Gezamenlijke grensoverschrijdende verwijdering van een invasieve plant
Invasieve planten kwamen voor aan beide zijden van de Thaya rivier, die de internationale grens vormt tussen de twee nationale parken. De planten werden aan beide zijden van de rivier verwijderd door het personeel van de respectieve parken, en de verwijdering van de planten vond plaats nadat ze door de monitoring waren ontdekt. Toen het gezamenlijke uitroeiingsproject oorspronkelijk werd voorgesteld door Podyjí National Park, was het personeel van Thayatal National Park sceptisch over de efficiëntie van de inspanningen om de invasieve plant te verwijderen op basis van hun kennis van vele mislukte uitroeiingspogingen in andere gebieden. Thayatal National Park was daarom bereid om aanvankelijk slechts een klein bedrag te investeren om te testen of de uitroeiingspogingen zouden werken. Na de eerste successen droeg Thayatal National Park middelen bij om samen met Podyjí National Park meer substantiële verwijderingsmaatregelen uit te voeren. Omdat beide parken tegen het gebruik van pesticiden zijn, moesten individuele planten met de hand worden verwijderd en bij voorkeur tijdens de adolescente levensstadia voordat er zaden uitkwamen. Anders zouden zaden verspreid kunnen worden tijdens het verwijderen van de volwassen planten. Maaiwerkzaamheden bleken echter zeer effectief op plaatsen met grotere bestanden.
Podyjí was al begonnen met het verwijderen van de plant voordat Thayatal Nationaal Park werd opgericht, waardoor de gezamenlijke uitroeiing minder moeite kostte. Ten tweede is de geomorfologie in de riviervallei die door de parken loopt relatief ongunstig voor een snelle uitbreiding van de plant. Ten derde werd het verwijderen van planten op Oostenrijks grondgebied door Tsjechisch personeel gemakkelijker nadat Tsjechië in 2004 toetrad tot de EU. Voordien moest de grenspolitie telkens op de hoogte worden gebracht als het personeel de grens overstak.
Een belangrijke les die beide Nationale Parken hebben geleerd, is de noodzaak om over de staatsgrens heen en tussen de twee beschermde gebieden samen te werken om gezamenlijk natuurbeschermingsmaatregelen uit te voeren. Dit gold vooral voor het verwijderen van invasieve soorten in een riviervallei die op de grens ligt.