Community resource governance ter ondersteuning van beschermde gebieden en landschapsplanning (top-down/bottom-up synergie)

MEP gebruikte de Malinese decentralisatiewetgeving om, samen met de lokale bevolking, een model van 'olifantgericht' CBNRM te creëren. Deze wetgeving vervulde een essentiële faciliterende functie die resulteerde in een model van hulpbronbestuur op dorps- en gemeentelijk niveau, dat werd vastgelegd in lokale en gemeentelijke conventies, evenals in de sociaaleconomische ontwikkelingsplannen van de gemeenten. Het MEP werkte vervolgens samen met de overheid om deze systemen verder te versterken door nieuwe wetgeving op te stellen die een nieuw beschermd gebied creëerde dat de gehele migratieroute van de olifant omvatte, gebruikmakend van een biosfeermodel dat de gemeenschapsverdragen ondersteunde. Het doel was om de boswachters van de overheid een mandaat te geven om indien nodig de lokale gemeenschappen te ondersteunen bij de handhaving van hun overeenkomsten, waardoor de systemen van de gemeenschappen werden versterkt. Op deze manier worden de belangen van de overheid en de gemeenschap op één lijn gebracht, zodat ze elkaar wederzijds versterken en een kosteneffectieve aanpak van het beheer van reservaten mogelijk maken. Deze top-down benadering vormt een aanvulling op de bottom-up benadering van gemeenschapsbetrokkenheid.

Het model van "Elephant-centred" CBNRM dat was bedacht.

Het belang van wetgeving om empowerment aan de basis te katalyseren.

De behoefte aan een neutrale "faciliterende" instantie om de verschillende delen van de gemeenschap samen te brengen.

De snelheid van het proces om nieuwe wetgeving te creëren is lang en hangt af van de mate waarin overheidspartners betrokken zijn en het initiatief steunen, maar NGO's kunnen technische ondersteuning en geheugensteuntjes bieden om vooruitgang te genereren.