Participatief in kaart brengen op gemeenschapsniveau

De participatieve kartering werd uitgevoerd door lokale gemeenschappen in samenwerking met het bosbeheer en met ondersteuning van GIZ. Het betrof een echte 'kantonnale' aanpak door het faciliteren van gezamenlijke bijeenkomsten tussen gemeenschappen. Ze stelden hun kaarten van landgebruik op met begeleiding van adviseurs. Hierdoor kon de relevante kennisbasis voor landgebruik en herstelmogelijkheden op regionale schaal worden ontwikkeld en werd het belang van de connectiviteit van ecosystemen in een landschap aangetoond. Belangrijkste stappen van het in kaart brengen:

  1. Voorbereiding: Analyse & documentatie van bestaande informatie, lokale bezoeken aan potentiële restauratielocaties, bijeenkomsten met leiders van de prefectuur en een startworkshop
  2. Bewustmakingscampagne in alle 9 kantons en identificatie van twee lokale cartografen per dorp (150 in totaal)
  3. Training van lokale cartografen in de ontwikkeling van participatieve kaarten en het gebruik van geo-informatiemiddelen waaronder GPS
  4. Participatieve kartering met 77 gemeenschappen, inclusief gezamenlijke identificatie van problemen, kartering, verificatie en ground truthing van landgebruikseenheden door lokale experts en cartografen
  5. Ontwikkeling van definitieve kaarten, validatie en teruggave van kaarten aan lokale belanghebbenden
  • Sterke politieke betrokkenheid dankzij AFR100-toezegging van Togo
  • Benoeming van een FLR-contactpunt bij de directeur Bosbestanden (MERF)
  • Beschikbaarheid van lokale experts, technische en financiële steun van de Togolese en Duitse overheid
  • Sterke samenwerking en kennisuitwisseling tussen projecten op lokaal, nationaal en internationaal niveau
  • Grote betrokkenheid en deelname van de gemeenschap via bestaande prefecturele, kantonnale en dorpsontwikkelingscomités en maatschappelijke organisaties
  • Het was cruciaal om vanaf het begin samen te werken met gemeenschapsleiders en ontwikkelingscomités en gebruik te maken van hun lokale kennis over landbronnen en -gebruik.
  • Gemeenschappen werkten de kaarten voor landgebruik zelf uit, terwijl het project de randvoorwaarden verschafte. Dit zorgde voor eigenaarschap, vertrouwen en acceptatie tussen de gemeenschappen. Het maakte hen bewust van de grenzen van land en de soorten gebruik, de toestand en locatie van ecosystemen (bossen, agrobossen, kokosnootplantages, bosaanplantingen, mangroves etc.) en soorten landeigendom (openbare bossen, gemeenschapsbossen, privébossen en heilige bossen). Het stelde hen ook in staat om gezamenlijk milieuproblemen te identificeren als basis voor het vaststellen van herstelprioriteiten.
  • Een combinatie van lokaal geschikte bestuurs- en communicatieprocessen (d.w.z. consensusbenadering, respect voor gewoonteregels) met technologische benaderingen (GPS) was zeer succesvol.