Een gedeelde visie creëren op landbeheer via water

Om een operationele connectiviteit te bevorderen tussen de verschillende stroomopwaartse en stroomafwaartse deelstroomgebieden (zones) van een stroomgebied, met inbegrip van zowel ecosystemen als productieve activiteiten, werd water gekozen als geleidend element; het element dat de zones en belanghebbenden samenbrengt. Door de aanvoer van oppervlaktewater en de sedimentretentie in de verschillende zones te modelleren, konden de relaties aanbieder-ontvanger-accumulatie worden vastgesteld. Hierdoor kon de dynamiek tussen de vraag naar hydrologische diensten (bijv. bevolkingen, toeristische zones) en degenen die deze diensten produceren (bergachtige zones met bosbedekking) worden geïdentificeerd en met elkaar in verband worden gebracht. Op basis hiervan werden de verschillende belanghebbenden samengebracht om belangrijke informatie over zonale productieniveaus en beschikbare diensten te leren kennen en uit te wisselen. Dit leidde op zijn beurt tot de identificatie van wat waar moet worden gedaan en door wie.

  • Een netwerk van NGO's met voldoende ervaring om producenten en andere belanghebbenden te begeleiden;
  • Beschikbaarheid van lesmateriaal en methoden van goede kwaliteit die bruikbaar zijn door en met de gemeenschappen;
  • Commitment en interesse van verschillende belanghebbenden en overheidsinstellingen voor het hele project

De intrinsieke connectiviteit van de PAMIC-methodologie blijkt het aspect te zijn dat de interesse wekt van overheidsinstanties en belanghebbenden op het gebied van landgebruik. De tool helpt om te bepalen met wie ze kunnen samenwerken op het gebied van productieve activiteiten (bijv. koffie, suikerproductie). Dit aspect heeft lokale actoren als groep in staat gesteld om de dynamiek tussen microwaterschileenheden te begrijpen.