De nodige stimulansen creëren om het succes van groene obligaties te bevorderen

Na de ontwikkeling van het wetgevende en regelgevende kader voor de uitgifte van groene obligaties, was het ook nodig om stimulansen te creëren die deze obligaties aantrekkelijker maken voor zowel de emittenten als de beleggers. Op voorspraak van BIOFIN en in nauwe samenwerking met de Werkgroep werden twee belangrijke stimulansen ingevoerd.

Ten eerste genieten beleggers een vrijstelling van 15% bronbelasting op groene obligaties die genoteerd zijn op een Zambiaanse beurs met een looptijd van minstens drie jaar. Deze maatregel stimuleert investeringen in projecten met positieve milieuresultaten en versnelt de mobilisatie van middelen. Het motiveert ook potentiële emittenten, die een grotere vraag van investeerders kunnen verwachten en bijgevolg hogere rendementen op hun obligaties.

Ten tweede heeft de SEC de registratierechten voor groene obligaties in Zambia met 50% verlaagd. Door de emissiekosten te verlagen, maakt deze maatregel de markt nog aantrekkelijker voor emittenten.

Een belangrijke faciliterende factor is de steun van de overheid en regelgevers voor de ontwikkeling van een groene obligatiemarkt en hun bereidheid om dergelijke stimulansen te ontwerpen en goed te keuren.

Onlangs ontwikkelde groene obligatiemarkten kunnen als te riskant worden gezien door beleggers die meer vertrouwd zijn met traditionele obligaties en andere beleggingen. Het creëren van prikkels voor zowel emittenten als lokale beleggers is cruciaal om te navigeren op hun risicotolerantie en om de markt in de beginfase te stimuleren.

Capaciteitsopbouw en technische ondersteuning voor marktontwikkelaars en emittenten van groene obligaties

Sinds 2018 heeft UNDP BIOFIN verschillende workshops voor capaciteitsopbouw georganiseerd en steun verleend aan de ontwikkeling van de markt voor groene obligaties in Zambia, in samenwerking met de belangrijkste regelgevende instanties in de financiële sector. Deze activiteiten hebben bijgedragen aan de formulering van de richtlijnen en noteringsregels voor groene obligaties en omvatten ook gerichte trainingen voor de SEC over de beoordeling en goedkeuring van aanvragen voor groene obligaties.

Zo werd in juli 2025 een reeks capaciteitsopbouwsessies voor het opschalen van de markt voor de uitgifte van groene obligaties in Zambia gegeven aan leden van de werkgroep en andere belangrijke belanghebbenden (bijv. beleggingsmakelaars, transactieadviseurs, institutionele beleggers, enz. Tijdens de sessies kwamen onderwerpen aan bod zoals de grondbeginselen van groene obligaties, het structureringsproces en de vereisten om in aanmerking te komen.

BIOFIN heeft ook technische bijstand verleend aan veelbelovende emittenten van groene obligaties in Zambia. In 2024 werd een wereldwijde oproep gelanceerd om begeleiding op maat te bieden aan vijf bedrijven of andere potentiële emittenten. Deze ondersteuning omvat het opstellen van groene obligatieraamwerken, het identificeren van in aanmerking komende projectpijplijnen, het onderhouden van contacten met investeringsbanken en het inschakelen van externe adviesverstrekkers voor certificering. Het biedt ook adviesdiensten over het afstemmen van obligaties op internationale standaarden, impactrapportage en marktpositionering.

Sleutelfactoren zijn onder andere de beschikbaarheid van deskundigen om workshops te geven en doorlopende ondersteuning te bieden, voldoende financiering om activiteiten en logistiek te dekken, de bereidheid van de overheid en regelgevers om een markt voor groene obligaties te ontwikkelen en de actieve deelname van financiële regelgevers.

