Geïntegreerd waterbeheer in het Sebeya stroomgebied in Rwanda
Het Sebeya stroomgebied in West-Rwanda, ooit geteisterd door terugkerende overstromingen, erosie en aardverschuivingen, werd getransformeerd door het project "Embedding Integrated Water Resources Management in Rwanda (EWMR)". Onder leiding van de Rwanda Water Resources Board en partners paste het project Nature-based Solutions (NbS) toe om 7.700 hectare te herstellen met behulp van terrassen, greppels, bescherming van de rivieroevers en bebossing. De aanpak combineerde landherstel met innovatieve financiering, waardeketens en inclusieve planning. Er werden meer dan 35.000 groene banen gecreëerd, naast een verbeterde gezondheid van de bodem, aanvulling van watervoerende lagen, landbouwproductiviteit en bestaansmiddelen. Door gemeenschapsgestuurde planning van landgebruik te integreren in het bestuur op districtsniveau legde het project de basis voor veerkracht en schaalbaarheid op de lange termijn.
Context
Uitdagingen
Het Sebeya stroomgebied had te kampen met ernstige aantasting van het milieu: ontbossing, bodemerosie, overstromingen en aardverschuivingen als gevolg van steile hellingen en hevige regenval. Op sociaal gebied hadden de gemeenschappen geen toegang tot schoon water, duurzame middelen van bestaan en inclusieve planningsmechanismen. Op economisch gebied had de landbouw, die meer dan 74% van het land besloeg, te lijden onder de lage productiviteit als gevolg van de slechte gezondheid van de bodem, wat leidde tot armoede en voedselonzekerheid. Het project pakte deze onderling samenhangende uitdagingen aan door middel van geïntegreerd herstel, verbeterd water- en bodembeheer, mobilisatie van gemeenschappen en op de natuur gebaseerde infrastructuur. Het pakte ook de zwakke institutionele coördinatie aan door participatieve planning van landgebruik in te bedden in formele districtbestuurssystemen.
Locatie
Proces
Samenvatting van het proces
Het project begon met het betrekken van gemeenschappen bij de ontwikkeling van VLUAP om lokale behoeften vast te stellen en interventies te plannen. Restauratietechnieken werden geselecteerd op basis van topografie, bodemgesteldheid en inbreng van de gemeenschap. De uitvoering werd gecoördineerd tussen overheidsinstanties en partners, terwijl steun voor levensonderhoud, waaronder vee, watertanks, moestuinen en verbeterde kooktoestellen, de ecologische doelen aanvulde. Innovaties op het gebied van financiering, zoals VSLA's en Community Environmental Conservation Funds, ondersteunden de veerkracht. Er werd toezicht gehouden op de gezondheid van de bodem en de biodiversiteit om de impact te evalueren en de resultaten werden gebruikt voor adaptieve planning. Alle onderdelen waren onderling verbonden, waarbij participatief bestuur de oplossing verankerde.
Bouwstenen
Herstel van aangetast land met op de natuur gebaseerde oplossingen
Landdegradatie in Sebeya werd aangepakt door 7.700 hectare te herstellen met terrassen (zowel radicaal als progressief), bebossing, greppels in bossen en theeplantages, behandeling van ravijnen en bescherming van rivieroevers. Deze ingrepen stabiliseerden de bodem, verminderden de afvloeiing, verbeterden de infiltratie en beperkten het risico op aardverschuivingen en overstromingen. Herstelactiviteiten werden afgestemd op agro-ecologische zones en gekoppeld aan productiviteitsverbeteringen. Bebossing en de aanplant van fruitbomen droegen bij aan erosiebeheersing en diversificatie van inkomsten.
Sleutelfactoren
Het succes van de herstelactiviteiten werd mogelijk gemaakt door een combinatie van sterke institutionele samenwerking en een goed gefinancierd implementatiekader met meerdere belanghebbenden. Financiering van de Nederlandse ambassade zorgde voor financiële stabiliteit en flexibiliteit om de restauratie-interventies op te schalen. Technische en organisatorische steun van RWB, IUCN, SNV en RWARRI zorgde ervoor dat wetenschappelijk onderbouwde en aan de gemeenschap aangepaste technieken werden toegepast. Cruciaal is dat de betrokkenheid van de lokale gemeenschappen vanaf het begin de eigen inbreng bevorderde en het gezamenlijke ontwerp van interventies vergemakkelijkte. De integratie in planningsprocessen van lokale overheden via District Imihigo zorgde voor politieke betrokkenheid en afstemming op lange termijn met regionale ontwikkelingsdoelen. Tot slot maakte de technische capaciteit van de nationale landbouw- en milieu-instellingen monitoring en adaptief beheer tijdens de implementatie mogelijk.
