HetKunming-Montreal Global Biodiversity Framework(GBF) werd opgericht om gecoördineerde actie voor deze oplossing te stimuleren. Maar net als bij zijn voorganger, de Aichi biodiversiteitsdoelen, hangt vooruitgang niet alleen af van toezeggingen, maar ook van praktische implementatie.
Als landen van elkaar leren, krijgen ze inzicht in wat werkt, waardoor de effectiviteit en snelheid van implementatie toenemen. Intercollegiaal leren en kennisuitwisseling worden steeds meer krachtige katalysatoren om verbintenissen om te zetten in actie.
Over ecosystemen en grenzen heen wordt de vraag: Welke oplossingen zijn effectief gebleken in vergelijkbare contexten? Hoe zijn anderen erin geslaagd om vergelijkbare uitdagingen aan te pakken?
IUCN heeft een project geïmplementeerd dat eerst probeert inzicht te krijgen in gedeelde prioriteiten uit Nationale Biodiversiteitsstrategieën en Actieplannen (NBSAP's) van verschillende landen in een regio; daaruit gezamenlijke "leerthema's" afleidt; en vervolgens deze leerbehoeften koppelt aan bestaande kennis, inclusief geschikte casestudies over oplossingen van PANORAMA. In de volgende stap worden de belangrijkste actoren in elke regio samengebracht voor persoonlijke peer-to-peer uitwisselingen. Dit project, dat zich richt op de praktische implementatie van nationale biodiversiteitsprioriteiten, is een aanvulling op de PANORAMA-CBD samenwerking op het gebied van kennismanagement als onderdeel van het NBSAP ontwerp.
De regionale fora voor kennisuitwisseling worden georganiseerd door IUCN en ondersteund door GIZ, als onderdeel van het GBF-implementatieprojectonder de paraplu van het NBSAP Accelerator Partnership. Twee van deze evenementen hebben al plaatsgevonden: een in Namibië met verschillende Afrikaanse landen en een in Indonesië met ASEAN-lidstaten. Het derde en laatste evenement, dat in september in Peru wordt gehouden, brengt verschillende Latijns-Amerikaanse landen samen.
De regionale kennisuitwisselingsevenementen brengen regeringsvertegenwoordigers, experts, maatschappelijke organisaties en lokale gemeenschappen samen om geleerde lessen uit te wisselen, samenwerkingsmogelijkheden te identificeren, gemeenschappelijke obstakels aan te pakken en weloverwogen acties op te zetten om de implementatie van het NBSAP te bevorderen.
De PANORAMA-methodologie loopt als een rode draad door het ontwerp van de evenementen, ter ondersteuning van het leren van bestaande oplossingen, reflectie op succesfactoren die kunnen worden overgenomen, documentatie van de eigen oplossingen van de deelnemers als nieuwe casestudy's en "replicatiebeloften" (toezeggingen om een aantal van de ervaringen van de oplossingen die elke deelnemer het meest inspirerend vond, te kopiëren).
Kennis delen om actie te inspireren
Door te leren van vergelijkbare ervaringen krijgen deelnemers inzichten die nieuwe strategieën kunnen ontsluiten en nationale actie kunnen versnellen.
De evenementen in Namibië en Indonesië boden deelnemers de ruimte om gezamenlijke uitdagingen op het gebied van biodiversiteitsbeheer te verkennen en regionaal relevante oplossingen te identificeren. Beide evenementen benadrukten de kracht van samenwerking en leren van gelijken bij het bevorderen van resultaten op het gebied van natuurbehoud.
De workshop in Namibië, die in mei werd gehouden in samenwerking met het Namibische Ministerie van Milieu, Bosbouw en Toerisme (MEFT), bracht 40 deelnemers van de overheid en maatschappelijke organisaties bij elkaar.
Aan hetregionale kennisuitwisselingsforum voor Zuidoost-Azië, dat in juli in Indonesië werd gehouden, namen landen deel uit de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN), waaronder Indonesië, Vietnam, Laos, de Filippijnen en Thailand.
In beide regio's wezen experts op gemeenschappelijke obstakels, zoals zwakke institutionele structuren, ontoereikende financiële mechanismen en onvoldoende biodiversiteitsgegevens.