Vertrouwen opbouwen

Het opbouwen van vertrouwen is essentieel voor een effectief feedbackmechanisme en zorgt ervoor dat belanghebbenden zich veilig voelen om hun zorgen te uiten. Zonder vertrouwen kunnen mensen aarzelen om problemen te melden uit angst voor vergelding of het uitblijven van actie, waardoor het doel van het systeem wordt ondermijnd.

Als belanghebbenden zien dat hun zorgen worden aangepakt, groeit het vertrouwen, wat leidt tot een grotere participatie en sterkere relaties tussen gemeenschappen en natuurbeschermingspartners. Na verloop van tijd zorgt dit vertrouwen ervoor dat conflicten beter worden opgelost en dat de lokale steun voor natuurbeschermingsinspanningen toeneemt.

Toegankelijkheid en vertrouwelijkheid zijn essentieel. Veilige kluisjes in elke zone maken veilige, vertrouwelijke inzendingen mogelijk, wat deelname aanmoedigt. Onpartijdigheid is ook cruciaal. Het responsteam met meerdere organisaties, waarin vertegenwoordigers van de Frankfurt Zoological Society, het Chitimbwa Iyendwe Conservation Project en Zambia's Department of National Parks and Wildlife FZS zitting hebben, stelt belanghebbenden gerust dat feedback en klachten eerlijk worden behandeld.

Consistente communicatie en follow-ups versterken het vertrouwen verder. Klagers op de hoogte houden van de voortgang en oplossingen toont betrokkenheid. Transparantie, inclusief het delen van algemene klachtenresultaten tijdens bijeenkomsten, versterkt het vertrouwen.

Voor het opbouwen van vertrouwen in het feedbackmechanisme is consistente betrokkenheid, transparantie en reactievermogen nodig. In het begin bleek de toegankelijkheid van cruciaal belang - het plaatsen van kluisjes in verschillende zones zorgde ervoor dat leden van de gemeenschap hun zorgen gemakkelijk en vertrouwelijk konden indienen. Het aanvankelijke gebrek aan bewustzijn beperkte echter de deelname, wat de noodzaak onderstreepte van herhaalde sensibiliseringsbijeenkomsten om het proces uit te leggen en mensen te verzekeren van vertrouwelijkheid.

Onpartijdigheid was een andere belangrijke les. Door meerdere organisaties (FZS, DNPW en CICP) bij het beoordelingsteam te betrekken, won het mechanisme aan geloofwaardigheid, waardoor de angst voor partijdigheid afnam. Tijdige antwoorden waren ook essentieel; vertragingen in het behandelen van grieven dreigden het vertrouwen aan te tasten, waardoor het belang van duidelijke tijdlijnen en tussentijdse updates werd benadrukt.

Daarnaast was het nodig om verwachtingen te managen. Niet alle problemen konden onmiddellijk worden opgelost en sommige vielen buiten het mandaat van het NTCP. Bij het opzetten van het mechanisme werd bepaald dat dergelijke kwesties moesten worden doorgegeven aan relevante instanties zoals de politie van Zambia (tot op heden zijn er geen ernstige klachten ontvangen die deze actie vereisten). Communicatie over wat het mechanisme wel en niet kon behandelen, hielp om het vertrouwen te behouden. Uiteindelijk bleken transparantie, opvolging en een voortdurende dialoog van vitaal belang om ervoor te zorgen dat de gemeenschap het proces als eerlijk en betrouwbaar beschouwde.

