Samenwerking met bosbouwbedrijf

De gebieden waar het risico op rampen het grootst is, liggen meestal stroomafwaarts en behoren niet toe aan het bosbouwbedrijf. De gebieden waar overstromingen en puinstromen ontstaan zijn de stroomopwaarts gelegen bovenstroomse gebieden. Veel van deze gebieden worden beheerd door het bosbouwbedrijf. Haar betrokkenheid is daarom cruciaal.

Het bosbouwbedrijf streeft naar een beter beheer van de hoger gelegen stroomgebieden door begrazing te reguleren, ontbossing tegen te gaan en door herbebossing.

In het geval van de oplossing stelde het bosbouwbedrijf bovendien land ter beschikking voor pacht aan geïnteresseerde gemeenschapsleden, die het land zouden herstellen, bomen zouden planten en voer voor hun vee zouden verbouwen en tegelijkertijd overbegrazing en vernietiging van de vegetatie zouden voorkomen.

De belangrijkste faciliterende factor is de samenwerking tussen bosbouwbedrijven en lokale grondgebruikers, inclusief pachtovereenkomsten, die duidelijke voordelen opleveren voor de gebruikers.

Het bosbouwbedrijf in Shahriston heeft veel ervaring met de vermeerdering van inheemse jeneverbesbomen en het succesvolle herstel van jeneverbesbossen met behulp van deze zaailingen. Met hulp van GIZ werd de boskwekerij omheind om schade door loslopend vee te voorkomen en de productie van inheemse boomzaailingen te verhogen.

Samenwerking vereist duidelijke mechanismen en rekening houden met de belangen van verschillende belanghebbenden. Landgebruikers zijn alleen bereid om de verantwoordelijkheid voor bosgebieden over te nemen als er duidelijke overeenkomsten zijn die voordelen op lange termijn garanderen.

Het bosbouwbedrijf ervaart in sommige gevallen een belangenconflict dat moeilijk aan te pakken is. Een groot deel van haar inkomsten is afkomstig uit de graasvergunningen die worden afgegeven aan veehouders die hun vee laten grazen op bosgrond. Daarnaast is er ook informele sociale druk op het bosbouwbedrijf om toegang te verlenen voor toenemende veestapels. Dit is in strijd met de functie van het bosbouwbedrijf om de weilanden, bossen en wouden en hun ecosysteemdiensten te beschermen. Zolang deze ecosysteemdiensten niet voldoende worden gehonoreerd, zal er landdegradatie optreden waardoor het risico op rampen toeneemt. Dit probleem is bijzonder moeilijk aan te pakken in een grensoverschrijdende context waar het bovenstroomgebied en de getroffen dorpen onder verschillende jurisdicties vallen.