Ontwikkeling van een nationale strategie voor herstel van het boslandschap

De nationale strategie voor boslandschapsherstel en groene infrastructuur is gedurende 8 maanden op participatieve wijze ontwikkeld in verschillende stadia:

1) omschrijving van de reikwijdte op commissieniveau & opstellen van een referentiekader, selectie van adviseurs

2) validatie van methodologie,

3) raadpleging van de overheid, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector op regionaal niveau (10 van de 22 regio's),

4) 2 validatieworkshops op nationaal niveau voor comité en platform,

5) bekendmaking van de strategie op het niveau van de ministerraad (vergadering van alle ministers en premiers)

6) verspreiding op de website van het ministerie van Milieu en Bossen.

De strategie inventariseert de huidige situatie en randvoorwaarden in Madagaskar, analyseert de belangrijkste uitdagingen om het doel van 4 miljoen hectare tegen 2030 te bereiken en geeft strategisch advies over hoe deze te overwinnen en de belangrijkste actoren te mobiliseren.

De strategie beveelt prioriteiten aan met betrekking tot goed bestuur, coherente ruimtelijke ordening, technische herstelmaatregelen en het mobiliseren van middelen. De prioriteiten zijn onderverdeeld in 12 doelstellingen en concrete activiteiten.

  • Een studie naar FLR-mogelijkheden - volgens de IUCN Restoration Opportunity Mapping-methodologie - uit 2015 diende als technische basis.
  • De ontwikkeling van de strategie viel samen met de herziening van het "nieuwe bosbeleid" van het ministerie van Milieu en Bossen. FLR is een belangrijke prioriteit voor dit nieuwe bosbeleid.
  • Een nieuw nationaal energiebeleid ondersteunt de uitvoering van de FLR-strategie door een herstel van 40.000 ha bossen en bosaanplantingen per jaar voor de binnenlandse rurale energievoorziening.
  • Het was van cruciaal belang dat de strategie openlijk de uitdagingen en het potentieel voor verbetering benoemde, met inbegrip van de kwesties van land(eigendoms)rechten, het huidige gebrek aan sectoroverschrijdende samenwerking en zwak bestuur, waaruit het bewustzijn van bestaande problemen blijkt.
  • Voor de acceptatie en legitimiteit was het cruciaal om de belangrijkste elementen van de strategie te ontwikkelen in een participatief proces samen met het FLR-comité.
  • Het was ideaal dat de strategie officieel werd gevalideerd door een interministerieel besluit waarbij de belangrijkste sectoren betrokken waren; dit was echter niet voldoende en bovendien was een lang lobbyproces binnen de machtige betrokken sleutelministeries nodig. Het integreren van de secretarissen-generaal van de ministeries van Landbouw en Regionale Planning in het RPF-comité was de oplossing voor het mainstreamen van de strategie.