Bouwsteen 1 - Titel * [255] Transparantie met gemeenschappen

Het feedbackmechanisme vergroot de transparantie door een gestructureerde, toegankelijke en vertrouwelijke manier te bieden waarop leden van de gemeenschap hun zorgen kunnen uiten of feedback kunnen delen. Met kluisjes in vier zones kunnen mensen feedback geven zonder dat ze hoeven te reizen of bang hoeven te zijn voor represailles. Een reactieteam met meerdere organisaties zorgt voor een onpartijdige beoordeling, waardoor verantwoording wordt afgelegd en de perceptie van vooroordelen wordt verminderd. Regelmatige feedbackbeoordelingen en gemeenschapsvergaderingen geven updates over hoe zorgen worden aangepakt, wat het vertrouwen in het proces versterkt en het vertrouwen van de gemeenschap in de natuurbeschermingsinspanningen versterkt.

Transparantie in het feedbackmechanisme wordt gegarandeerd door toegankelijkheid, onpartijdigheid en verantwoordingsplicht. Gesloten dozen in vier zones maken vertrouwelijke inzendingen mogelijk en zorgen ervoor dat de stem van de gemeenschap wordt gehoord. Een multi-organisatorisch reactieteam zorgt voor eerlijke beoordelingen, terwijl regelmatige bijeenkomsten zorgen voor updates over de ondernomen acties. De grondwet van het project vormt de leidraad voor de besluitvorming, die wordt uitgevoerd door gekozen vertegenwoordigers op zowel CICP- als zonaal niveau.

Het waarborgen van transparantie in het feedbackmechanisme heeft belangrijke lessen opgeleverd die het vertrouwen en de verantwoordingsplicht versterken.

Toegankelijkheid speelde een cruciale rol, aangezien leden van de gemeenschap via kluisjes in vier zones hun klachten vertrouwelijk konden indienen, waardoor de participatie toenam.

Onpartijdigheid bij het beoordelen van de feedback was ook belangrijk. Een reactieteam bestaande uit meerdere organisaties verminderde vooroordelen en stelde de gemeenschap gerust dat zorgen eerlijk zouden worden behandeld.

Regelmatige communicatie bleek essentieel, met bijeenkomsten waar updates werden gegeven over eventuele klachten en genomen acties, wat het vertrouwen versterkte.

Een duidelijke bestuursstructuur van de CICP en zonale comités zorgde voor consistentie in de afhandeling van feedback. Bovendien versterkte het betrekken van gekozen vertegenwoordigers van de zonale comités bij het toezicht de lokale betrokkenheid en legitimiteit.

Feromoonvallen: Een slimme aanpak van schorskeverplagen

Door de inspanningen van het project om de gevolgen van de klimaatverandering op de biodiversiteit van Montenegro te beoordelen, is het duidelijk geworden dat schorskevers (Scolytinae) een aanzienlijke bedreiging vormen voor de gezondheid van de bossen in het hele land. Deze insecten, die behoren tot de Curculionidae-familie, graven zich in boomschors om zich te voeden en voort te planten, waardoor ze ernstige schade aanrichten die leidt tot grootschalige boomsterfte in de bossen van Montenegro.


Om dit probleem aan te pakken, heeft het project 85 feromoonvallen aangeschaft, die in mei 2024 strategisch werden geplaatst in Nationaal Park Prokletije en Nationaal Park Durmitor. Deze vallen lokken volwassen kevers en vangen ze, waardoor hun populatie afneemt en het risico op verdere aantastingen kleiner wordt. De eerste resultaten wijzen op het vangen van 12.746.015 schorskevers gedurende drie maanden, wat de effectiviteit van deze gerichte interventie aantoont.

