
Kansen creëren: Duurzame landbouw en landherstel in Burkina Faso

Dit project heeft gemeenschappen in de regio's Centre-East en Centre-South van Burkina Faso in staat gesteld om over te stappen op duurzame landbouw en landschapsherstel. Met steun van de IKEA Foundation, het UNCCD Global Mechanism en het Italiaanse ministerie van Milieu en Energiezekerheid bereikte het project 300.000 mensen (50% vrouwen, 50% jongeren). Het verhoogde de agro-sylvo-pastorale productie, herstelde meer dan 54.000 ha en versterkte lokale verenigingen en bestuur. Door middel van inclusieve participatie namen de gemeenschappen wetteksten aan die 37.500 ha ecologische corridors beschermden. De interventie verbeterde de voedselzekerheid, de inkomens, de biodiversiteit en de lokale besluitvormingscapaciteit terwijl ze in overeenstemming was met de normen van Nature-based Solutions. De succesvolle coproductiebenadering en de koppeling tussen herstel en bedrijfsleven bieden een groot potentieel voor navolging in de hele Sahel.
Context
Uitdagingen
In de regio's Centre-East en Centre-South van Burkina Faso werden plattelandsgemeenschappen geconfronteerd met onderling verbonden ecologische, sociale en economische uitdagingen. Jaren van niet-duurzaam landgebruik, klimaatschommelingen en ontbossing hebben geleid tot ernstige bodemaantasting, woestijnvorming en verlies van biodiversiteit. Door onregelmatige regenval en langdurige droogte daalde de landbouwproductiviteit, waardoor de voedselzekerheid in gevaar kwam. In sociaal opzicht hadden lokale bevolkingsgroepen - vooral vrouwen en jongeren - geen toegang tot scholing, middelen en besluitvormingsprocessen op het gebied van landgebruik, waardoor hun veerkracht werd beperkt. Op economisch vlak waren velen afhankelijk van laagwaardige, klimaatgevoelige activiteiten zonder alternatieve inkomensmogelijkheden of toegang tot markten. Zwakke lokale bestuursstructuren vormden een verdere belemmering voor duurzaam landbeheer. Het project pakte deze complexe, gelaagde uitdagingen aan door middel van een op de natuur gebaseerde, inclusieve en landschapsbrede aanpak die ecologisch herstel integreerde met de ontwikkeling van bestaansmiddelen en empowerment van gemeenschappen.
Locatie
Proces
Samenvatting van het proces
De coproductie van herstelpraktijken en inclusief bestuur vormden de kern van het project. Herstelacties werden ontworpen om zowel de biodiversiteit als de bestaansmiddelen ten goede te komen, terwijl bestuurshervormingen zorgden voor de wettelijke structuur om deze voordelen in stand te houden en uit te breiden. De bouwstenen vulden elkaar aan: ecologische acties creëerden waarde, terwijl participatief bestuur ervoor zorgde dat gemeenschappen herstelde landschappen konden beschermen, beheren en ervan konden profiteren. Het creëren van wettelijke corridors formaliseerde deze synergie en zorgde voor continuïteit. Capaciteitsopbouw, het organiseren van gemeenschappen en wettelijke empowerment werkten dynamisch op elkaar in, wat resulteerde in sterkere instellingen, meer inclusie en een betere gezondheid van het land. Deze onderling verbonden processen hielpen de gemeenschappen om te buigen van degradatie en marginalisatie naar empowerment en veerkracht.
Bouwstenen
Co-productie van landherstel en inkomstengenererende oplossingen
Het project integreerde ecologisch herstel met lokale economische ontwikkeling door middel van een coproductiemodel dat geworteld was in de behoeften en kennis van de gemeenschap. De interventies bestonden uit ondersteunde natuurlijke regeneratie, het gebruik van mestputten, het opzetten van kwekerijen, bijenteelt, agrobosbouw en het behoud van beboste gebieden. Deze hersteltechnieken werden gekoppeld aan inkomensgenererende activiteiten, zoals de productie en verkoop van honing, karitéboter, soumbala en sojaproducten. Gemeenschappen kregen training, uitrusting en steun bij het oprichten of versterken van coöperaties. De integratie van duurzame praktijken in waardeketens vergrootte het eigenaarschap en versnelde de invoering. Door de gemeenschap geleide planning zorgde er verder voor dat ecologische resultaten ook ten goede kwamen aan het levensonderhoud. Een uniek aspect was de wettelijke erkenning en het beheer van ecologische corridors die de biodiversiteit verbeterden en tegelijkertijd de lokale rechten op hersteld land veilig stelden. Dit model versterkte de voedselzekerheid, sociale cohesie en economische integratie terwijl aangetaste landschappen werden hersteld.
Sleutelfactoren
- Gevestigde coöperaties en gemeenschapsgroepen vergemakkelijkten gecoördineerde actie.
- Lokale ecologische kennis maakte effectieve implementatie mogelijk.
- Het verstrekken van gereedschap, training en verwerkingsapparatuur stelde gemeenschappen in staat om verbeterde praktijken in de praktijk te brengen.
- Wettelijke kaders die participatieve herstelplanning ondersteunen legitimeerden lokale acties.
