Participatief onderzoek om lokale milieuproblemen te identificeren

De eerste stap bestaat uit het identificeren van lokale milieuproblemen op gemeenschapsniveau, zoals watertekorten, afnemende graasgebieden, voedselschaarste, bodemerosie, aardverschuivingen of overstromingen. NACOFA verzamelt de inbreng van de gemeenschap over mogelijke oplossingen en onderzoekt het verband tussen deze uitdagingen en bos- of milieudegradatie.

Vervolgens bestudeert NACOFA de bestaande wetten en het bestaande beleid om deze problemen aan te pakken, eventuele hiaten op te sporen en te bepalen of een betere uitvoering of handhaving nodig is. Dit proces stelt NACOFA in staat om de verantwoordelijke overheidsinstellingen, sleutelfunctionarissen, maatschappelijke organisaties, partners en gemeenschapsgroepen aan te wijzen om mee samen te werken.

  • Duidelijk begrip van het lokale of nationale probleem en de invloed ervan op mens en milieu.
  • Het welzijn van de gemeenschap en het milieu centraal stellen in de onderzoeksaanpak.
  • Samenwerken met lokale leiders om volledige deelname van de gemeenschap te garanderen.
  • Samenwerken met onderzoeksorganisaties om aan te sluiten bij het huidige onderzoeksbeleid.
  • Deze aanpak bevordert goed geïnformeerde beleidsontwikkeling waarbij de behoeften van de gemeenschap centraal staan.
  • Brede betrokkenheid van belanghebbenden is cruciaal voor het succes van beleidsbeïnvloeding en vergroot de verantwoordingsplicht van de overheid bij het leveren van diensten.
  • Eigen inbreng van de gemeenschap in het proces is van vitaal belang en leidt tot een hogere participatie en succes op de lange termijn.
Landschapsbeoordeling voor het succes van soorten

Het doel van deze bouwsteen is om grondige landschapsbeoordelingen uit te voeren op land dat eigendom is van hogescholen en universiteiten. Door de milieuomstandigheden te evalueren, kunnen we bepalen welke soorten het best gedijen in deze gebieden. Dit zorgvuldige selectieproces zorgt voor hogere slagingspercentages bij aanplant en draagt bij aan duurzamere natuurbeschermingsinspanningen. De landschapsbeoordeling dient als basis voor effectieve plantstrategieën, waarbij de soortenselectie wordt afgestemd op de specifieke ecologische kenmerken van het land, wat uiteindelijk leidt tot veerkrachtigere ecosystemen.

Sleutelfactoren voor succes zijn onder andere een sterke technische expertise op milieugebied binnen het team en het benutten van onze partnerschappen met universiteiten om toegang te krijgen tot het land voor beoordeling. Deze partnerschappen bieden de nodige ondersteuning en middelen om uitgebreide evaluaties uit te voeren en ervoor te zorgen dat de geselecteerde soorten goed passen bij de specifieke omstandigheden van elke locatie, wat cruciaal is voor het succes van de aanplant op de lange termijn.

Een van de belangrijkste lessen die we hebben geleerd is dat niet alle boomsoorten in dezelfde regio kunnen gedijen. Het uitvoeren van landinventarisaties is essentieel om de unieke milieuomstandigheden van elk gebied te begrijpen. Met deze kennis kunnen we soorten selecteren die meer kans van slagen hebben, waardoor de algehele effectiviteit van onze aanplantinspanningen verbetert. Door soorten af te stemmen op hun ideale habitat, vergroten we de duurzaamheid en impact van onze natuurbeschermingsinitiatieven.

Bewustmaking van de gemeenschap over milieukwesties

Deze bouwsteen richt zich op directe betrokkenheid bij de lokale gemeenschappen door middel van persoonlijke interacties en bezoeken aan elk bosblok. We werkten nauw samen met de gemeenschap om de impact van bosdegradatie op de landbouw, het levensonderhoud en de natuurlijke omgeving te bespreken. Bezoeken ter plaatse zorgden voor een diepgaand begrip van de problemen en zorgden ervoor dat de gemeenschap zich achter het programma schaarde. Deze inspanningen werden uitgevoerd in samenwerking met de Kenya Forest Service (KFS), die een sleutelrol speelde bij het valideren en ondersteunen van het initiatief.

