Intercropping is een planttechniek waarbij twee of meer gewassen tegelijkertijd op hetzelfde veld worden verbouwd. Intercropping zal resulteren in een hogere opbrengst omdat de planten de beschikbare ruimte en voedingsstoffen efficiënter gebruiken en elkaar helpen om zich te ontwikkelen. De geassocieerde gewassen moeten tot verschillende plantenfamilies behoren, zodat ze niet dezelfde plagen en ziekten delen en verschillende eisen stellen aan de vruchtbaarheid van de bodem en voedingsstoffen en deze uit verschillende horizonten van de bodem halen. Intercropping creëert biodiversiteit, wat nuttige en roofinsecten aantrekt. Als de bloei toeneemt, bevordert intercropping ook bestuivende insecten en dus de bijenteelt.
Er zijn drie basisclassificaties voor intercropping: a) gemengde teelten, waarbij verschillende compatibele planten samen worden geplant zonder vaste indeling (bijv. maïs samen geplant met bonen); b) rijteelten of alley cropping, waarbij verschillende gewassen naast elkaar in rijen worden geplant (bijv.c) tijdelijke intercropping, waarbij een langzaam groeiend gewas samen wordt geplant met een sneller groeiend gewas dat eerder wordt geoogst, zodat het langzaam groeiende gewas vervolgens het hele plantgebied in beslag kan nemen (bijv. aardappelen en pompoenen).
Intercropping verhoogt de diversiteit van de te oogsten producten en vermindert het risico op volledig verlies van de oogst door plagen en ziekten, aangezien deze normaal gastheerspecifiek zijn.
Intercropping houdt de vruchtbaarheid van de bodem op peil omdat voedingsstoffen niet eenzijdig worden uitgemergeld.
Intercropping verhoogt de biodiversiteit en trekt nuttige en roofinsecten aan.
Door gediversifieerde teelten wordt het bloeiseizoen verlengd, wat gunstig is voor de bijenteelt.
Boeren in Tadzjikistan hebben de neiging om gewassen te smal te planten, waardoor gewassen elkaar op een negatieve manier hinderen; de zwakkere worden onderdrukt, de oogst per plant is lager en gedeeltelijk, en het potentieel van intercropping wordt niet voldoende benut. Bij het intercroppen van soorten moet ervoor gezorgd worden dat elk van de betrokken soorten genoeg ruimte heeft om te groeien.
De waterbehoefte van de geassocieerde gewassen moet vergelijkbaar zijn om elk van de soorten van voldoende water te voorzien.
Boeren staan soms sceptisch tegenover intercropping, omdat ze beweren dat het moeilijk zal zijn om de producten van elkaar te scheiden, bijvoorbeeld haver en erwten. Daarom moeten geschikte mechanismen, zoals het gebruik van verschillende zeven voor het scheiden van de korrels, geïntroduceerd worden bij de boeren.