Opschaling en integratie in ontwikkelingsplan

Na de succesvolle pilot in het dorp Matondoni was er veel vraag naar en acceptatie van de ICS, waarbij naburige dorpen en organisaties ondersteuning zochten. Als onderdeel van de schaalvergroting werden 41 fornuizen gebouwd in het dorp Pate, inclusief de Pate Primary School, waarbij 13 extra cursisten betrokken waren.

Verder heeft het provinciebestuur van Lamu samengewerkt met Wetlands International om bij wijze van proef 10 fornuizen te installeren in vijf wijken. Dit initiatief sluit aan bij het Geïntegreerd Ontwikkelingsplan 2023-2027 van het district, waarin het belang van fornuizen voor het verbeteren van de energie-efficiëntie wordt benadrukt. In totaal profiteren 3.010 mensen in Lamu van deze fornuizen.

Scoping voor een op behoeften gebaseerde interventie

Er werd een verkennend onderzoek uitgevoerd langs de kust van Kenia om efficiënte cookstove-modellen te identificeren, hun duurzaamheid te beoordelen en de beste opties voor adoptie aan te bevelen. Dit onderzoek verschafte inzicht in de behoefte aan cookstoves, geschikte ontwerpen en marktoverwegingen voor effectieve gemeenschapsinterventies.

Evaluatie en leren van projecteffecten

Het monitoren en evalueren (M&E) van het project is een doorlopend proces binnen Tsavo Trust (TT), met een speciale M&E-medewerker die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van deze activiteiten. De M&E-medewerker verzamelt gegevens over verschillende meetgegevens zoals oogstopbrengsten, vermindering van het conflict tussen mens en olifant (HEC) en andere relevante ecologische, sociale en economische indicatoren om de impact van het project te meten. Deze systematische aanpak maakt een voortdurende beoordeling van de effectiviteit van het project mogelijk, evenals identificatie van gebieden die voor verbetering vatbaar zijn en aanpassing voor succes op de lange termijn. De gegevens worden regelmatig geanalyseerd en opgenomen in toekomstige planning en implementatie om de duurzaamheid van het project en de afstemming op de doelstellingen te garanderen.

  • Systemen voor gegevensverzameling:
    Er werden robuuste systemen opgezet voor het verzamelen van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, waardoor ecologische, sociale en economische indicatoren effectief gevolgd konden worden. Deze systemen zorgden voor een nauwkeurige en uitgebreide controle van de projectresultaten en verschaften cruciale inzichten in zowel bedoelde als onbedoelde effecten.
  • Basis- en follow-uponderzoeken:
    De basisonderzoeken werden uitgevoerd vóór de implementatie van het project en de vervolgonderzoeken werden op regelmatige tijdstippen gepland. Deze onderzoeken maten veranderingen en effecten in de loop van de tijd, waardoor het project de voortgang en effectiviteit in het bereiken van de doelstellingen kon beoordelen.
  • Feedbackmechanismen van de gemeenschap:
    De leden van de gemeenschap deelden hun ervaringen en gaven feedback over het project tijdens maandelijkse bijeenkomsten, om ervoor te zorgen dat hun standpunten werden gehoord en in aanmerking werden genomen bij toekomstige projectaanpassingen. Dit versterkte het lokale eigenaarschap en vertrouwen en bevorderde de blijvende betrokkenheid van de gemeenschap.
  • Workshops om voortdurend te leren:
    Er werden regelmatig workshops georganiseerd om de evaluatiebevindingen te bekijken, geleerde lessen te delen en strategieën voor verbetering te bespreken. Tsavo Trust hield belanghebbenden op de hoogte van het 10%-omheiningsplan (10%FP) tijdens driemaandelijkse Human-Wildlife Conflict (HWC) workshops en bevorderde zo een cultuur van voortdurend leren en aanpassen. Dit zorgde ervoor dat projectteams en belanghebbenden konden reageren op nieuwe uitdagingen en kansen wanneer deze zich voordeden.
  • Voortdurende evaluatie stimuleert verbetering:
    Regelmatige en systematische evaluatie was essentieel om inzicht te krijgen in de werkelijke impact van het project. Dit maakte weloverwogen besluitvorming mogelijk, waardoor het project na verloop van tijd responsief en relevant kon blijven.
  • Feedback van de gemeenschap is de sleutel tot succes:
    De inzichten en feedback van de leden van de gemeenschap boden praktische, praktische perspectieven die tot zinvolle verbeteringen leidden. Door de gemeenschap te betrekken bij het evaluatieproces werden sterkere relaties opgebouwd en nam de lokale steun voor het project toe.
  • Partnerschappen voegen waarde toe:
    Samenwerking met relevante belanghebbenden voegde een aanzienlijke waarde toe aan het evaluatieproces door een meer diepgaande analyse te bieden en de geloofwaardigheid van de resultaten te vergroten. Deze partnerschappen maakten rigoureuzere beoordelingen en een beter begrip van de langetermijneffecten mogelijk.
  • Een cultuur van leren verbetert de duurzaamheid:
    De nadruk van het project op continu leren door middel van workshops en feedbackmechanismen zorgde voor succes op de lange termijn. Dankzij deze adaptieve aanpak kon het project evolueren, effectief blijven en duurzaamheid bereiken door lessen te trekken uit zowel successen als uitdagingen.
Geïntegreerde ruimtelijke ordening