  • De aanwezigheid van KFS voegde een belangrijke waarde toe aan de inspanningen, vooral met de introductie van nieuwe bosbouwwetten. Het stelde de gemeenschap gerust dat ze hun land mede konden beheren, waardoor hun levensstandaard verbeterde. De betrokkenheid van KFS zorgde voor een gevoel van eigenaarschap en legitimiteit, wat de deelname van de gemeenschap motiveerde.
  • Communicatie in de lokale moedertaal zorgde voor snellere toegang tot informatie, beter begrip en een effectievere uitvoering van initiatieven door de gemeenschap.
  • Het afstemmen van directe communicatie op de specifieke behoeften van de lokale gemeenschap was van vitaal belang voor een succesvolle sensibilisering en betrokkenheid van de gemeenschap.
  • Sensibilisatie is een continu proces. Regelmatige bijeenkomsten en voortdurende communicatie zijn essentieel voor het onderhouden van een open dialoog met lokale actoren. Omdat beleid en wetgeving voortdurend veranderen, is het belangrijk om de gemeenschap regelmatig te betrekken en bij te praten.
  • Het koppelen van partners zoals overheidsinstanties, gemeenschappen en maatschappelijke organisaties om lokale kwesties aan te pakken vergroot het succes van de programma's.
  • De overgang van nationaal naar provinciaal beheer van land en herstelinspanningen kan uitdagingen met zich meebrengen, vooral op het gebied van hulpbronnenbeheer. De complexiteit van het werken op verschillende bestuursniveaus kan gevolgen hebben voor het beheer van hulpbronnen en de uitvoering van programma's.
  • Deze bouwsteen biedt een kans om gemeenschappen in staat te stellen hun land in eigendom te nemen en milieukwesties direct aan te pakken, waardoor een gevoel van verantwoordelijkheid en rentmeesterschap ontstaat.
Inclusief en participatief onderzoek

De gemeenschap werd rechtstreeks bij dit onderzoek betrokken om een duidelijk beeld te krijgen van de gevolgen voor hen.

NACOFA en WWF-Kenya onderkenden de bezorgdheid van de gemeenschap, de provinciale overheid en de tuinbouwindustrie over de verminderde doorstroming van de rivier en de watertoevoer naar het meer, waardoor hun investeringen en levensonderhoud werden bedreigd. In samenwerking met Water Resource User Associations (WRUA's) in de regio werd een onderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat de hoofdoorzaak van het probleem de aantasting van bossen en landschappen was, samen met slechte landbouwpraktijken in oevergebieden.

  • Dankzij onze sterke relatie met WWF Kenia konden we hun diepgaande kennis van lokale kwesties in ons onderzoek integreren, waarbij we voortbouwden op bestaande kennis in plaats van vanaf nul te beginnen.
  • Sterke relaties en netwerken met de lokale overheid en CFA's hielpen ons om een beter inzicht te krijgen in de problemen en maakten een betere toegang tot de lokale gemeenschappen mogelijk, waardoor een meer participatieve aanpak in ons onderzoek mogelijk werd.
  • Door de bestaansmiddelen te verbeteren door middel van herstelprogramma's vonden we het makkelijker om meer jongeren bij ons onderzoek te betrekken, omdat zij al direct van deze projecten hadden geprofiteerd.
  • Het was eenvoudiger om de regering en de Kenya Forestry Service te overtuigen, omdat zij al eerder de voordelen van onze initiatieven hadden gezien.
  • We kregen meer inzicht in de inheemse boomsoorten die veerkrachtiger zijn en sneller groeien in dit specifieke ecosysteem.
Capaciteitsopbouw om het gebruik van de TREEO App te verbeteren

Het TREEO SaaS product vergroot de vaardigheden, kennis en vaardigheden van onze gebruikers, zodat ze de functies van de app effectief kunnen gebruiken voor boommonitoring en koolstofvastlegging. We streven ernaar dat gebruikers het potentieel van de app kunnen maximaliseren, wat leidt tot nauwkeurigere gegevensverzameling, beter projectmanagement en uiteindelijk meer succesvolle herbebossingsprojecten.

Het maakt gebruikers ook mondiger, vergroot de transparantie van projecten en ondersteunt de schaalbaarheid en duurzaamheid van herbebossingsinspanningen. We doen dit door middel van training, handleidingen en gidsen die praktische ervaring en gedetailleerde documentatie bieden. Voortdurende ondersteuning via een toegewijd klantenserviceteam en veelgestelde vragen.

