De erkenning van de gemeenschap dat er actie moest worden ondernomen om de afnemende visvoorraden te verbeteren, werd gevolgd door de identificatie van verschillende belanghebbenden die ons konden helpen om onze doelen te bereiken. Er werden communicatie-, outreach- en bewustmakingsprogramma's opgezet en in 2004 werd een bezoek gebracht aan een soortgelijk project in Tanzania, wat de gemeenschap aanmoedigde om de lokale mariene hulpbronnen duurzaam te gebruiken.
Er werd een democratisch besluit genomen om een overeengekomen lagunegebied te sluiten. Er werden wettelijke en beleidskaders opgezet en in 2006 werd de eerste LMMA in Kenia goedgekeurd door de National Environmental Management Authority. Hierna is er een gezamenlijk bestuursmodel ontstaan onder Beach Management Units (BMU's), waar vissers en overheid samenwerken aan duurzame visserij en een beter bestaan. Bij het opzetten van de MPA hebben we verschillende fasen doorlopen: conceptualisering, oprichting, implementatie, monitoring, beheer en doorlopend adaptief beheer.
Het besef in de gemeenschap dat er een belangrijke crisis dreigde en de vastberadenheid om te handelen in het belang van toekomstige generaties was een cruciale factor in het implementatieproces. Vertrouwen en geloof in een positieve uitkomst waren van het grootste belang. Initiële financiering voor alternatieve ondernemingen en steun van belangrijke partners was nodig voor technische en adviserende capaciteiten. Er werd een gebied gekozen dat een goed herstelpotentieel had, met hulp van een wetenschapper die eerder dat deel van de kust had gemonitord in combinatie met lokale kennis.
Vanaf het begin is een duidelijke strategie en beheerplan, opgesteld met maximale participatie van de leden van de gemeenschap, van cruciaal belang. Luisteren naar de ouderen binnen de gemeenschap creëert een essentiële link tussen verleden en heden. Doelen en doelstellingen moeten haalbaar zijn en er moeten duidelijke tijdschema's worden opgesteld en nageleefd om de steun van de gemeenschap te behouden. De hele gemeenschap moet kunnen profiteren van het project en de bestaansmiddelen moeten tastbaar verbeteren om de steun te behouden en een gevoel van eigenaarschap te creëren dat het project een lange levensduur geeft. Een welzijnsaspect voor de gemeenschap moet deel uitmaken van de strategie. Bewustwording, educatie en het delen van informatie moeten worden gehandhaafd en de bereidheid tot een adaptieve beheerbenadering is van vitaal belang. Leren van fouten, het delen van kennis en het vormen van nauwe allianties met andere soortgelijke organisaties helpt het project snel vooruit te komen. Het creëren van samenwerkingsverbanden en het volgen van duidelijke procedures en wettelijke richtlijnen versterken de structuur van elke entiteit. Goed bestuur vanaf het begin met een duidelijke grondwet die te allen tijde wordt nageleefd.