  • Gebruik van geavanceerde monitoringinstrumenten: Het inzetten van feromoonvallen zorgt voor een nauwkeurige en gerichte monitoring van schorskeverpopulaties.
  • Strategische plaatsing: Identificatie en afbakening van gebieden met een hoog risico, zoals Babino Polje en Treskavac, om de effectiviteit van de vallen te maximaliseren.
  • Organisatorische capaciteit: De expertise en toewijding van het team van de Nationale Parken van Montenegro vergemakkelijken een efficiënte monitoring en respons.
  • Infrastructuur voor gegevensverzameling: Regelmatig onderhoud en systematische gegevensregistratie ondersteunen geïnformeerde besluitvorming voor bosbeheer.
  • Tijdig ingrijpen is cruciaal: Vroegtijdige opsporing en bestrijding van schorskevers voorkomt aanzienlijke schade aan bosecosystemen.
  • Continue monitoring is essentieel: Het regelmatig legen en analyseren van vallen zorgt voor up-to-date inzichten in insectenpopulaties.
  • Lokale aanpak levert resultaten op: Inspanningen richten op de meest kwetsbare gebieden levert een hoog rendement op voor investeringen in natuurbehoud.
  • Preventieve maatregelen verminderen risico's op lange termijn: Het proactief verminderen van schorskeverpopulaties vermindert hun reproductiepotentieel en beperkt de verspreiding van de plaag.
Digitale boomlabels: Bosmonitoring en gegevensverzameling revolutioneren

Het project erkent de dringende problemen binnen de nationale parken van Montenegro - zoals ontbossing veroorzaakt door ongedierte, gebrek aan betrouwbare bosbouwgegevens en illegale houtkap - en heeft geavanceerde technologie geïmplementeerd om het bosbeheer te verbeteren. In het nationale park Prokletije is in het kader van een proefinitiatief een systeem voor het merken van bomen geïntroduceerd waarmee individuele bomen kunnen worden geïdentificeerd en gecontroleerd. Elke boomtag slaat belangrijke informatie op, waaronder de boomsoort, leeftijd, gezondheidstoestand en geolocatie.


Via dit initiatief heeft het project OKO Business connected product cloud-technologie, 20.000 boomtags en bijbehorende lezers aangeschaft en gespecialiseerde training gegeven aan medewerkers van de PENP en het Nationaal Park Prokletije. Het taggingproces, uitgevoerd in samenwerking met PENP en NP Prokletije, resulteerde in de identificatie en het taggen van 20.000 bomen in drie maanden, wat leidde tot het creëren van een digitale database voor bosinventarisatie. Deze database zal toegankelijk zijn voor PENP en NP Prokletije en zal een cruciale rol spelen bij toekomstige inspanningen op het gebied van bosbehoud en -beheer, met name bij het monitoren van de status van het bos in NP Prokletije.

  • Integratie van geavanceerde technologie: Het gebruik van digitale tagging tools en systemen maakte nauwkeurige boommonitoring en gegevensverzameling mogelijk.
  • Samenwerking: Samenwerkingsverbanden tussen milieuorganisaties, autoriteiten van het Nationaal Park en technologische experts zorgden voor het succes van het project.
  • Steun van de overheid en belanghebbenden: Institutionele steun en financiering vergemakkelijkten de implementatie van deze innovatieve aanpak.
  • Focus op duurzaamheid: Een nauwkeurige afstemming op mondiale en regionale milieuduurzaamheidsdoelen motiveerde het initiatief.
  • Schaalbaarheid vereist infrastructuur: Het succes van digital tagging onderstreept de behoefte aan een robuuste digitale infrastructuur om de uitbreiding van soortgelijke initiatieven te ondersteunen.
  • Betrokkenheid van de gemeenschap is cruciaal: Het betrekken van lokale gemeenschappen kan de eigen inbreng, steun en duurzaamheid van natuurbeschermingsprojecten op de lange termijn bevorderen.
  • Gebruik van gegevens is essentieel: Het verzamelen van gegevens is niet genoeg; deze moeten worden geanalyseerd en er moet naar worden gehandeld om bosbeheerpraktijken te verbeteren.
  • Aanpassingsvermogen aan lokale omstandigheden: Het aanpassen van technologie en methoden aan de specifieke milieu- en logistieke uitdagingen van het gebied verbetert de efficiëntie en effectiviteit van het project.
OPERATIONALISERING VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIES VOOR DUURZAME ONTWIKKELING (CCDD)