Tijdens de activiteiten voor capaciteitsopbouw en technische ondersteuning werd opgemerkt dat financiële agenten de beginselen van projectfinanciering vaak verkeerd begrepen, omdat deze verschilt van meer typische transacties voor bedrijfsfinanciering door de samenstelling van garanties en risicoscenario's. De voordelen van groene obligaties, vergeleken met conventionele staatsobligaties, waren ook niet voor alle deelnemers meteen duidelijk. De voordelen van groene obligaties in vergelijking met conventionele staatsobligaties waren ook niet voor alle deelnemers meteen duidelijk. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is om ervoor te zorgen dat inspanningen op het gebied van capaciteitsopbouw (1) de specifieke kenmerken van projectfinanciering in detail uitleggen, (2) worden aangevuld met een brede bewustmakingscampagne en (3) ook gericht zijn op het overdragen van kennis over milieuduurzaamheid en bijbehorende normen om aan de verwachtingen van investeerders te voldoen.

De belangrijkste belanghebbenden samenbrengen in de werkgroep Mainstreaming van groene financiering

De ontwikkeling van een markt voor groene obligaties in Zambia is verankerd in de activiteiten van de Green Finance Mainstream Working Group, die financiële regelgevers, standaardiseringsinstanties, ontwikkelingspartners en andere belangrijke instellingen samenbrengt met als doel groene financiering te mainstreamen in het financiële landschap van Zambia. Leden zijn onder andere de Bank of Zambia, de SEC en de Pensions and Insurance Authority (PIA). Daarnaast heeft de werkgroep strategische deelname van het Ministerie van Groene Economie en Milieu, het Ministerie van Financiën en Nationale Planning, het Zambiaanse Instituut van Registeraccountants en het Wereld Natuur Fonds (WWF) Zambia.

De oprichting van de werkgroep bood een regelmatig platform voor samenwerking tussen regelgevende instanties, overheidsinstanties en deskundigen, waardoor een gunstig klimaat ontstond voor de ontwikkeling en effectieve implementatie van groene financieringsoplossingen. Veel van deze oplossingen zijn multidisciplinair van aard, van wettelijke vereisten tot technische expertise, en hadden mogelijk niet ontwikkeld kunnen worden zonder deze gezamenlijke inspanning.

Sleutelfactoren zijn onder andere de bereidheid van belanghebbenden om deel te nemen aan en tijd te besteden aan de werkgroep, hun erkenning van de onderlinge verbondenheid van groene financiering en het belang van het onderwerp, en de beschikbaarheid van financiering om de lopende activiteiten van de werkgroep te ondersteunen.

Een belangrijke les is dat het opzetten van governance en samenwerkingsstructuren cruciaal is voor de ontwikkeling van groene obligatiemarkten en andere financiële oplossingen. Ongeacht het implementatieniveau, nationaal of subnationaal, zijn deze oplossingen meestal multidisciplinair, en de implementatie ervan verloopt niet alleen soepeler als er sprake is van samenwerking, maar ook als er een speciaal platform is met duidelijke procedures voor voortdurende betrokkenheid.

Daarnaast is het cruciaal om rekening te houden met bredere verbeteringen in het financiële systeem die, hoewel ze niet verplicht zijn voor de uitgifte van groene obligaties, hun kredietwaardigheid waarschijnlijk zullen versterken. In Zambia streeft de werkgroep ook naar aanvullende oplossingen die de ontwikkeling van de markt voor groene obligaties ondersteunen, waaronder maatregelen om de economische stabiliteit, kredietratings en marktinfrastructuur te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van Zambia's Nationale Strategie en Implementatieplan voor Groene Financiën, evenals een taxonomie, tagging en rapportagesysteem voor groene financiering.

Het creëren van een wettelijk en regelgevend kader voor groene obligaties in Zambia

De ontwikkeling van wet- en regelgeving vormde de basis voor het opzetten van een groene obligatiemarkt in Zambia. De 2019 Green Bonds Guidelines zijn het belangrijkste resultaat van dit proces en dienen als regelgevend kader voor de uitgifte van groene obligaties in het land. Ze zijn officieel gepubliceerd en ontwikkeld in overeenstemming met de Green Bond Principles van de International Capital Market Association (ICMA), een vrijwillig protocol voor de uitgifte van groene obligaties.

De richtlijnen behandelen uitvoerig de vereisten voor de uitgifte van groene obligaties, waaronder de inschakeling van een onafhankelijke externe beoordelaar en de indiening van een gedetailleerd kader voor groene obligaties bij de Securities and Exchange Commission (SEC). Dit kader moet uitleg geven over de te gebruiken projectselectiecriteria, hoe de fondsen zullen worden gebruikt, het beheer van de opbrengsten (het geld dat wordt opgehaald met de verkoop van de obligaties) en hoe de milieudoelstellingen zullen worden bereikt. Samen bevorderen deze elementen transparantie, verantwoording en het vertrouwen van investeerders.