Geïntegreerde planning van landgebruik zorgde voor een strategische toewijzing van land voor landbouw, natuurbehoud en menselijke nederzettingen, waarbij een evenwicht werd gevonden tussen de behoeften van zowel mensen als wilde dieren. Na training over klimaatslimme landbouw (CSA) en voortdurende bewustwording over het behoud van wilde dieren en habitats tijdens maandelijkse gemeenschapsbijeenkomsten die werden gefaciliteerd door het BIOPAMA-project, was de geïntegreerde benadering van landgebruik op weg om te worden gerealiseerd. De begunstigden van het 10% Bestemmingsplan maximaliseerden de toegewezen 10% voor landbouw door gecertificeerde zaden te planten die het meest geschikt zijn voor de klimatologische omstandigheden, wat resulteerde in hoge opbrengsten. Tegelijkertijd werd de resterende 90% van het land effectief gebruikt door wilde dieren en vee, waardoor het broodnodige evenwicht in Kamungi Conservancy ontstond. Deze aanpak kwam zowel de gemeenschappen als de wilde dieren ten goede door duurzaam landgebruik te stimuleren dat het levensonderhoud en de inspanningen voor natuurbehoud ondersteunde.

  • Planning in samenwerking:
    Een aanpak met meerdere belanghebbenden was essentieel voor het succes van geïntegreerde planning voor landgebruik. Leden van de gemeenschap, natuurbeschermers, landbouwdeskundigen en overheidsfunctionarissen werden actief betrokken bij het planningsproces, zodat de behoeften van alle partijen in aanmerking werden genomen. Het opnemen van inheemse kennis en de bijdragen tijdens maandelijkse gemeenschapsvergaderingen, gefaciliteerd door het BIOPAMA-project, bevorderden een gevoel van eigenaarschap en betrokkenheid bij de lokale gemeenschappen. Deze gezamenlijke aanpak zorgde ervoor dat land werd toegewezen voor zowel landbouw- als wilddoeleinden, waardoor er een evenwicht ontstond tussen het naast elkaar bestaan van mens en natuur.
  • Praktijken voor duurzaam landbeheer:
    Training over klimaatslimme landbouw (CSA) stelde leden van de gemeenschap in staat om praktijken toe te passen die de landbouwproductiviteit verbeterden en tegelijkertijd het milieu in stand hielden. Gecertificeerd zaaigoed werd gebruikt om de gewasopbrengst te optimaliseren op de 10% land die in het kader van het Fence Plan aan de landbouw was toegewezen. Tegelijkertijd zorgden duurzame begrazing en habitatbeheer ervoor dat de overige 90% van het land nuttig werd gebruikt door wilde dieren en vee. Deze aanpak hielp de biodiversiteit te behouden, ondersteunde de veerkracht van het ecosysteem en droeg bij aan de gezondheid van de bodem en het waterbehoud.
  • Zonering en kartering:
    Er werden duidelijke strategieën voor zonering en in kaart brengen geïmplementeerd, waarbij gebieden werden aangewezen voor gebruik door landbouw, wilde dieren en vee. De 10% voor landbouw werd zorgvuldig geselecteerd op basis van de geschiktheid van het land voor gewassen en klimatologische omstandigheden, waardoor een maximale productiviteit werd gegarandeerd. De overige 90% werd behouden voor wild en begrazing, waardoor een evenwichtig en functioneel landgebruiksysteem ontstond. Het in kaart brengen van het land door de gemeenschap maakte het mogelijk om het landgebruik in realtime te volgen, wat hielp om de ecologische integriteit van Kamungi Conservancy te behouden.
  • Economische stimulansen:
    Economische voordelen speelden een cruciale rol bij het waarborgen van de deelname van de gemeenschap en de naleving van het landinrichtingsplan. De hoge landbouwopbrengsten van het 10% omheiningsplan, bereikt door het gebruik van klimaatslimme methoden en gecertificeerde zaden, leverden directe financiële voordelen op voor de lokale gemeenschappen. Daarnaast stimuleerden de initiatieven van Tsavo Trust ter ondersteuning van de gemeenschappen - zoals het leveren van zonnehuissystemen, energiebesparende kooktoestellen, damwanden voor waterbehoud, studiebeurzen en onderwijs, en gezondheidszorg - de gemeenschappen nog meer om de balans tussen natuurbehoud en ontwikkeling te bewaren. Deze stimuleringsmaatregelen droegen aanzienlijk bij aan het algehele succes van de geïntegreerde benadering van landgebruik door de bestaansmiddelen te verbeteren en tegelijkertijd duurzaam landbeheer te bevorderen.