  • Specialisten in huis: helpen de dagelijkse uitdagingen op afstand en ook onmiddellijk ter plaatse op te lossen
  • Offline technologie die toegang in afgelegen gebieden ondersteunt: de meeste plantlocaties bevinden zich op afstand en daarom kan het wifi-signaal in die gebieden zwak zijn. Onze app zorgt ervoor dat alle gegevens zelfs offline worden verzameld
  • Voortdurende ondersteuning en klantenservice: we geven trainingen over de implementatie van de tool; hoe de technologie te gebruiken voor alle use cases (landmeting, projectbeheer, rapportage, exporteren van gegevens, enz.
  • Gebruiksvriendelijke interface (TREEO App) - plus in-app training: Omdat we begrijpen dat sommige van onze app-gebruikers analfabeet zijn, hebben we de app zo ontworpen dat hij zichzelf uitlegt en wordt ondersteund door trainingshandleidingen en visuele hulpmiddelen.
  • Door TREEO App als SaaS-product aan te bieden, hebben we feedback van gebruikers verzameld, waardoor we verbeterpunten hebben kunnen identificeren. Daarom houden we bij elke update rekening met de feedback van gebruikers om de app gebruiksvriendelijker te maken.
  • We communiceren duidelijk en transparant met onze verschillende klanten over updates, nieuwe functies en best practices. Hierdoor weten ze hoe ze de TREEO app moeten gebruiken, wat leidt tot een beter gebruik van ons productaanbod.
  • Onze capaciteitsopbouw bevordert milieubeheer en motiveert de lokale bevolking om actief deel te nemen aan klimaatactie - een "bijkomend voordeel" van dergelijke projecten.
  • Het opzetten van het Klanten succesteam om zowel op afstand als op locatie on-demand training te geven.
  • Om een volledig begrip te garanderen, gebruikt ons trainingsteam de lokale talen van het gebied in hun sessies met boeren.
Due diligence herbebossingsproject

Het TREEO SaaS-product biedt projectuitvoerders hulpmiddelen om hun due diligence-proces voor hun boomplantprojecten uit te voeren en geeft inzicht in de levensvatbaarheid van het project en of het project voldoet aan de beoogde normen en doelen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de volgende instrumenten:

  • Landmeting: wijst de geografische grenzen van boomplantprojectgebieden (of percelen) aan.
  • App is geconfigureerd voor afgelegen locaties zonder signaal
  • Ingebouwde vragenlijsten moeten helpen om uit te zoeken of de projecten geschikt zijn voor het gebruik van de app
  • Gepersonaliseerde onboarding helpt projectuitvoerders om de hele TREEO technologie correct te gebruiken
  • Go & No-go zone: toont de beplantbare en niet-beplantbare gebieden
  • Datavalidatie: validatie van monitoringgegevens om de naleving van het project te garanderen
  • Satellietverificatie: een extra laag van gegevensvalidatie en historische controles van bodembedekking en landgebruik.

Dit biedt een reproduceerbare oplossing voor het verzamelen van landmeetkundige gegevens en de juiste locatieselectie. De TREEO App is ontworpen als een offline app die zelfs in afgelegen gebieden zonder internetverbinding werkt (de gegevens worden geüpload bij de eerstvolgende mogelijke verbinding).

  • Gevestigde technologie: De TREEO-technologie is volledig operationeel en is de afgelopen twee jaar getest en voortdurend gebruikt bij het monitoren door onze boomplantpartners.
  • Open toegang tot aardobservatiegegevens: De geschiktheid en afbakening van plantlocaties worden bepaald met behulp van vrij toegankelijke aardobservatiegegevens (EO).
  • Marktvraag naar betrouwbare gegevens: De huidige marktvraag naar betrouwbare gegevens over boomaanplantactiviteiten geeft partners een betere controle over aanplanthoeveelheden, sterftecijfers en biedt een instrument om hun aanplantinspanningen publiekelijk te verifiëren.
  • Go/No-Go Zones: we kwamen in het project land tegen dat niet geschikt was voor beplanting, daarom was het belangrijk om de go-zone functie te implementeren.
  • Technologie: vereenvoudig het UX-ontwerp om de technische optiek in plattelandsgemeenschappen te vergemakkelijken
  • Landmeting: geef trainingen aan boeren om de kwaliteit van de landmeting te verbeteren
Planning en eerste stappen

