De demonstratie van het CCCA-model in proefgemeenschappen kan de regering van Myanmar laten zien welke impact kan worden gemaakt als gemeenschappen worden betrokken bij natuurbeschermingsacties en als er voordelen worden geboden voor deze acties. Met steun van CEPF breidden GEI en vier lokale NGO-partners het aantal projectgemeenschappen uit tot 27, waardoor nog twee kritieke ecosystemen behouden bleven: Inle Lake en Moeyingyi Wetlands. Het totale gebied dat door de gemeenschappen werd beschermd, nam toe tot bijna 17.000 hectare. Ook het aantal deelnemende huishoudens nam toe, van 4.565 tot 21.615 mensen.
Goede relaties met diverse belanghebbenden, zoals centrale en lokale overheden, lokale gemeenschappen en lokale NGO's maakten het succes van deze bouwsteen mogelijk.
De projecten toonden een positieve betrokkenheid bij de gemeenschappen. Hoewel het sommige gemeenschappen aan motivatie ontbrak en de communicatie met hen moeizaam verliep, deden de uitvoerende NGO's veel moeite om projecten met de lokale bevolking te bespreken en om te laten zien dat ze de behoeften en bereidwilligheid van de gemeenschap respecteerden. De projecten hadden echter minder succes bij het betrekken van overheidsinstanties en bedrijven. Zij waren belangrijke belanghebbenden, maar werden niet geïdentificeerd tijdens het initiële stakeholderanalyseproces en hadden niet hetzelfde begrip van de CCCA-projecten als de NGO's en de gemeenschappen. Hun betrokkenheid en deelname moet worden overwogen in toekomstige projecten.