  • Capaciteitsopbouw en training:
    De door het BIOPAMA-project geleide initiatieven voor capaciteitsopbouw waren van groot belang voor de opleiding van leden van de gemeenschap op het gebied van klimaatslimme landbouw en natuurbehoud. Deze trainingen, samen met voortdurende bewustmakingsinspanningen tijdens de maandelijkse gemeenschapsbijeenkomsten, zorgden ervoor dat de gemeenschappen goed waren uitgerust met de kennis en vaardigheden om duurzame landbeheerpraktijken te implementeren. De sterke basis van kennis leidde tot een effectiever landgebruik, een hogere landbouwproductiviteit en een beter behoud van wilde dieren.
  • Inclusiviteit leidt tot succes:
    Het betrekken van alle belanghebbenden - leden van de gemeenschap, natuurbeschermers, landbouwdeskundigen en overheidsfunctionarissen - was essentieel voor het succes van de geïntegreerde planning voor landgebruik. De participatieve aanpak zorgde ervoor dat er rekening werd gehouden met verschillende behoeften, wat de eigen inbreng van de gemeenschap en de naleving van het plan op de lange termijn bevorderde. Het opnemen van lokale kennis, versterkt door voortdurende bewustmaking via de gemeenschapsbijeenkomsten van het BIOPAMA-project, droeg aanzienlijk bij aan het succes van het plan.
  • Klimaatslimme landbouw is de sleutel tot productiviteit:
    Het gebruik van gecertificeerde zaden en klimaatslimme landbouwpraktijken in het kader van het 10%-omheiningsplan leidde tot aanzienlijk hogere opbrengsten, wat aantoont dat lokale gemeenschappen veel baat kunnen hebben bij duurzame landbouwtechnieken. Door de succesvolle integratie van deze praktijken kon de gemeenschap economisch profiteren en tegelijkertijd bijdragen aan het behoud van de omliggende ecosystemen.
  • Economische stimulansen stimuleren de betrokkenheid van de gemeenschap:
    Directe economische voordelen, zoals de levering van zonnehuissystemen, energiebesparende kooktoestellen, dambekledingen, studiebeurs- en onderwijsondersteuning en gezondheidsdiensten, speelden een cruciale rol in het aanmoedigen van de gemeenschap om zich aan het landinrichtingsplan te houden. Deze projecten om in het levensonderhoud te voorzien, ondersteund door Tsavo Trust, versterkten het evenwicht tussen natuurbehoud en ontwikkeling en zorgden ervoor dat de gemeenschappen tastbare voordelen zagen van hun deelname aan de natuurbehoudinspanningen. Deze koppeling tussen natuurbehoud en een verbeterde levensstandaard bevorderde de steun voor het plan op de lange termijn.
  • Evenwichtig landgebruik verbetert coëxistentie:
    Door 10% van het land aan te wijzen voor landbouw en 90% te reserveren voor wilde dieren en vee, creëerde het landgebruiksplan met succes een balans die het levensonderhoud van mensen ondersteunde en tegelijkertijd de leefgebieden van wilde dieren in stand hield. Deze zorgvuldige toewijzing van land verminderde conflicten tussen mens en wild en zorgde voor duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, waardoor coëxistentie op de lange termijn werd bevorderd.
  • Beleids- en wettelijke kaders zorgen voor stabiliteit:
    Een sterke beleidsondersteuning en juridische ondersteuning waren essentieel voor de handhaving van het geïntegreerde landgebruiksplan. De samenwerking met lokale overheden zorgde ervoor dat de grenzen van het landgebruik werden gerespecteerd en dat schendingen werden aangepakt. Dit wettelijke kader creëerde een basis voor duurzame natuurbeschermingsinspanningen en ontwikkeling.
  • Aanpassingsvermogen is essentieel voor duurzaamheid:
    De voortdurende controle en evaluatie van het landgebruik door middel van GIS-kartering en feedbackmechanismen van de gemeenschap maakten adaptief beheer mogelijk. Deze flexibiliteit zorgde ervoor dat het landinrichtingsplan kon reageren op veranderende milieuomstandigheden en sociaaleconomische behoeften, waardoor het op de lange termijn veerkrachtiger en duurzamer werd.
Door boeren geleide irrigatieontwikkelingsplannen