Oprichting van multistakeholderplatforms (MSP)

Het aanpakken van IUU-praktijken in de ambachtelijke visserij vereist een gecoördineerde aanpak tussen verschillende belanghebbenden in de visserijsector en omvat een verscheidenheid aan strategieën en acties. De basis van deze aanpak is de oprichting van multistakeholderplatforms (MSP) die overheidsinstellingen, de privésector en het maatschappelijk middenveld samenbrengen om samen te werken en een wettelijk kader voor duurzaam visserijbeheer te ontwikkelen. Hierbij zijn ook vissers en leden van de gemeenschap, met name vrouwen, betrokken. Met betrekking tot de zeevisserij moet rekening worden gehouden met het belang van transregionale dialoog en overeenkomsten, vanwege de onderlinge verbondenheid van het mariene milieu. MSP's moedigen een geïntegreerde aanpak van bestuur aan, aangezien ze ervoor zorgen dat alle soorten perspectieven in aanmerking worden genomen en dat de beheerstrategieën doeltreffend en voordelig zijn voor alle betrokkenen. Regelmatige bijeenkomsten van de MSP's versterken de uitwisseling tussen de verschillende actoren.

Basisgegevens

De volgende stap is het verzamelen en beheren van nauwkeurige basisgegevens, die cruciaal zijn voor het begrijpen van de omvang van het probleem en voor het monitoren van de vooruitgang. Lokale onderzoeksinstituten kunnen al gegevens verzamelen over vangst- en bestandsschattingen en hun rol is van vitaal belang voor een duurzaam beheer van visbestanden. Ze zijn echter vaak onvoldoende uitgerust, hebben te weinig personeel en hebben aanvankelijk capaciteitsopbouw en investeringen nodig. Het ondersteunen van deze instellingen met technische apparatuur en methodologische training zal ook zorgen voor betere en transparantere vangstbeoordelingen tijdens en na de projectimplementaties. Tijdens deze eerste fase is het erkennen van traditionele kennis cruciaal om de geschiedenis van de lokale visserij te begrijpen.

In kaart brengen, behoeften beoordelen en gegevens verzamelen

Er werden grondige evaluaties uitgevoerd om hotspots van conflicten tussen mens en wild te identificeren en ervoor te zorgen dat het project de meest kritieke gebieden zou aanpakken. Hiervoor werden kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzameld om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen over de plaatsing van afrasteringen en andere interventies. GIS-kartering, enquêtes en interviews werden gebruikt om inzicht te krijgen in de huidige patronen van landgebruik, de corridors voor wilde dieren en de gebieden waar vaak HWC voorkomt. Er werden ook enquêtes gehouden onder huishoudens om bedreigingen, vernieling van gewassen en eigendommen en de hoeveelheid oogst die boeren kregen vast te stellen. De resultaten van de behoeftenbeoordeling werden voorgelegd aan de Kamungi Board, die deze informatie gebruikte om drie uiteindelijke begunstigden van het 10%-omheiningsplan te selecteren. Hun beslissing werd vervolgens doorgegeven tijdens een openbare gemeenschapsbijeenkomst, waar de aanwezige leden hun goedkeuring gaven aan de geïdentificeerde begunstigden.

