Co-investering in duurzame visserij

Om succes te boeken op het gebied van de duurzaamheid van de visbestanden, moeten verschillende belanghebbenden actief deelnemen: visserijgemeenschappen, de overheidssector, de academische wereld, maatschappelijke organisaties en de markt, tot de belangrijkste. In 2019 is COBI begonnen met het monitoren van de (monetaire en niet-monetaire) kosten in verband met de uitvoering en ontwikkeling van projecten voor de verbetering van de visserij. Uit deze oefening bleek dat filantropie over het algemeen aan het begin van de projecten de grootste economische investering doet via maatschappelijke organisaties, terwijl visserijgemeenschappen niet-monetaire investeringen doen (bijvoorbeeld door hun boten beschikbaar te stellen voor de activiteiten), en andere actoren ook deelnemen (bijvoorbeeld overheidsinstanties of de academische wereld). Het doel van de gemeenschapsco-investering is dat de vissersgemeenschappen zich na verloop van tijd organiseren en zich inzetten om de kosten te blijven betalen die gepaard gaan met dit soort projecten, en een grotere financiële autonomie bereiken. COBI en de vissersgemeenschappen ontwikkelden een schriftelijke strategie met een tijdspad van vijf jaar, waarin de gemeenschappen zich verplichten om een geleidelijk percentage van de economische bijdragen te handhaven om medeverantwoordelijkheid en autonomie van het project te bereiken.

  1. Belanghebbenden kennen de kosten van het project en hebben daarna een geleidelijke financiële strategie voor mede-investering.
  2. De belanghebbenden beschikken over transparante en controleerbare processen om vertrouwen op te bouwen en zo de visserijverbeteringsprojecten op lange termijn te ondersteunen.
  1. Het vanaf het begin in kaart brengen van belanghebbenden bij het gezamenlijk beheer van de visserij. Dit maakt het mogelijk om iedereen zichtbaar te maken die kan/moet deelnemen aan de financiële bijdragen van de verbeterpraktijken en de monitoring van het project.
  2. Het integreren en opleiden van alle actoren in de waardeketen over het belang en de voordelen van het mede-investeren in visserijverbeteringen.
  3. Rekening houden met monetaire en niet-monetaire bijdragen (bijv. menselijk kapitaal, geïnvesteerde tijd, het genereren van gegevens/informatie, infrastructuur/vergaderruimte). Dit maakt het mogelijk om de bijdragen en inzet van elke sector voor duurzame visserij te waarderen, te erkennen en zichtbaar te maken.
  4. Het realiseren van co-investering is geen eenvoudig proces, aangezien er financiële aspecten mee gemoeid zijn. Daarom moeten de deelnemers worden opgeleid en het belang ervan inzien.