Institutionele opbouw door het opzetten van CCA-beheerscomités
Institutionele opbouw is essentieel voor het succes en de duurzaamheid van het CCA-initiatief. Het CCA Management Committee (CCAMC) is gebaseerd op het principe van universeel lidmaatschap, d.w.z. dat elke volwassene van het dorp (of de dorpen, als het beschermde gebied onder twee of meer dorpen valt) lid is. Het oprichtingsproces van de CCAMC neemt zijn eigen weg; de algemene vergadering kiest een uitvoerend orgaan. Het beheercomité bestaat in de meeste gevallen uit 20 uitvoerende leden die verschillende segmenten binnen de gemeenschap vertegenwoordigen, met een kerncomité (bestaande uit zeven leden). Het kerncomité is in overleg met het beheercomité en de algemene vergadering verantwoordelijk voor het opstellen van de regels en voorschriften voor het beheer van het beschermde gebied, het plannen van passende interventies voor het levensonderhoud, het opstellen van het beheerplan en de uitvoering ervan. De uitvoerende leden worden geselecteerd voor een periode van drie jaar.
- Naleving van het beginsel van universeel lidmaatschap - Proces van collectieve dialoog en besluitvorming
Zonder universeel lidmaatschap en wijdverspreide consultatieve processen en collectieve besluitvorming zal de instelling die in dit geval de CCAMC is gevormd zwak worden en de vereiste legitimiteit binnen de gemeenschap ontberen. Zonder institutionele regeling en zonder de benodigde capaciteit is het onwaarschijnlijk dat het initiatief voor bosbescherming en -beheer door de gemeenschap stand zal houden. De institutionele processen moeten dynamisch zijn en met de tijd evolueren; het kan geen eenmalige oefening zijn.