Het is de bedoeling om de toegang en beschikbaarheid van water te garanderen voor boeren en voor huishoudelijk gebruik en irrigatiedoeleinden voor de veehouders in de gemeenschap. Irrigatie op de boerderij zal boeren helpen om het hele jaar door landbouw te bedrijven, wat zal bijdragen aan een hogere voedselproductie en een verbetering van de levensomstandigheden.

  • Capaciteitsopbouw van boeren om hen te helpen bij het ontwikkelen van irrigatieplannen
  • Oprichting van belangengroepen van de gemeenschap en bewustmaking
  • Panelen op zonne-energie, boren van boorgaten en watertanks om hun water beter op te slaan
  • Vanwege de concurrentie tussen boeren en herders op het gebied van afnemende natuurlijke hulpbronnen. Irrigatie onder leiding van boeren kan boeren in staat stellen om op hun locatie en land te blijven en de verplaatsing van herders te beperken, waardoor de kans op conflicten op basis van natuurlijke hulpbronnen afneemt en de mogelijkheden voor vredesopbouw tussen boeren en herders verbeteren.
  • Verbetering van de levensstandaard in relatie tot de gezondheid van de gemeenschap als er een verbetering is in hun toegang tot schoon water.
Institutionele versterking en duurzaamheid

Het ACReSAL-project werkt samen met drie belangrijke ministeries: Milieu, Landbouw en Watervoorraden. Het werkt op meerdere institutionele niveaus, waaronder het niveau van de staat, nationaal, lokaal en gemeenschappen. Deze aanpak zorgt ervoor dat de capaciteiten van projectuitvoerders op alle ministeriële niveaus worden versterkt, waardoor de investeringen van het project en het efficiënte landschapsbeheer worden ondersteund.

  • Effectieve samenwerking tussen de drie ministeries en de instellingen die het project uitvoeren door middel van regelmatige betrokkenheid van belanghebbenden.
  • Technische ondersteuning van de Wereldbank, het team biedt ondersteuning bij alle projectactiviteiten en zorgt voor een effectieve projectuitvoering.