Als aanvulling op de richtlijn zijn ook de regels voor de notering van groene obligaties ontwikkeld, die emittenten een gedetailleerd traject bieden voor de notering van groene obligaties op de Lusaka Securities Exchange (LuSE). Deze regels stellen ook procedures vast voor het beoordelen van de milieuverdiensten van groene obligaties en het rapporteren van effecten, wat bijdraagt aan een ordelijke markt.

De mobilisatie en gecoördineerde inspanningen van alle relevante belanghebbenden op de kapitaalmarkten en regelgevende instanties, zoals de SEC en de LuSE, zijn essentieel voor de ontwikkeling en goedkeuring van het richtsnoer en de bijbehorende regels.

Het ontwikkelen van groene obligaties op basis van duidelijke wet- en regelgeving, transparante en verantwoordingsplichtige mechanismen en naleving van internationale normen is cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen bij investeerders en dus voor het succes van de obligatie bij het mobiliseren van middelen voor klimaat- en biodiversiteitsprojecten. Dit is vooral belangrijk voor landen waar lagere kredietratings de gepercipieerde kredietwaardigheid van de obligatie kunnen beïnvloeden.

Daarnaast is het ontwikkelen van een markt voor groene obligaties een tijdrovend proces dat de betrokkenheid van meerdere belanghebbenden en voortdurend overleg vereist. Daarom is het essentieel om de verwachtingen van belanghebbenden te managen en voldoende tijd toe te wijzen aan elke fase.

Tot slot, hoewel de effectieve uitgifte van groene obligaties onafhankelijke beoordelaars moet omvatten, werd vastgesteld dat deze expertise lokaal niet bestaat. Tegelijkertijd is het contracteren van buitenlandse beoordelaars duur en tijdrovend. Daarom is het belangrijk dat initiatieven voor de ontwikkeling van groene obligatiemarkten ook professionele ontwikkelingsinitiatieven omvatten om binnenlandse onafhankelijke beoordelaars op te leiden.

Openbare oproepen van het Iratapuru Fonds voor de selectie van gemeenschaps- en onderzoeksprojecten

De openbare oproepen van het Iratapuru Fonds markeren een beslissende stap in de democratisering van de toegang tot hulpbronnen, waardoor gemeenschappen rond het Rio Iratapuru Reserve voor Duurzame Ontwikkeling (RDSI) en onderzoeksinstellingen op transparante en eerlijke wijze met elkaar kunnen concurreren. Sinds 2019 zijn er jaarlijkse oproepen gelanceerd voor actielijnen gericht op het versterken van gemeenschappen, het verbeteren van productieve infrastructuur, het bevorderen van onderwijs, technische training en het ondersteunen van toegepast wetenschappelijk onderzoek. Het proces verloopt in verschillende fasen: brede verspreiding van de oproep, opleiding en ondersteuning van gemeenschappen bij het opstellen van voorstellen, strenge technische analyse door het beheerscomité, collectief overleg en vervolgens monitoring van de goedgekeurde projecten. Deze regeling versterkt niet alleen de autonomie van de gemeenschappen en stimuleert lokale innovatie, maar vergroot ook de positieve effecten in de regio en draagt bij aan duurzame ontwikkeling, institutionele versterking en de productie van wetenschappelijke kennis gericht op het behoud van biodiversiteit en de waardering van traditionele middelen van bestaan.

Het succes van de oproepen wordt gewaarborgd door belangrijke factoren:

  1. De rol van een participatief beheerscomité, verantwoordelijk voor het definiëren van duidelijke criteria en het evalueren van voorstellen;
  2. Financiële stabiliteit gegarandeerd door de opbrengsten van het hoofdkapitaal van het fonds;
  3. Trainingsmogelijkheden die de technische capaciteit van gemeenschappen en indienende instellingen versterken;
  4. Transparante processen in alle stadia, van selectie tot implementatie en rapportage van ondersteunde projecten.

