Beleid en beheer koppelen aan de Werelderfgoedconventie en de Uitstekende Universele Waarde
Het doel is om Werelderfgoedspecifieke criteria en waarden toe te voegen als aanvulling op het bestaande natuurbeschermingsbeheer, en zo te benadrukken dat de aanwijzing als Werelderfgoed de hoogste internationale erkenning is voor een natuurgebied.
De Operationele Richtlijnen voor de implementatie van de Werelderfgoedconventie (§ 111) stellen dat een adaptieve managementcyclus van planning, implementatie, monitoring, evaluatie en feedback tot de elementen van effectief management behoort. In het SIMP-ontwikkelingsproces worden de bestaande TWSC managementinstrumenten (activiteiten, beleid, plannen en strategieën) georganiseerd en gevisualiseerd in de corresponderende fasen van de adaptieve managementcyclus (zie grafiek).
Om bestaande en potentiële positieve en negatieve effecten op de Outstanding Universal Value (OUV) van het werelderfgoed Waddenzee te beoordelen, zijn tien kernwaarden geïdentificeerd uit de drie criteria waaraan de Waddenzee voldoet (methode gebruikt in de Climate Vulnerability Index). Een snelle beoordeling door deskundigen van de positieve en negatieve effecten van de SIMP-kernthema's op elk van de tien OUV-kernwaarden ondersteunde de discussies over mogelijke beheeractiviteiten (zie grafiek).
In 2021 werd een op indexen gebaseerde snelle beoordeling van de kwetsbaarheid voor klimaatverandering (Climate Vulnerability Index -CVI) uitgevoerd aan de hand van de OUV-kernwaarden.
Het Werelderfgoedverdrag beschrijft de plichten van de verdragsluitende staten, hun rol bij de bescherming en het behoud van de sites en biedt operationele richtlijnen voor de uitvoering van het verdrag.
De TWSC is in 1978 opgericht als instrument voor samenwerking en coördinatie op het gebied van natuurbehoud. Denemarken, Duitsland en Nederland hebben onafhankelijk van elkaar en gezamenlijk een uitgebreid beheersysteem opgezet waarin de belangrijkste aspecten aan bod komen.