De synergie tussen de ministeries en instellingen is de sleutel tot het behalen van resultaten, want voor impactvolle resultaten voor het project is het essentieel dat alle ministeries nauw samenwerken. De synergie heeft geleid tot meer innovatieve en gezamenlijke ideeën voor een effectieve projectuitvoering.

Duurzame landbouw en landschapsbeheer

De integratie van duurzame landbouw en landschapsbeheerpraktijken in landherstelinspanningen is cruciaal voor het behoud van bodem en water, het bevorderen van biodiversiteit en het verzachten van klimaatverandering. Deze aanpak verbetert ook de bestaansmiddelen, verbetert ecosysteemdiensten en bouwt veerkracht op. Om dit te bereiken hebben we grondige evaluaties uitgevoerd, lokale boeren en andere belanghebbenden betrokken, contextspecifieke plannen ontwikkeld, training gegeven, de voortgang bewaakt en beleidsondersteuning bevorderd. Dit zorgt voor een holistisch en duurzaam herstel van aangetast land, ten gunste van zowel mens als milieu, inclusief waterbronnen. Het is belangrijk dat de gemeenschap samenwerkt, bijdraagt en effectieve benaderingen voor milieubeheer leert om de duurzaamheid van het project op de lange termijn te waarborgen en niet-duurzame landbouwpraktijken te voorkomen.

  • Prioriteit geven aan alternatieve mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien bij landherstel.
  • Sensibilisering van de gemeenschap voor milieuproblemen en methoden om bodemdegradatie te voorkomen.
  • Integratie van klimaatslimme landbouw in bodemherstel.
  • Eigenaarschap van de gemeenschap en steun van de overheid.
  • Het benadrukken van het belang van participatie van de gemeenschap om hun belangrijkste prioriteiten vast te stellen.
  • Bewustmaking van de gemeenschap van alle interventies, inclusief het herstel van ravijnen en herbebossing, door middel van uitgebreide bewustmakingscampagnes.
  • Het opzetten van een tussentijds contactpunt, zoals samenwerking met traditionele leiders, om de steun van de gemeenschap te verkrijgen.
Sociale en milieuwaarborgen

Er werd een referentiekader voor de uitvoering van sociale en milieuwaarborgen geïmplementeerd, gebaseerd op het operationele beleid van de Wereldbank en op de nationale en internationale wet- en regelgeving inzake waarborgen. Waarborgen worden gedefinieerd als de acties die worden ondernomen om ervoor te zorgen dat sociale en milieueffecten van productieve activiteiten kunnen worden geïdentificeerd en beperkt door de toepassing van goede praktijken. Deze werden ontworpen als een beheersysteem om risico's te beperken, maar ook om de positieve effecten van de uitgevoerde subprojecten te vergroten. De ontwikkeling van een kader voor de uitvoering van de veiligheidscontrolecomponent zorgde ervoor dat de veiligheidscontrolecomponent horizontaal in alle acties en fasen van het project werd toegepast. Dit bevorderde de uitvoering van specifieke strategieën en acties op het niveau van de uitvoerders van subprojecten, volgens de beginselen en normen die zijn vastgesteld voor de verwezenlijking van sociale en milieudoelstellingen. Als onderdeel van de implementatie van de veiligheidscontroles van het MDE Mexico Project, werden de Milieubeheerplannen (EMP) ontworpen, die tot doel hadden de verzachtende maatregelen te identificeren die elk subproject moest implementeren om mogelijke negatieve sociale en milieueffecten in verband met de productieve activiteit te vermijden of te verzachten, en zo de voordelen van elk initiatief te vergroten. Het opstellen ervan gebeurde op een participatieve manier, samen met de geselecteerde begunstigden, als onderdeel van het proces voor de integratie van technische voorstellen en planningsdocumenten voor elk subproject.

