
Thermische modellering van stedelijke bomen in Abu Dhabi

Met een zomerhitte die vaak boven de 40°C uitkomt en een bevolking van meer dan 1,45 miljoen inwoners wordt Abu Dhabi, de hoofdstad van de VAE, geconfronteerd met een temperatuurstijging van 2,5°C tegen 2050. Zoals in de meeste steden het geval is, gebruiken huishoudelijke en industriële activiteiten energie om te functioneren, waarbij warmte en andere soorten vervuiling vrijkomen. Daarnaast zorgt de hoge dichtheid van grote gebouwen met absorberende oppervlakken voor het vasthouden en opslaan van warmte-energie in de straten van de stad. Gewoonlijk wordt hittestress aangepakt door airconditioning te gebruiken om binnenruimtes te koelen. Airconditioning vergt echter veel energie en koelt de binnenlucht door warme lucht naar buiten te pompen, waardoor het probleem nog groter wordt.
Invloeden
Voor dit onderzoek hielpen burgerwetenschappers de onderzoekers bij het verzamelen van meer dan 3.000 weergegevens, 1.000 boomhoogtemetingen en boomlocaties en meer dan 2.500 infraroodbeelden. Deze verzamelde datapunten werden gebruikt in thermische modelsimulaties om de meest gunstige boomplant- en groenconfiguraties te identificeren voor het minimaliseren van het Urban Heat Island-effect in de woonwijken van Abu Dhabi.
De resultaten toonden aan dat in een laagbouwwijk in Abu Dhabi, het planten van Poinciana-bomen op 6 m afstand van elkaar op paden en in open gebieden de luchttemperatuur tot 0,9° C kon verlagen. Dit vertaalt zich in een belangrijke vermindering van het energieverbruik voor airconditioning (de grootste energiebehoefte in de VAE) en, nog belangrijker, creëert betere omstandigheden voor bewoners om buiten hun huis te socialiseren.
Hoewel dit specifiek voor Abu Dhabi de meest wenselijke regeling was, kan de methodologie op elke stad worden toegepast. Hiervoor benadrukken de onderzoekers het belang van diepgaande kennis van de locatie en geschikte plantensoorten. Dergelijke kennis kan helpen om de kosten te verlagen die gepaard gaan met waterverbruik, verstoring van de infrastructuur door wortels en ander onderhoud.