De belangrijkste lessen die zijn geleerd uit de openbare oproepen van het Iratapuru Fonds zijn onder andere:

  1. Grotere transparantie en meer vertrouwen in de gemeenschap, hoewel dit duidelijke, toegankelijke en voortdurende communicatie vereist;
  2. Voorafgaande capaciteitsopbouw is essentieel, omdat minder ervaren gemeenschappen het zonder adequate ondersteuning moeilijk hebben om aan de technische vereisten te voldoen;
  3. Goedgekeurde projecten hebben significante effecten gegenereerd, zoals verbeteringen in waardeketens, institutionele versterking en betere toegang tot formeel onderwijs;
  4. Op het gebied van onderzoek moedigden de oproepen toegepaste studies over biodiversiteit aan, die bijdroegen aan het beheer van RDSI en de waardering van traditionele kennis;
  5. Vergelijkbare initiatieven moeten zorgen voor een evenwicht tussen technische criteria en de realiteit van de gemeenschap, waarbij toegangsbarrières worden vermeden en een eerlijke verdeling van de voordelen wordt gegarandeerd.
Oprichting en functioneren van het Iratapuru-fondsbeheercomité ter ondersteuning van COMARU bij het beheer van de middelen

Met de goedkeuring van federale wet 13.123/2015 hield Natura bijeenkomsten met de regering van Amapá (SEMA/AP) en de gemeenschap van São Francisco do Iratapuru (vertegenwoordigd door COMARU en de Bio-Rio Association), wat resulteerde in een addendum bij de overeenkomst waarbij het Natura-fonds voor de duurzame ontwikkeling van traditionele gemeenschappen werd opgericht, later omgedoopt tot het Iratapuru-fonds. Uit deze besprekingen bleek de noodzaak om COMARU te ondersteunen bij het beheer van de middelen, die van de rekening van Natura naar de eigen rekening zouden worden overgeheveld, gezien de aanzienlijke bedragen die hiermee gemoeid waren. Het Beheerscomité van het Iratapurufonds werd opgericht, bestaande uit vijf instellingen met stemrecht (COMARU, Bio-Rio, SEMA/AP, Natura en Stichting Jari) en twee adviserende leden (RURAP en SEBRAE/AP). In de overeenkomsten werden de samenstelling van het fonds, de periodiciteit van de overdrachten, de aanvraagcriteria en de vereiste dat de gefinancierde projecten betrekking moeten hebben op ten minste één van de 21 actielijnen vastgelegd, met toegang via openbare oproepen.

Het succes van de commissie was afhankelijk van:

  1. Immobilisatie van het kapitaal van het fonds in langetermijninvesteringen, waarbij alleen rente wordt gebruikt om duurzaamheid te garanderen;
  2. Toegang via drie jaarlijkse oproepen, twee voor RDSI-gemeenschappen en één voor onderzoeksinstellingen;
  3. financiering door het fonds zelf van een uitvoerend secretariaat ter ondersteuning van het comité.

Door de jaren heen heeft het werk van het Iratapuru Fund Management Committee waardevolle lessen opgeleverd over de uitdagingen en paden om het beheer van de gemeenschap te versterken en te zorgen voor meer transparantie in het gebruik van de middelen. De belangrijkste lessen zijn onder andere:

  1. Gemeenschapsinstellingen hebben voortdurende ondersteuning nodig om hun financieel beheer te verbeteren;
  2. Constante training, of het inhuren van gekwalificeerde professionals, is essentieel voor het voorbereiden van concurrerende projecten en het verkrijgen van toegang tot middelen uit het Fonds;
  3. Investeringen genereren effecten die verder gaan dan de productieve infrastructuur en creëren aanzienlijke sociale voordelen, zoals de ondersteuning van onderwijs voor kinderen van winnaars, van de middelbare school tot postdoctorale studies;
  4. Versterking van de controlemechanismen bleek noodzakelijk: hoewel alleen COMARU de rekening kan beheren, kregen ook het uitvoerend secretariaat en de leden van het comité toegang tot de bankafschriften, wat zorgt voor meer transparantie en collectief vertrouwen.
Overdracht van het rechtstreekse beheer van de bankrekening van het fonds: de middelen zijn overgeschreven van de rekening van Natura naar een rekening die wordt beheerd door COMARU.