  • GIS-kartering: Geografische Informatiesystemen (GIS) werden gebruikt om de huidige patronen van landgebruik, de corridors voor wilde dieren en de gebieden waar vaak HWC voorkomt in kaart te brengen. Deze technologie leverde gedetailleerde ruimtelijke gegevens op die cruciaal waren voor het effectief plannen en implementeren van het 10%-omheiningsplan.
  • Enquêtes en interviews: Er werden gestructureerde enquêtes en interviews met leden van de gemeenschap gehouden om gegevens te verzamelen over HWC-incidenten, economische verliezen, behoeften van de gemeenschap en de hoeveelheid oogst die boeren kregen. Deze aanpak zorgde ervoor dat het project gebaseerd was op de werkelijke ervaringen en behoeften van de getroffen gemeenschappen.
  • Analyse van historische gegevens: Historische gegevens over incidenten met mensenhandel werden bekeken om trends te identificeren en toekomstige conflictgebieden te voorspellen. Deze analyse hielp om langetermijnpatronen te begrijpen en proactieve maatregelen voor te bereiden.
  • Betrokkenheid van de gemeenschap: Leden van de lokale gemeenschap werden betrokken bij het verzamelen van gegevens, wat hielp bij het opbouwen van vertrouwen en ervoor zorgde dat de verzamelde gegevens volledig en accuraat waren.
  • Integratie van technologie: Er werd gebruik gemaakt van geavanceerde tools en software voor gegevensverzameling (kobotoolbox) om het verzamelen en analyseren van gegevens te stroomlijnen, wat de efficiëntie en nauwkeurigheid ten goede kwam.
  • Betrokkenheid van het bestuur: Het bestuur van Kamungi beoordeelde de resultaten van de behoeftenevaluatie en selecteerde drie uiteindelijke begunstigden van het 10%-omheiningsplan. Dit zorgde ervoor dat de beslissingen werden genomen door betrouwbare lokale autoriteiten.
  • Publieke participatie: De selectie van begunstigden werd bekrachtigd tijdens een gemeenschapsbijeenkomst, wat zorgde voor transparantie en betrokkenheid van de gemeenschap.
  • Nauwkeurige gegevensverzameling en kartering waren cruciaal om interventies effectief te kunnen richten.
  • De inbreng van de gemeenschap verschafte waardevolle inzichten in de lokale uitdagingen en behoeften en zorgde ervoor dat het project responsief en relevant was.
  • Het betrekken van leden van de lokale gemeenschap bij het verzamelen van gegevens bevorderde het eigenaarschap en verhoogde de nauwkeurigheid van de verzamelde informatie.
  • Het gebruik van technologie verbeterde de efficiëntie en nauwkeurigheid van de gegevensverzameling en analyseprocessen.
  • Het regelmatig bijwerken van het in kaart brengen en verzamelen van gegevens zorgde ervoor dat interventies konden worden aangepast aan veranderende omstandigheden, waardoor ze relevant bleven en effect bleven hebben.
  • De analyse van historische gegevens bood een belangrijke context en hielp bij het voorspellen van toekomstige conflictgebieden, waardoor proactieve planning mogelijk werd.
  • Effectieve communicatie van gegevens en bevindingen naar de gemeenschap en belanghebbenden bouwde vertrouwen op en vergemakkelijkte betere besluitvorming.
  • Voortdurend leren en aanpassen op basis van gegevensanalyse maakte voortdurende verbetering van interventiestrategieën mogelijk.
  • De betrokkenheid van de Kamungi Board bij het selectieproces van de begunstigden zorgde ervoor dat de beslissingen werden genomen door lokale autoriteiten die vertrouwen genieten.
  • De deelname van het publiek aan de goedkeuring van de begunstigden zorgde voor vertrouwen in de gemeenschap en steun voor het project.
Methodologie

Sembrando Ciudades heeft twee hoofdcomponenten, het technische proces en het participatieve proces met de gemeenschap, waarvoor elk van de adviesteams expertise heeft op een van de twee gebieden, en gecombineerd was het mogelijk om de reikwijdte en impact te maximaliseren. Voor de meer technische component ontwikkelde het REVIVE-team een reeks strategieën en lokale acties voor het behoud, de verbetering en uitbreiding van stedelijke bomen en groene infrastructuur, waardoor een ruimtelijk en operationeel instrumentarium ontstond om geïnformeerde besluitvorming over stedelijke vergroeningsbehoeften te bevorderen. Colectivo Tomate leidde de participatieve processen door de constructie van een gemeenschapsmodel te bevorderen door middel van meerdere activiteiten op het gebied van milieubewustzijn en geïntegreerd risicobeheer, waardoor inwoners in staat werden gesteld om de huidige uitdagingen het hoofd te bieden en zich de demonstratieve oplossing ter bevordering van klimaatadaptatie in de openbare ruimte konden toe-eigenen.

Tijdens het werk met elke stad waren er verschillende stadia, afhankelijk van het type activiteiten dat werd uitgevoerd:

  • Vooraf

Eerste kennismaking met de lokale ambtenaren, bevolking en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij elke stad, om de visie en het doel van het project te presenteren en een communicatienetwerk te genereren om de logistiek van de implementatie van alle uit te voeren activiteiten te ondersteunen.

