
Ecosysteemgebaseerde aanpassing voor klimaatbestendige landbouw in de hooglanden van Guatemala

Landbouw in de Guatemalteekse hooglanden is een levensader voor lokale gemeenschappen, maar wordt in toenemende mate bedreigd door bodemdegradatie en klimaatschommelingen. Het Resilient Highlands project ondersteunt inheemse kleine boeren in drie micro-watersheds door middel van geïntegreerd stroomgebiedbeheer en op ecosysteemdiensten gebaseerde planning. Door InVEST-modellen te gebruiken om koolstofopslag, bodembehoud en habitatkwaliteit te beoordelen, heeft het project interventies zoals agroforestry, terrassen en bosbehoud onderbouwd. Geworteld in het nationale bosbouwbeleid (PINPEP, PROBOSQUE) en de betrokkenheid van de gemeenschap, verbeterde het project de duurzaamheid van de landbouw, de watervoorziening en de biodiversiteit. De aanpak versterkte de klimaatbestendigheid en herstelde vitale ecosysteemfuncties, terwijl gender en inheemse kennis centraal stonden bij de uitvoering.
Context
Uitdagingen
De regio staat voor meerdere uitdagingen. Op milieugebied hebben intensief landgebruik en ontbossing de bodem aangetast en de waterretentiecapaciteit verminderd. Op sociaal gebied hebben inheemse kleine boeren geen toegang tot technische ondersteuning en duurzame landbouwmethoden. Economisch gezien is de landbouw afhankelijk van gewassen die uit de regen worden verbouwd en is deze zeer kwetsbaar voor veranderende neerslagpatronen en afnemende bodemvruchtbaarheid. Ondervraagde boeren constateerden opdrogende bronnen, minder neerslag en erosie. Zonder actie zouden de productiviteit, voedselzekerheid en biodiversiteit verder afnemen. Het project pakte deze problemen aan door middel van landschapsherstel, een beter beheer van hulpbronnen en de integratie van ecosysteemdiensten in de besluitvorming.
Locatie
Proces
Samenvatting van het proces
De drie bouwstenen werkten in synergie. Modellering van ecosysteemdiensten identificeerde prioriteitsgebieden en gevolgen voor landgebruik. Afstemming op nationale stimuleringsprogramma's maakte middelen voor implementatie mogelijk. Participatieve planning baseerde beslissingen op de lokale realiteit en zorgde ervoor dat interventies sociaal aanvaardbaar en ecologisch effectief waren. Samen bevorderden ze veerkracht door wetenschappelijke beoordelingen, beleidsinstrumenten en gemeenschapswijsheid te combineren.
Bouwstenen
Modellering van ecosysteemdiensten met InVEST voor landschapsplanning
Om te begrijpen hoe verschillende vormen van landgebruik ecosysteemfuncties beïnvloeden, paste het project InVEST-modelleringsinstrumenten toe om koolstofopslag, sedimentretentie en habitatkwaliteit in drie microwaterschappen in kaart te brengen en te kwantificeren. Hierdoor konden het projectteam en lokale belanghebbenden het "wat" (de ecologische toestand van het landschap), het "waarom" (welk landgebruik meer voordelen bood) en het "hoe" (waar ingrepen nodig waren) bekijken. Er werd bijvoorbeeld vastgesteld dat bos- en struikgebieden aanzienlijk meer koolstof opslaan en erosie verminderen in vergelijking met graangewassen. Deze modellering hielp bij het prioriteren van gebieden voor herstel en agroforestry. De visuele resultaten en meetgegevens ondersteunden op feiten gebaseerde discussies met gemeenschappen en besluitvormers en integreerden ecologische wetenschap in de planning op stroomgebiedniveau.
Sleutelfactoren
Kleine boeren, met name inheemse families in de micro-waterscheidingen Quiejel, Balanyá en Pixcayá-Pampumay; nationale partners - het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Voedsel van Guatemala (MAGA) en het Nationaal Instituut voor Bossen (INAB); en de ecosystemen die zullen profiteren van verbeterd landbeheer.
Geleerde les
Het zichtbaar maken van ecosysteemfuncties door middel van kaarten hielp om kenniskloven te overbruggen en vertrouwen op te bouwen. De technische complexiteit vereiste echter training en vertaling in toegankelijke formaten. In sommige gebieden ontbraken gedetailleerde gegevens, zodat lokale waarnemingen essentieel waren voor modelvalidatie. De combinatie van modellering met participatieve methoden maakte de bevindingen relevanter en beter bruikbaar voor acties.
