Opzetten van tracker en slepend beoordelingssysteem
De innovatie bestaat uit het gebruik van een beoordelingsmethode die vrij is van vooroordelen op basis van geletterdheid bij het bepalen van de relatieve niveaus van deskundigheid onder spoorzoekers in het kunnen identificeren van diersporen, het volgen van wilde dieren, en aanverwante vaardigheden die geassocieerd worden met kennis over het gedrag van wilde dieren, het tellen van wild, het monitoren van ziektes, antistroperijactiviteiten en het inventariseren van wilde planten. De vaardigheden worden beoordeeld aan de hand van een ecosysteemspecifieke competentietest en spoorzoekers worden gecertificeerd op vier verschillende competentieniveaus. De beoordeling is wetenschappelijk geloofwaardig en internationaal gecertificeerd voor standaardisatie. De beste spoorzoekers worden vervolgens ingezet om jongere spoorzoekers te trainen en later te beoordelen.
Namibië heeft een sterk wetgevend kader voor gezamenlijk beheer en gedeelde voordelen in beschermde gebieden. Het heeft echter nog geen nationaal systeem voor het testen van traditionele vaardigheden en competenties dat educatieve vooroordelen uit technische beoordelingen haalt. Traditionele kennis is nog steeds sterk aanwezig bij de oudere San-generaties. De Namibische regering heeft de San gemeenschappen toegestaan om in het nationale park te blijven en tewerkgesteld te worden als spoorzoekers en rangers op basis van hun vermogen om waardevolle traditionele kennis toe te passen in natuurbehoud.
De methodologie richt zich op het formaliseren van de erkenning van echte vaardigheden en kennis, in plaats van het opleggen van alfabetiserings- of onderwijsbarrières die veel inheemse volken in de regio zouden uitsluiten. Afrika sluit het grootste deel van zijn inheemse wetenschappelijke kennis uit van natuurbehoud door vooroordelen over schooldiploma's in plaats van biodiversiteitskennis en technische vaardigheden. Ouderen zijn in staat gesteld om gecertificeerde spoorzoekers en trainers te worden, terwijl jongeren genieten van de kansen op werk en de blootstelling aan computers en nieuwe technologische mogelijkheden. De beoordeling is aangepast aan de specifieke kenmerken van het ecosysteem en de lokale biodiversiteit, in plaats van een algemene nationale vaardighedenset te zijn. IPACC blijft samenwerken met de KPA en het IRDNC om nationale normen en certificeringsprocessen te promoten, zodat dit model op nationale en regionale schaal kan worden toegepast.