Geleerde les
Lokaal eigenaarschap en co-ontwerp door de gemeenschap waren cruciaal voor een duurzaam effect. Het gebruik van lokaal geschikte hersteltechnieken zorgde voor effectiviteit. Extreme regenval blijft echter een uitdaging voor de duurzaamheid van interventies. Toekomstige inspanningen moeten rampenrisicobeheer en klimaatbestendige infrastructuur integreren. Agro-ecologische zonering en adaptief beheer op basis van bodem- en waterevaluaties waren belangrijke succesfactoren. Een van de uitdagingen was de beperkte capaciteit voor onderhoud na afloop van het project, wat de behoefte aan betrokkenheid van de lokale overheid en doorlopende financieringsmechanismen onderstreept.
Dorpsgerichte actieplanning voor landgebruik (VLUAP's)
In 200 dorpen werden VLUAP's ontwikkeld door middel van participatieve processen waarbij vrouwen, jongeren, inheemse volken, landbouwbedrijven, NGO's en kerken betrokken waren. De plannen identificeerden prioriteiten op het gebied van landgebruik en herstelbehoeften en werden geïntegreerd in jaarplannen en begrotingen op districtsniveau. Deze afstemming op het Imihigo-prestatiesysteem van het district zorgde voor lokale verantwoordingsplicht en institutionele steun op de lange termijn.
Sleutelfactoren
Het institutionele kader van het decentralisatiebeleid van Rwanda maakte een effectieve integratie van lokale landinrichtingsplannen in de prestatiecontracten van de districten mogelijk, wat zowel legitimiteit als afdwingbaarheid verschafte. RWARRI en IUCN speelden een belangrijke rol bij het faciliteren van de betrokkenheid van alle belanghebbenden en zorgden ervoor dat alle groepen, inclusief gemarginaliseerde gemeenschappen, een stem hadden in de planning. Sterk lokaal leiderschap hielp de vaart erin te houden en bevorderde de transparantie tijdens het hele VLUAP-proces. Technische begeleiding van landbouw- (RAB, MINAGRI) en milieu-instanties (RWB, REMA) zorgde ervoor dat de voorgestelde vormen van landgebruik haalbaar waren. Voortdurende dialoog, ondersteund door vertrouwen en wederzijds respect, creëerde een positieve omgeving voor samenwerking en verantwoording op overheids- en gemeenschapsniveau.
Geleerde les
Participatie zorgt voor legitimiteit, maar vereist tijd, capaciteitsopbouw en voortdurende facilitering. De integratie van gemarginaliseerde groepen vergrootte de rechtvaardigheid en versterkte de sociale cohesie. Uitdagingen waren onder andere het managen van uiteenlopende verwachtingen en het afstemmen van technische interventies op de prioriteiten van de gemeenschap. De inbedding van VLUAP's in bestuurskaders zorgde voor continuïteit buiten de projecttijdlijnen.
Invloeden
Het EWMR-project heeft aanzienlijke ecologische, economische en sociale voordelen opgeleverd. Het heeft 7.700 hectare hersteld, de bodem gezonder gemaakt en de biodiversiteit vergroot. De organische koolstof en stikstof in de bodem nam toe in zowel de Nyundo- als de Kanama-sector, met een lagere zuurgraad en verbeterde C:N-verhoudingen. De diversiteit van ongewervelden nam toe, met hogere Shannon indices in de interventiezones. Meer dan 35.000 groene banen werden gecreëerd door herstel en ondersteuning van levensonderhoud. De distributie van 758 regenwateropvangtanks verbeterde de waterzekerheid en verminderde erosie. 328 veestapels, 3.563 verbeterde kooktoestellen en 350.000 fruitbomen verhoogden de veerkracht van de huishoudens en verminderden de druk op het bos. De oprichting van 331 VSLA's en CECF's zorgde voor financiële inclusie. Het risico op rampen nam af door verbeterde waterinfiltratie en verminderde afspoeling, en het lokale bestuur werd versterkt door de planning van landgebruik te verankeren in officiële begrotingen en monitoringsystemen.
Begunstigden
Lokale boeren, jongeren, vrouwen, inheemse gemeenschappen, districtplanners en ketenpartijen