bodem wordt vastgehouden en niet meer oxideert en vrijkomt als CO2.
Berekeningen tonen ook aan dat bij de huidige drainage en intensief agrarisch beheer, de gehele veenvoorraad verloren zal gaan in ongeveer 100 jaar, wat resulteert in een enorme uitstoot van koolstof en uiteindelijk land dat niet kan worden bewerkt of hersteld.
Deze resultaten laten zien dat het koolstoflandbouwmodel een aanzienlijke invloed kan hebben op de toekomst van onze veengebieden en ons klimaat.
Er zijn ook extra effecten op de biodiversiteit: wilde bloemen bloeien aan de randen van de koolstoflandbouwlocatie en binnen slechts een paar weken nadat de irrigatiesloten zich met water hadden gevuld, werden er 5 libellensoorten waargenomen.