Herstel van het bos heeft een hogere slagingskans als inheemse bomen gebruikt/geplant worden. Inheemse boomsoorten zullen het bos in staat stellen zich te herstellen en de natuurlijke habitat te behouden. Dit zal het aanbod van bosvoordelen en ecosysteemdiensten optimaliseren, de risico's van natuurrampen zoals aardverschuivingen verminderen en de opties voor duurzaam levensonderhoud verbeteren.
Het gebruik van inheemse bomen voor herbebossingsactiviteiten werd overgenomen en gepromoot door de netwerken, kampioenen.
Onze bosgebieden (d.w.z. kaalgekapt en bebost) zijn herbebost met uitheemse of geïntroduceerde boomsoorten zoals Gmelina, Mahonie en Falcata. Deze geïntroduceerde boomsoorten werden geplant omdat ze sneller groeien en eerder geoogst kunnen worden dan inheemse hardhoutbomen. Vroegere en huidige "herbebossingsactiviteiten", waarvan de bedoeling vooral marktgedreven was in plaats van natuurbehoud, hebben de oorspronkelijke bomen vervangen en geleid tot een monocultuur en een afname van de diversiteit aan planten en dieren. Monocultuur van exotische boomsoorten is gevoelig voor aanvallen van plagen en ziekten en kan uiteindelijk de hele herbeboste gebieden wegvagen.