De overdracht van het rechtstreekse beheer van de bankrekening van het fonds was een mijlpaal in de versterking van de autonomie van de gemeenschap van COMARU. Voorheen werden de middelen beheerd door Natura, dat de ingediende voorstellen beoordeelde en goedkeurde. Met deze verandering nam de coöperatie de directe controle over en bepaalde zij samen met het beheercomité de criteria, oproepen tot het indienen van voorstellen en prioriteiten voor de aanvragen. Deze regeling bevorderde een grotere transparantie, sociale participatie en institutionele versterking, en zorgde ervoor dat de voordelen de lokale gemeenschappen rond het Rio Iratapuru-reservaat voor duurzame ontwikkeling (RDSI) en de partnerinstellingen op een eerlijkere manier bereikten.

  • Federale Wet 13.123/2015 en Decreet 8.772/2016, die juridische duidelijkheid verschaffen;
  • De consolidatie van COMARU als legitieme gemeenschapsorganisatie;
  • Strategische partnerschappen met SEMA/AP, Natura, Bio-Rio, Jari Foundation en RURAP;
  • Een participatief beheercomité dat zorgt voor gedeeld bestuur;
  • Beschikbaarheid van voldoende financiële middelen om het model in stand te houden.
  • Direct beheer versterkte de autonomie van de gemeenschappen en het vertrouwen in het bestuur van het fonds;
  • Effectieve autonomie vereiste administratieve en financiële training voor COMARU;
  • Openbare oproepen vergrootten het bereik, maar vereisten communicatie en capaciteitsopbouw voor concurrerende voorstellen;
  • Het blokkeren van het kapitaal van het fonds en het alleen gebruiken van rente garandeerde duurzaamheid, maar vereiste geduld en begrip van de gemeenschap;
  • Het verzoenen van verschillende belangen in het beheerscomité toonde aan dat duidelijke bestuursregels en transparante beslissingen essentieel zijn;
  • Toekomstige replicatie moet investeren in voortdurende training, institutionele versterking van gemeenschapsorganisaties en controlemechanismen om langetermijneffecten te garanderen.
Bedrijfsondersteuning en voortdurende verbetering

Het streeft ernaar om de implementatie van verantwoorde praktijken door bedrijven te vergemakkelijken door middel van een geleidelijke, technische en coöperatieve overgang, terwijl naleving van de principes van het keurmerk geëist blijft worden.

Om dit doel te bereiken moet elk bedrijf een persoonlijk ondersteuningsplan aangeboden krijgen, met socialisatiesessies, interne training, advies en technische bezoeken. Na 12 maanden moet er ook een nalevingsbeoordeling worden uitgevoerd en aan de hand van de resultaten moeten er aanpassingen worden gedaan.

  • Het ondersteuningsplan moet worden aangepast aan de realiteit van elk bedrijf.
  • Er moeten periodieke evaluaties worden uitgevoerd en feedbacksessies worden gehouden.
  • Het is noodzakelijk om flexibel om te gaan met de aanpassingstijden van de commerciële partner, zonder afbreuk te doen aan de principes van de verzegeling.
  • Technische ondersteuning is van groot belang, omdat dit de betrokkenheid van bedrijven op de lange termijn bevordert.
  • Geduld is vereist, want in sommige gevallen geven bedrijven geen prioriteit aan de operationele veranderingen die ze moeten doorvoeren omdat ze geen onmiddellijke voordelen zien.
  • Het is strategisch om vanaf het begin de reputatie en commerciële voordelen van de alliantie te communiceren met het zegel.
Gemeenschapsgerichte aanpak gericht op eigenaarschap en ontwikkeling van vaardigheden voor huidige en toekomstige generaties

Naast het geld-voor-werk programma werden lokale gemeenschapsorganisaties opgericht die gezamenlijke activiteiten organiseren en als platform dienen voor samenwerking tussen de gemeente Koh Tao en de lokale bevolking. Er werden vijf gemeenschapsorganisaties opgericht: Koh Tao Fisherfolk group; Sairee Taxi Boat Group; Mae Haad Taxi Boat Group; Koh Tao Women Group; en Koh Tao Youth Group.