- Samenwerkingsverbanden van verschillende actoren zorgden voor ondersteuning op lange termijn, afstemming van het beleid en technische ondersteuning.
Geleerde les
Herstelinspanningen wonnen aan kracht wanneer ze werden afgestemd op bestaansmiddelen. De betrokkenheid van de gemeenschap was het grootst wanneer de onmiddellijke voordelen, zoals een verbeterde opbrengst of inkomen, zichtbaar waren. Vertrouwde praktijken zoals mestputten en boomregeneratie kregen een nieuwe relevantie door verbeterde marktconnecties en training. Capaciteitsopbouw moet continu zijn en lokaal worden aangepast. Terwijl de technische en ecologische kennis sterk was, kwam de toegang tot water tijdens de droge seizoenen naar voren als een belangrijke beperking, die toekomstige integratie van wateroplossingen vereist. Veiligheidsproblemen in sommige gebieden benadrukten de behoefte aan gedecentraliseerde, flexibele implementatie en sterk lokaal leiderschap.
Inclusief landschapsbestuur en wettelijke zelfbeschikking
Participatief landbeheer stond centraal in het langetermijnsucces van het project. Gemeenschappen werden betrokken bij de ontwikkeling en goedkeuring van wetteksten voor twee ecologische corridors (Nazinga en Nazinon), die in totaal 37.500 ha beslaan. Deze corridors verbinden kritieke biodiversiteitsgebieden opnieuw met elkaar en worden beheerd door de lokale bevolking. Traditionele en lokale autoriteiten, vrouwen en jongeren namen deel aan trainingen in landgebruikplanning en landschapsbeheer. Gemeenschappen hebben ook bijgedragen aan herstel- en beheerplannen voor 16.547 ha. Door de lokale juridische kennis te vergroten en technische begeleiding te bieden, zorgde het project ervoor dat het behoud van biodiversiteit, landgebruiksrechten en duurzame middelen van bestaan wettelijk werden beschermd. De institutionalisering van medebeheerde landschappen stelde gemeenschappen in staat om over te stappen van passieve begunstigden naar houders van rechten en rentmeesters.
Sleutelfactoren
- Platforms voor belanghebbenden maakten inclusieve dialoog en planning mogelijk.
- Wettelijke ondersteuning en erkenning door de overheid legitimeerden lokale beslissingen.
- Training over landrechten en lokaal bestuur versterkte de positie van de gemeenschappen.
- De betrokkenheid van traditionele leiders overbrugde het gewoonterecht en formele systemen.
- Betrokkenheid van de overheid zorgde voor opvolging en opschaling van door de gemeenschap geleide bestuurlijke innovaties.
Geleerde les
Het tot stand brengen van ecologische corridors door middel van participatief bestuur bevorderde het eigenaarschap van de gemeenschap en de wettelijke macht. Flexibiliteit in het onderbrengen van traditionele normen binnen formele structuren verbeterde de legitimiteit. Het opbouwen van vertrouwen en een voortdurende dialoog waren van cruciaal belang, met name wanneer het grondbezit gevoelig lag. Uitdagingen waren onder andere vertragingen in juridische processen en de behoefte aan voortdurende technische en juridische ondersteuning om beheerplannen te ondersteunen. Duidelijke rollen, inclusieve structuren en lokale voorvechters waren essentieel om de vaart erin te houden. Toekomstige inspanningen moeten financieringsstrategieën integreren om het beheer van de corridors op lange termijn en beleidsbeïnvloeding op nationaal niveau te ondersteunen.
Invloeden
Het project had belangrijke ecologische, sociale en economische gevolgen. Op milieugebied profiteerde meer dan 54.000 hectare van biodiversiteitsherstel, waaronder 16.547 hectare onder actieve landbeheerplannen met inheemse kruidachtige en houtachtige soorten. Twee belangrijke ecologische corridors van in totaal 37.500 ha werden wettelijk vastgelegd, waardoor de connectiviteit van habitats werd versterkt. Op sociaal gebied hebben 300.000 mensen (50% vrouwen, 50% jongeren) nieuwe kennis, technische vaardigheden en toegang tot besluitvorming gekregen. Meer dan 3.500 producenten verbeterden hun levensonderhoud en produceerden in de eerste cyclus 2.733,9 ton gewassen, andere bosproducten dan hout en honing. Op economisch vlak werden duurzame waardeketens versterkt rond lokale producten zoals soumbala, karitéboter en soja, wat de voedselzekerheid en het inkomen van de huishoudens verbeterde. De beschikbaarheid van medicinale planten werd verbeterd op 19 ha, wat bijdraagt aan lokale gezondheidssystemen. Coöperaties groeiden in functionaliteit, zichtbaarheid en genderinclusiviteit, terwijl de bestuurscapaciteiten van gemeenschappen zich uitbreidden in de herstelde landschappen.
Begunstigden
De 300.000 directe begunstigden waren boeren, vrouwencoöperaties, jongeren, traditionele genezers en gemeenschapsleiders. Lokale overheidsmedewerkers en voorlichters profiteerden ook van de capaciteitsopbouw en deelname aan landschapsplanningsprocessen.