  1. Opstellen van EMP's om ervoor te zorgen dat de regelgeving voor elk van de ondersteunde productieve activiteiten wordt nageleefd en om de toepassing van goede sociale en milieupraktijken aan te moedigen.
  2. Ontwikkeling van een instrument voor het automatisch genereren van een desktop-PMA en proefprojecten: raadplegingsproces, feedback en validatie van het instrument (participatieve ontwikkeling van het instrument en toepassing door begunstigden).
  3. Integratie van risicobeperkende maatregelen (vastgesteld in de MOL's) in de jaarlijkse operationele programma's om de integratie ervan in de uitgevoerde activiteiten te waarborgen.
  4. Integratie van waarborgen in verschillende fasen van het project.
  5. Ontwerp van een exclusief ondersteuningsonderdeel om de deelname van vrouwen, jongeren en mensen zonder erkende landbouwrechten aan de oproep te vergemakkelijken (onderdeel sociale integratie), waarbij de processen en vereisten voor het indienen van aanvragen werden vereenvoudigd en een gedifferentieerde verspreiding werd uitgevoerd voor vrouwen en jongeren, waardoor hun toegang werd vergemakkelijkt en hun deelname werd vergroot.
  6. Tijdens het evaluatie- en selectieproces van de begunstigden werden sociale en milieucriteria opgenomen om ervoor te zorgen dat het wettelijk kader dat van toepassing is op elke productieve activiteit wordt nageleefd en om de implementatie van goede praktijken aan te moedigen.
  7. Ontwerp van brochures over veilige praktijken om de cultuur van beroepsrisicopreventie binnen de subprojecten te versterken.
  8. Opzetten van een mechanisme voor het ontvangen en afhandelen van verzoeken om informatie en klachten om ervoor te zorgen dat alle verzoeken om informatie en klachten met betrekking tot de MDE Mexico en de uitvoering ervan tijdig werden geregistreerd en afgehandeld (telefoonnummer, e-mail, verzoek- of klachtenformulier, formulier voor het aanvragen van informatie, etc.).
  1. Het creëren van een referentiekader voor de implementatie van waarborgen in het MDE-project garandeerde de naleving van milieu- en sociale regelgeving, evenals de beperking van potentiële effecten die zouden kunnen voortvloeien uit de implementatie van productieve activiteiten die door het MDE op verschillende niveaus worden ondersteund. Het zorgde ook voor mainstreaming van acties op verschillende niveaus van projectimplementatie en begunstigden.
  2. Het creëren van een geautomatiseerd hulpmiddel voor het opstellen van de MOL's stroomlijnde het proces voor de participatieve opbouw en verbetering ervan in het kader van elk deelproject.
  3. Het proces van participatieve opbouw van de EMP's stelde de uitvoerders van de subprojecten in staat om de potentiële risico's en effecten van hun productieve activiteiten te identificeren en bereikte de toepassing van een planningsinstrument dat de toepassing van goede sociale en milieupraktijken waarborgde, waardoor de voordelen van elk subproject werden gemaximaliseerd.
  4. De integratie van veiligheidscontroles in alle onderdelen en activiteiten van het MDE Mexico Project impliceerde de ontwikkeling van specifieke strategieën en acties, zowel op project- als op subprojectniveau, volgens de principes, normen en procedures die zijn vastgesteld voor het bereiken van sociale en milieudoelstellingen.
  5. Positieve acties vergemakkelijkten de deelname van werkgroepen bestaande uit vrouwen en jongeren.
  6. De koppeling van het PMA-instrument aan het monitoringsysteem voor subprojecten vergemakkelijkte de follow-up, evaluatie en rapportage over de naleving van risicobeperkende maatregelen door de uitvoerders en maakte het voor de nationale uitvoerende instantie (Rainforest Alliance Mexico) eenvoudiger om de naleving van de safeguards op projectniveau te beoordelen, valideren en registreren.
Participatieve monitoring en evaluatie voor gemeenschapsgebaseerd productief projectbeheer

