Bestuursbeoordeling via participatief overleg
In februari 2014 werd een basisbeoordeling van het bestuur uitgevoerd op dorps-, dorpscluster-, districts- en provinciaal niveau om gegevens te verzamelen over het bestuur en beheer van het Hin Nam No NA tot nu toe. Deze participatieve oefening bood een platform om teleurstellingen en problemen te uiten en gaf ideeën over de richting en strategische visie van het Hin Nam No NA door verschillende belanghebbenden samen te brengen. De basisbeoordeling van het bestuur omvatte ook een oefening om de effectiviteit van het beheer en goed bestuur te meten op basis van een zelfbeoordelingsmethode ontwikkeld door het ASEAN Centre for Biodiversity (Mardiastuti et al. 2013) en een vragenlijst ontwikkeld door het Hin Nam No project en gebaseerd op bijlage 3 van de IUCN publicatie "Governance of Protected Areas" (Borrini-Feyerabend et al. 2013).
Persoonlijke dialoog. Creëren van gemeenschappelijk begrip en opbouwen van vertrouwen in bijeenkomsten tussen overheids- en niet-overheidsstakeholders. Solide, transparant en goed gedocumenteerd proces, dat niet kan worden genegeerd door lokale autoriteiten omdat er veel mensen en belanghebbenden bij betrokken zijn. Facilitering door neutrale facilitator die de partijen bij elkaar brengt. Sterk leiderschap door beleidsmakers op nationaal, provinciaal en districtsniveau.
De gebruikte methoden voor het meten van de effectiviteit van het management en goed bestuur zijn relatief eenvoudig en kosteneffectief en daarom geschikt voor jaarlijkse herhaling. De methodologie past goed in de Laotiaanse context. Discussies rond elke indicatorvraag zijn net zo valide als het uiteindelijke monitoringsresultaat. De methodologie van jaarlijkse zelfevaluaties in verschillende groepen is een eenvoudige manier van sociale monitoring waarbij kwalitatieve indicatoren kunnen worden gekwantificeerd en vergeleken in de tijd. De instrumenten zijn geschikt voor verdere actieplanning door eerst de gebieden te identificeren waar relatief gemakkelijk een verbetering kan worden bereikt. De beperkte middelen worden voornamelijk toegewezen aan deze gebieden in plaats van te focussen op gebieden waar het beschermde gebied een beperkt potentieel voor verandering heeft. De resultaten kunnen ook gemakkelijk worden gepresenteerd aan externe belanghebbenden om te proberen verbeteringen aan te brengen op gebieden die buiten de invloedssfeer van het parkmanagement liggen.