Ruimtelijke diagnose van de geselecteerde locatie in termen van onder andere stadsbomen, vervuilingsindices en hitte-eilanden, evenals een persoonlijke analyse van de locatie om de haalbaarheid van de implementatie in lijn met de doelstellingen van het initiatief te bepalen.

  • Bewustwording

Bijeenkomsten met de gemeenschap rondom de implementatielocatie waar het veldteam zichzelf presenteert en het doel van het project uitlegt. Met behulp van een sociaal-artistieke methodologie worden ruimtes gecreëerd om de mensen te ontmoeten en met hen in dialoog te gaan om hun behoeften te leren kennen en zo te beginnen met het opbouwen van een gezamenlijk voorstel dat voldoende is om een demonstratieve actie in de openbare ruimte uit te voeren die aan de lokale behoeften voldoet.

  • Socialisatie en training

Capaciteitsopbouw voor de gemeenschap en lokale functionarissen, door middel van bewustmaking en socialisatie van essentiële concepten om de klimaatcrisis aan te pakken.

  • Implementatie

Installatie van demonstratieve acties die klimaatadaptatie bevorderen en inspelen op lokale behoeften, het bevorderen van ecologische en sociale connectiviteit in het gebied, evenals kleurrijke interventies door middel van muurschilderingen en vloerverf om de bewoonbaarheid en het plezier van de ruimte door kinderen en buren te bevorderen.

  • Afsluiting

Herdenkingsruimte voor de oplevering van de resultaten van het project, met erkenning van alle betrokken hoofdrolspelers en de deelname van de gemeenschap.

Continuïteit in samenwerking
  • Onze transnationale samenwerking was grotendeels gebaseerd op persoonlijke contacten en grotere inspanningen waren afhankelijk van externe financiering. Het werk voor het opstellen van het gezamenlijk beheerplan heeft ons in staat gesteld om de transnationale samenwerking te structureren en formaliseren. Al deze maatregelen zullen bijdragen aan een duurzamere samenwerking op de lange termijn die niet meer zo afhankelijk is van persoonlijke contacten.
  • We hebben nu een betere uitleg van de taken en organisatie van de transnationale samenwerkingsgroep en we hebben ook alle gemeenten in het gebied in de groep opgenomen.
  • Een panel van deskundigen zal helpen bij managementvragen over de bescherming van werelderfgoedwaarden en waardevolle input geven aan zowel de sitebeheerders als de transnationale samenwerkingsgroep.
  • Personeel van verschillende niveaus van de managementautoriteiten in beide landen zal regelmatig bijeenkomen en dit is opgenomen in het managementplan.

De transnationale samenwerkingsgroep heeft afgesproken om vaker bijeen te komen tijdens het werken aan het beheerplan. We hebben veel discussies en workshops gehad over de missie en statuten van de groep, en we hebben het transnationale beheer ook besproken met organisaties die er niet direct bij betrokken zijn. Transnationale samenwerking moet belangrijk zijn voor de betrokken organisaties en er moet een wil zijn om erin te investeren.

  • Dit soort werk kost tijd. Door de samenwerking in de loop van de tijd op te bouwen, is het mogelijk om van elkaar te leren en samen uitdagingen op te lossen.
  • Samenwerking kan erg kwetsbaar zijn als het gebaseerd is op specifieke personen en persoonlijke connecties, bijvoorbeeld wanneer personen in onze samenwerkingsgroep zijn veranderd en een nieuwe vertegenwoordiger van dezelfde organisatie niet de kans heeft gehad om te leren over het werk van hun voorgangers. Daarom is het belangrijk om routines te vormen voor kennisoverdracht binnen de betrokken organisaties.
  • Een andere uitdaging is om het juiste niveau van vertegenwoordiging te vinden, om personen betrokken te krijgen die zowel kennis als beslissingsrecht hebben. Wanneer er veel verschillende organisaties bij betrokken zijn, is het niet altijd mogelijk om consensus te bereiken over verschillende zaken, maar de kracht van de samenwerking zit in de discussies en in het stellen van vragen.
  • Een ander deel van het succes is dat al het werk met het beheerplan (behalve het CVI-project) werd gedaan als onderdeel van ons reguliere werk. Alles wat we hebben geleerd, blijft in de organisaties hangen zonder dat er projectmedewerkers voor korte tijd aan hebben deelgenomen. Het heeft lang geduurd, maar het was het waard.