Het MDE Mexico ontwierp een controle- en evaluatiesysteem om de prestaties op verschillende niveaus te meten, waardoor het mogelijk werd verslag uit te brengen over de resultaten en de geleerde lessen. Dit systeem werd gevoed door bewijsstukken van de activiteiten die tijdens de uitvoering van het initiatief werden uitgevoerd, evenals door de informatie die door de begunstigden van het project werd gerapporteerd en de werking van het systeem voor aandacht voor verzoeken om informatie en klachten, gekoppeld aan de naleving van de waarborgen van het project. In deze zin was het creëren van mechanismen en instrumenten om informatie uit de eerste hand te verkrijgen van de begunstigden, in het kader van participatieve en inclusieve processen, van fundamenteel belang voor de werking ervan, waarvoor het Subproject Monitoring and Participatory Evaluation System (SiMyEPS) werd ontworpen en geïmplementeerd. Dit systeem omvatte een reeks participatieve principes, processen en instrumenten waarmee de begunstigde groepen zelf hun prestaties konden meten door de voortgang van hun activiteiten en resultaten te bewaken, analyseren en rapporteren. Door op deze manier de uitvoering van activiteiten en doelstellingen te documenteren, verkregen begunstigden relevante informatie om de besluitvorming in hun productieve projecten te versterken, hun beheer te verbeteren en bij te dragen aan transparantie.

  1. Ontwerp van een monitoring- en evaluatiesysteem om de prestaties op verschillende niveaus te meten, waardoor resultaten en geleerde lessen konden worden gerapporteerd aan de verschillende bestuursniveaus van het project.
  2. Capaciteitsopbouw voor de implementatie van het systeem, technische ondersteuning, follow-up en training voor begunstigden (gebruikershandleiding).
  3. Constante begeleiding van en advies aan de werkgroepen ter ondersteuning van het monitoringwerk.
  4. Informatie gerapporteerd door begunstigden van het project.
  5. Aanwijzing van een focal point voor monitoring binnen elke groep, wiens verantwoordelijkheid het was om de monitoringactiviteiten binnen hun organisatie te coördineren.
  6. De versterking van de coördinatiemechanismen tussen de facilitatoren om advies en follow-up in het veld te bieden, was de sleutel tot het vereenvoudigen van het proces van het integreren van technische rapporten, het waarborgen van de kwaliteit van informatie en het integreren van bewijs.
  7. Ontwikkeling van een aanpassingsstrategie bij de implementatie van SiMyEPS op afstand en onder de uitvoeringsomstandigheden van de groepen.
  8. Genereren van middelen en didactisch materiaal voor de ontwikkeling van trainingsactiviteiten, evenals de uitvoering van participatieve monitoringactiviteiten met een cultureel geschikte taal.
  9. Ontwerp van dynamieken om de ontwikkeling van de uitvoeringsfasen van participatieve monitoring door facilitatoren en groepsleden te vergemakkelijken.
  10. Coördinatie tussen facilitators op lokaal niveau en het Monitoring Focal Point om de correcte implementatie van SiMyEPS te garanderen, wat de integratie van technische rapporten en de systematisering van bewijsmateriaal vergemakkelijkte, wat de basisinformatie is die de resultaatindicatoren van het MDE Mexico project voedt.
  11. Ontwerp van een mechanisme om het proces van participatieve opbouw van technische voorstellen op afstand te vergemakkelijken om te voorkomen dat de COVID-19 pandemie de capaciteitsontwikkeling zou beperken en om de goedkeuring en implementatie van participatieve monitoring door de begunstigden van het onderdeel Sociale integratie te bevorderen. Deze mechanismen omvatten de aanpassing van instrumenten om de voortgang in de uitvoering van activiteiten te registreren en het ontwerp van didactische hulpmiddelen voor capaciteitsopbouw op afstand (verklarende gidsen, instructies en video tutorials).

