Interinstitutioneel bestuur op verschillende niveaus

Om PAMIC te creëren en te ontwikkelen, bundelden verschillende overheidsinstanties uit de milieusector hun krachten om een baanbrekend en innovatief project te ontwerpen: het Nationaal Instituut voor Ecologie en Klimaatverandering (INECC) coördineerde de bouw van de PAMIC-plannen; de Nationale Commissie voor Beschermde Natuurgebieden (CONANP) consolideerde het beheer en de uitvoering van het project binnen de Beschermde Natuurgebieden (ANP); en de Nationale Commissie voor Bosbouw (CONAFOR) implementeerde regelingen voor betalingen voor milieudiensten uit het biodiversiteitsfonds. Het Mexicaanse Fonds voor Natuurbehoud (FMSN) bracht zijn ervaring in het beheer van financieringsregelingen in. Alles bij elkaar creëerde dit twee extra fondsen om activiteiten en effecten te stimuleren. Bovendien omvatte de interinstitutionele coördinatie i) een technisch projectcomité dat toezicht hield op en leiding gaf aan C6; ii) een projectcoördinator per eenheid en iii) twee regionale projecteenheden die verantwoordelijk waren voor de dagelijkse coördinatie van technische en logistieke kwesties. Een dergelijke opzet is een essentieel aspect geweest dat heeft geleid tot grote vooruitgang op het gebied van ruimtelijke ordening ten behoeve van collectieve voordelen.

  • Zeer goede coördinatie tussen de instellingen, die allemaal een duidelijke visie hebben op het gebruik van verschillende financiële en beheersinstrumenten;
  • Voldoende financiële en institutionele middelen;
  • Ervaring en interesse van de betrokken instellingen;
  • Ervaring met de uitvoering van bestaande programma's, bijv. programma's voor sociale bijstand, subsidies, betalingen voor milieudiensten, enz.
  • Coördinatie-inspanningen hebben baat bij vormen van polycentrisch bestuur tussen niveaus en belanghebbenden. Deze vorm van bestuur wordt ondersteund door formele overeenkomsten tussen instellingen die op een transparante manier de spelregels vaststellen voor alle andere organisaties en belanghebbenden die bij het project betrokken zijn.
  • Formele institutionele overeenkomsten kunnen een planningsinstrument opleveren dat dynamisch is en de besluitvorming kan versterken, waardoor elke belanghebbende wordt geholpen om optimaal gebruik te maken van de verschillende planningselementen voor het beheer van landgebruik.
  • Het vertrouwen van de belangrijkste instellingen in de planningsprocessen voor landgebruik op lokale schaal is zichtbaar toegenomen. Dit blijkt uit de verbeterde besluitvorming en het gebruik van programmamiddelen.