Een andere belangrijke gerelateerde activiteit was de identificatie van de locatie van kunstmatige riffen, om de visbiomassa te verhogen door gebruik te maken van het rifeffect.
De zeegraskaart die later door de MPA werd gemaakt, bleek bijzonder nuttig om zeegrasvrije gebieden te selecteren om deze kunstmatige riffen te plaatsen.
De onderdompeling van kunstmatige riffen werd in 2009 al getest met steun van het Japan International Cooperation Agency (JICA). Bovendien ontwikkelde en plaatste het Senegalese Centrum voor Onderzoek naar Aquacultuur en Mosselen (CRAMS) in M'bodiène, ten noorden van Joal-Fadiouth, tegelijkertijd kunstmatige riffen binnen de aquacultuurboerderij.
De vissers van Joal-Fadiouth raakten bijzonder geïnteresseerd in het onder water plaatsen van soortgelijke riffen in hun MPA om vis aan te trekken en de visserijactiviteit te diversifiëren.
Een uitdaging voor de CRAMS was het verlies van sommige vissen die uit de kooien ontsnapten, maar ook het feit dat de schaduw van de kooien ook wilde vissen aantrok. Deze overvloed aan zowel wilde als ontsnapte kweekvis rond de kwekerij trok lokale vissers aan, wat vaak leidde tot schade aan de kooien en dus tot conflicten met het CRAMS-team. Het team plaatste daarom verschillende kunstmatige riffen rond de kooien (gemaakt van schelpen van weekdieren, die grotendeels door Senegalezen worden gegeten). Het kunstmatige rifeffect resulteerde niet alleen in een grotere visbiomassa, maar het rif hield de vissers ook weg van de viskooien.