  1. Participatieve monitoring vereist het gebruik van instrumenten om de uitvoering van activiteiten en resultaten bij de implementatie van een productieve activiteit door lokale gemeenschappen te documenteren en erover te rapporteren, waarbij concreet bewijs wordt gebruikt om bij te dragen aan de transparantie en verantwoording van gefinancierde projecten.
  2. Het documenteren van de uitvoering van activiteiten en doelstellingen maakt het mogelijk om relevante informatie te verkrijgen om de besluitvorming in productieve projecten te versterken en het beheer en de prestaties ervan te verbeteren.
  3. De ontwikkeling en versterking van capaciteiten voor participatieve monitoring en evaluatie van productieve projecten voorziet begunstigden van de kennis en instrumenten voor het monitoren en rapporteren van voortgang en het behalen van doelen, wat de implementatie van deze activiteit in toekomstige projecten met financiering van nationale of internationale donoren zal vergemakkelijken.
  4. De voortdurende verbetering en aanpassingen van het participatieve monitoringsysteem vergemakkelijkten het juiste ontwerp van processen en instrumenten op basis van de behoeften van de begunstigden, waardoor monitoringactiviteiten beter werden overgenomen vanuit hun eigen ervaring.
  5. Technologische en digitale hulpmiddelen waren innovatief bij het documenteren en aantonen van de vooruitgang op afstand in een pandemische context, maar directe follow-up en aandacht in het veld waren essentieel om het vertrouwen van de begunstigden in het project te versterken en specifieke uitdagingen aan te pakken door het begrip en de toepassing van processen en hulpmiddelen te verbeteren.
Strategie voor gender en sociale integratie om de kloof te dichten bij de financiering van productieve gemeenschapsprojecten

In Mexico zijn er barrières die de toegang belemmeren tot financieringsbronnen voor productieve projecten die worden geleid door vrouwen en jongeren op het platteland, met name barrières die te maken hebben met grondbezit en toegang tot posities van participatie, gemeenschaps- en technisch leiderschap. Daarnaast vormen het gebrek aan toegang tot trainingsmogelijkheden, beperkte ervaring en beperkingen op het gebied van technologie en communicatie een groot obstakel voor deze groepen, om nog maar te zwijgen van de culturele aspecten die vaak onverenigbaar zijn met hun betrokkenheid bij het economische leven in de gemeenschap. In deze context benaderde het MDE Mexico de sociale integratie op een transversale manier, door middel van acties die de deelname van vrouwen, jongeren en mensen zonder erkende landbouwrechten of kolonisten bevorderden. Het ontwerp van het onderdeel Sociale Integratie (VIS) maakte het mogelijk om specifieke financieringsstrategieën te definiëren om de participatie van deze mensen en hun opname in de gemeenschapsontwikkeling te vergemakkelijken. Deze strategieën resulteerden in een toename van de participatie van vrouwen en jongeren in de identificatie en implementatie van productieve activiteiten in bosgebieden.

  1. Ontwerp van een oproep tot het indienen van voorstellen gericht op vrouwen en jongeren in plattelandsgebieden met uitzendingen op gemeenschapsradiostations om afgelegen gemeenschappen te bereiken.
  2. Technische ondersteuning van onervaren groepen bij het uitwerken van voorstellen en tijdens de uitvoering.
  3. Participatieve uitwerking van voorstellen voor de toe-eigening van de projecten vanaf het begin.
  4. Implementatie van positieve acties om de deelname van vrouwen aan activiteiten en training te bevorderen.
  5. Akkoord van de lokale autoriteiten voor de uitvoering van de productieve activiteit.
  1. Het opzetten van een ondersteuningsmechanisme gericht op vrouwen, jongeren en lokale bewoners maakte het mogelijk om specifieke strategieën te ontwikkelen voor de verspreiding van de oproep tot het indienen van voorstellen, technische ondersteuning en capaciteitsopbouw. Dit voorkwam dat de traditionele vereisten voor toegang tot financieringsmogelijkheden een beperking voor de werkgroepen vormden.
  2. De opsplitsing van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor het VIS in twee fasen vergemakkelijkte de deelname van groepen die geen ervaring hadden met de uitvoering van productieve projecten, waardoor op participatieve wijze een solide technisch voorstel kon worden uitgewerkt op basis van een eerste idee en de projecten vanaf het begin hun eigen inbreng kregen.
  3. De participatieve opbouw van technische voorstellen gaf een stem aan vrouwen die niet hadden deelgenomen aan soortgelijke processen, wat leidde tot een toename van hun leiderschap en hun invloed in besluitvormingsruimten vergemakkelijkte.
  4. De validatie door de gemeenschap van de ontwikkeling van de productieve activiteit bevorderde de totstandkoming van overeenkomsten in de gemeenschap om de levensvatbaarheid van de productieve projecten van het VIS te garanderen.