Efficiënte irrigatie

De efficiëntie van irrigatie kan worden verbeterd wat betreft de herkomst van irrigatiewater, de distributie en het gebruik op veldniveau. Er zijn locatiespecifieke verbeteringen geïntroduceerd die als model kunnen dienen. Ze omvatten:

1. 1. Bron van irrigatiewater:

- Gebruik van ondergrondse waterstroom in droge rivierbeddingen;

- Gebruik van regenwateropvang van daken van huizen voor kleine groentevelden;

- Gebruik van putten met een lage waterafvoer in combinatie met een watertoren en reservoir voor druppelirrigatie van kleine boomgaarden en meloenvelden.

2. 2. Waterdistributie:

- Bekleding van irrigatiekanalen met hoge kwelverliezen;

- Verbeterde omleidingsstructuren voor toewijzing van optimale waterhoeveelheden.

3. Efficiënte irrigatie van gewassen:

- Druppelirrigatie van verschillende gewassen, bijv. ui, aardappel, maïs, meloen, appel;

- Sproeierirrigatie van aardappel.

De belangrijkste faciliterende factoren zijn de samenwerking tussen verschillende actoren - waterbeheerafdelingen en landbouwafdelingen op districtsniveau, dorpsbesturen, voorlichtingsdiensten, gemeenschappen en boeren.

Druppel- en beregeningsirrigatie zijn met succes getest in verschillende gewassen, maar de economische haalbaarheid van deze efficiënte irrigatietechnologieën varieert. Druppelirrigatie is alleen economisch levensvatbaar waar beperkte irrigatieapparatuur de productie van hoge opbrengsten van duur verkochte gewassen, zoals fruit en meloenen, mogelijk maakt. Voor massagewassen, zoals uien en aardappelen, is de vereiste investering te hoog in vergelijking met de prijzen die voor de oogst worden betaald. Als irrigatiewater echter schaarser wordt, irrigatieapparatuur betaalbaarder wordt en/of de prijzen van landbouwproducten stijgen, kan deze situatie veranderen en kan druppelirrigatie ook voor dergelijke gewassen betaalbaar worden.

Sproei-irrigatie kan nu al efficiënt zijn op plaatsen waar toenemende temperaturen de productiviteit en kwaliteit van het aardappelgewas op de proef stellen.