Betrokkenheid bij kleinschalige projecten

Het project lanceerde een aantal proeflocaties in het hele land om het gebruik en de toepasbaarheid van belastingvoordelen voor biodiversiteit in verschillende contexten te testen. De proefsites stelden het project in staat om in contact te komen met de mensen die rechtstreeks de impact ondervinden van de belastingvoordelen. De proefsites bestreken overheidsinstanties, internationale bedrijven, gemeenschappen en individuele boeren die verschillende commerciële activiteiten uitvoerden. De sites bestreken ook verschillende biomen en prioritaire biodiversiteitsgebieden. Dit engagement aan de basis was een cruciale bouwsteen omdat het het beleidsengagement van het project en de verwezenlijking van de wijziging van de nationale wetgeving overnam en de impact ervan op het terrein praktisch testte. Om te bepalen welke impact de belastingvoordelen zouden hebben op landeigenaren die beschermde gebieden aanwijzen, moesten de landeigenaren zelf bewust betrokken worden. Deze betrokkenheid aan de basis illustreerde effectief de financiële en tastbare voordelen van de stimulans. Deze proeflocaties toonden ook aan dat de nieuwe fiscale stimulans voor biodiversiteit van toepassing was op alle soorten rechtspersonen in Zuid-Afrika en kon worden toegepast op een gevarieerd aanbod van commerciële en particuliere ondernemingen en activiteiten. De belastingimpact werd effectief toegepast op landeigenaren en toonde aan dat deze succesvol en repliceerbaar was.

  1. De belangrijkste faciliterende factor waren bereidwillige landeigenaren en gemeenschappen. Zonder hun vrijwillige inzet zou de praktische toepassing van de belastingprikkels voor biodiversiteit niet mogelijk zijn geweest.
  2. De praktijkgemeenschap hielp bij het vergemakkelijken van de kennismaking met landeigenaren en gemeenschappen en maakte het mogelijk relaties op te bouwen op basis van bestaande verbintenissen.
  3. Een andere factor was duidelijke communicatie over de belastingprikkels en het feit dat ze getest werden; verwachtingen werden getemperd en de uitdagingen werden vanaf het begin geschetst.

Belangrijkste lessen die zijn geleerd bij de implementatie van het Grassroots Project Engagement:

  • Werken met een bestaande praktijkgemeenschap: vrijwillige deelname was nodig voor dit project. Door te werken binnen een bestaande praktijkgemeenschap konden relaties worden gesmeed en kon meer doelbewuste betrokkenheid worden ondernomen op basis van reeds bestaande relaties. Dit proces vanaf nul beginnen kost tijd, en in dit geval stond het project onder tijds- en beleidsdruk.
  • Duidelijke en eerlijke communicatie: opnieuw was vrijwillige deelname van belanghebbenden aan de basis nodig om de projectdoelen te bepalen. Vanaf het begin van het project werd er duidelijk en eerlijk gecommuniceerd om verwachtingen te temperen en geen valse beloften te doen. De uitdagingen en de aard van de pilotlocaties werden vanaf het allereerste contact geschetst en dit bleek succesvol gedurende de hele pilotfase van het Project.