Beleidsafstemming met PINPEP en PROBOSQUE voor stimuleringsmaatregelen voor kleine boeren
Om duurzaamheid te bevorderen en de invoering van herstelpraktijken te stimuleren, stemde het project zijn interventies af op Guatemala's nationale bosbouwstimuleringsprogramma's-PINPEP (gericht op kleine boeren) en PROBOSQUE (ondersteuning van bosbeheer en agroforestry). Deze aanpak beantwoordde "wat" (financiële steun beschikbaar voor behoud), "waarom" (stimuleringsmaatregelen verminderen de kostenbarrière voor boeren) en "hoe" (projectacties koppelen aan formele aanvraagsteun). Boeren die zich bezighielden met agroforestry, herbebossing of natuurbehoudsactiviteiten werden begeleid doorheen het registratieproces voor deze programma's, waardoor continuïteit en cofinanciering op lange termijn verzekerd werden. Deze institutionele afstemming zorgde er ook voor dat de herstelinspanningen in overeenstemming waren met de nationale milieuprioriteiten.
Sleutelfactoren
Een sterk beleidskader, samenwerking met INAB, interesse van boeren in stimuleringsmaatregelen en veldmedewerkers die de aanvraagprocessen ondersteunden, maakten een soepele integratie mogelijk. Nationale erkenning van de behoeften van kleine boeren en reeds bestaande programmabudgetten waren ook essentieel.
Geleerde les
Hoewel afstemming op nationale programma's de duurzaamheid versterkte, vormden bureaucratie en papierwerk hindernissen voor boeren. Het vereenvoudigen van het aanvraagproces en het opbouwen van vertrouwen bij de boeren in de samenwerking met de instellingen bleek essentieel. Het inzetten van lokale begeleiders die bekend waren met zowel de gemeenschapsdynamiek als de institutionele procedures was de sleutel tot succes.
Participatieve planning en integratie van inheemse kennis
Het project erkende dat lokale gemeenschappen over diepgaande milieukennis beschikken en voerde daarom enquêtes onder huishoudens en gemeenschapsdialogen uit om de percepties en praktijken rond bodem, water en landgebruik in kaart te brengen. Deze bouwsteen gaf antwoord op "wat" (de geleefde ervaringen en praktijken van kleine boeren), "waarom" (planning moet de culturele context weerspiegelen) en "hoe" (boeren betrekken bij co-ontwerp). Boeren deelden waarnemingen over de afnemende beschikbaarheid van water, de veranderende regenval en de aantasting van de bodem. Deze inzichten vormden een aanvulling op wetenschappelijke modellen. In reactie hierop bevorderde het project cultureel verankerde praktijken zoals terrassen, organische bemesting en tuinieren. Gendergevoelige benaderingen gaven vrouwen de leiding over ecologisch herstel en de veerkracht van het huishouden.
Sleutelfactoren
Diepgewortelde culturele kennis, vertrouwen in de gemeenschap en sterk leiderschap maakten inclusieve planning mogelijk. Bemiddelaars die de lokale talen en gebruiken vloeiend beheersen, sloegen bruggen tussen wetenschap en traditie.
Geleerde les
Respect voor inheemse kennis bevorderde eigenaarschap en duurzaamheid. Het creëren van ruimte voor vrouwen en jongeren zorgde voor meer innovatie en veerkracht. Het proces versterkte de cohesie binnen de gemeenschap en wekte vertrouwen in lokale oplossingen. Replicatie vereist langdurige betrokkenheid en respect voor sociaal-culturele normen.
Invloeden
Voordelen voor het milieu zijn onder andere een verbeterde koolstofopslag in struik- en bosgebieden, erosiebeheersing van tot wel 200 ton grond die jaarlijks wordt vastgehouden en een verbeterde habitatkwaliteit (tot 0,95). Uit een lokaal onderzoek naar ecosysteemdiensten bleek dat 62,5% van de huishoudens diverse tuinen aanlegt, 89% de bodemkwaliteit in verband brengt met gewasopbrengsten en 78% de afname van water heeft opgemerkt, wat wijst op een toegenomen bewustzijn van milieuveranderingen. Op economisch vlak zorgden de banden met PINPEP en PROBOSQUE voor betalingen en technische ondersteuning voor de boeren. Op cultureel gebied versterkte het project de erkenning van inheemse kennis en de bijdragen van vrouwen aan duurzaamheid.
Begunstigden
Kleine boeren, met name inheemse families in de micro-waterscheidingen Quiejel, Balanyá en Pixcayá-Pampumay; nationale partners (MAGA, INAB); en de ecosystemen die profiteren van verbeterd landbeheer.