De gemeenschappen kregen training over de implementatie van oplossingen voor biodiversiteitsfinanciering, financiële en digitale geletterdheid en andere vaardigheden zoals visverwerking en het binden van t-shirts. De lokale bevolking begon gemeenschapsorganisaties in te zetten om schoonmaakacties te coördineren en zegde toe te blijven werken aan het verwijderen van afval op zee en het schoonmaken van stranden.

Als onderdeel van het geld-voor-werk programma werden bootbestuurders ook getraind in afvalscheiding. Na afloop van het programma dienden ze een voorstel in bij de gemeente Koh Tao voor het plaatsen van afvalscheidingsbakken in hun toeristenboten.

Bovendien stimuleerde KTB activiteiten voor studenten van de Baan Koh Tao School gericht op financiële kennis, inclusie en kennismanagement. Er werd een kleinschalige studio voor Koh Tao Kids Channel (TaoNoi Channel) opgezet om kenniscontent voor studenten te creëren. KTB gaf ook financiële steun aan vissers om visverzamelaars aan te schaffen.

Bereidheid van de lokale bevolking om deel te nemen, reeds bestaande identificatie in groepen die als basis dienen voor de vorming van de gemeenschapsorganisaties (bijv. vissers, bootbestuurders, etc.), menselijke en financiële middelen voor de vorming van de organisaties en bereidheid van de lokale overheid om zich in te zetten voor de organisaties.

Het versterken van het gevoel van eigenaarschap en het aanpakken van de specifieke behoeften en vaardighedenkloof van elke subgroep binnen de doelgroep is van cruciaal belang geweest bij het oprichten van gemeenschapsorganisaties. Door zich te organiseren in formele verenigingen krijgen lokale gemeenschappen een strategische ingang om in contact te treden met de lokale overheid en andere organisaties. Het indienen van een voorstel voor de Koh Tao Subdistrict Gemeente om het opzetten van afvalbakken voor afvalscheiding te financieren is daar een duidelijk voorbeeld van.

Daarnaast heeft het de samenwerking tussen verschillende groepen vergemakkelijkt. Het heeft bijvoorbeeld geholpen bij het vinden van een oplossing tussen duik- en vissersgroepen door samen met de lokale overheid zeegebieden in zones in te delen. De duikgroep was ook betrokken bij de inzameling van marien afval en speelde daarin een belangrijke rol.

Geld-voor-werk programma om financiële hulp te koppelen aan positieve milieuresultaten

De crowdfundingcampagne bracht middelen bijeen om geldtransfers te verstrekken aan chauffeurs van taxiboten en kleine vissersboten, die werden geïdentificeerd als een van de meest kwetsbare groepen als gevolg van de COVID-19 pandemie (voor meer informatie, zie bouwsteen 1). Om dit te bereiken werd een geld-voor-werk programma opgezet, waarbij tijdelijke geldtransfers afhankelijk zijn van het leveren van arbeid voor de overeenkomstige periode. De bootbestuurders werden voor drie maanden ingehuurd om stranden schoon te maken, marien afval te verzamelen, het verzamelde afval te recyclen en de lokale gemeenschap te mobiliseren voor het behoud van de biodiversiteit.

Op deze manier droeg de campagne niet alleen bij aan het levensonderhoud van de bootbestuurders tijdens de pandemie, maar ook aan hun bewustzijn van en betrokkenheid bij het verlies aan biodiversiteit als gevolg van niet-duurzame praktijken. Deze betrokkenheid versterkte het gevoel van eigenaarschap van de lokale bevolking ten opzichte van de campagne en hun eigen eiland en diende als een extra motivatie voor behoud en herstel, waardoor gedragsverandering werd gestimuleerd nadat het geld-voor-werk-programma was afgelopen.

De bereidheid van de lokale bevolking om mee te werken aan het werk, in combinatie met effectieve communicatiecampagnes om meer mensen te mobiliseren die deelnemen aan het geld-voor-werk-programma en aan het behoud van de biodiversiteit.

Geld-voor-werk programma's hebben het potentieel om stimulansen te bieden voor gedragsverandering met een impact op lange termijn door de broodnodige financiële steun te combineren met bewustmaking en het aanleren van vaardigheden. Deze programma's ondersteunen ook de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers, die zinvol werk verrichten in ruil voor een inkomen.