In het kader van een inclusief milieubeheer heeft Togo gemeentelijke commissies voor duurzame ontwikkeling opgericht, die gedecentraliseerde overlegplatforms vormen om de deelname van gemeenschappen aan milieudiscussies te verbeteren. Deze commissies houden zich ook bezig met vraagstukken op het gebied van FLR. F4F-Togo heeft de oprichting van CCDD's in drie gemeenten van de prefectuur Tchamba ondersteund om de operationele capaciteit voor de uitvoering van FLR-maatregelen te verbeteren. Een CCDD is een multisectoraal platform dat bestaat uit de burgemeester, kantonnementsleiders, voorzitters van dorpscomités, hoofden van gedecentraliseerde diensten, vrouwengroepen en ngo's. Het fungeert als beheerscomité voor het milieu in de departementen Tchamba en Tchamba. Het fungeert als een beheerscommissie voor milieuaspecten in het algemeen en voor FLR in het bijzonder. De leden van deze commissies zijn hulpbronnen voor advies en capaciteitsopbouw, waardoor de commissies milieuproblemen kunnen beoordelen, oplossingen kunnen voorstellen en middelen kunnen mobiliseren.

  • Sterke interesse van de lokale bevolking
  • Commitment van lokale autoriteiten
  • Financiële en technische ondersteuning door GIZ-Forests4Future

Effecten

  • De legitimiteit en het aanpassingsvermogen van de herstelopties verzekeren door de CCDD's erbij te betrekken
  • Implementatie van wettelijke bepalingen om de Togolese verplichtingen in het kader van de Challenge van Bonn en het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) na te komen.
  • Ervoor zorgen dat de FLR-maatregelen worden opgenomen in de gemeentelijke ontwikkelingsplannen van de prefectuur.
  • Ondersteuning van maatregelen voor duurzaam beheer van gemeenschappelijke bossen en herstel van agrobosbouwlandschappen door middel van plantgoed van gemeenschappelijke kwekers
Bewustmaking van het publiek en mobilisatie van de gemeenschap door middel van culturele campagnes

De KCNRN bevordert het bewustzijn van FLR en de deelname van de gemeenschap door middel van innovatieve campagnes, zoals het koppelen van herstelwerkzaamheden aan culturele evenementen. Het "Miti"-festival mobiliseert scholen, bedrijven en overheidsinstellingen om op grote schaal bomen te planten, waarbij gebruik wordt gemaakt van beïnvloeders in de sociale media om de deelname te vergroten. Deze campagne integreert culturele identiteit met milieuactie en bevordert het gevoel van eigenaarschap onder de leden van de gemeenschap. Door van het planten van bomen een gezamenlijk cultureel evenement te maken, vergroot het netwerk het bewustzijn van duurzaam landgebruik en versterkt het de publieke steun voor FLR-initiatieven.

  • Gebruik van culturele evenementen zoals het "Miti"-festival om restauratiecampagnes te verankeren.
  • Inschakeling van beïnvloeders op sociale media om de deelname van het publiek te vergroten.
  • Samenwerking met scholen, bedrijven en lokale overheidsinstellingen.

Culturele campagnes zijn krachtige middelen om grootschalige deelname van de gemeenschap te mobiliseren en langdurige betrokkenheid bij FLR te stimuleren:

  • Culturele integratie: Door het "Miti"-boomplantfeest te koppelen aan culturele tradities werd een gevoel van trots en eigenaarschap gecreëerd onder de leden van de gemeenschap, waardoor de herstelinspanningen geloofwaardig en aantrekkelijk werden.
  • Gebruik van beïnvloeders in de sociale media: Het mobiliseren van lokale beïnvloeders vergrootte het bereik van de campagne en zorgde voor brede publieke deelname en bewustzijn, met name onder jongere bevolkingsgroepen.
  • Samenwerking met instellingen: Samenwerkingsverbanden met scholen, bedrijven en lokale overheidsinstellingen zorgden voor diverse deelname en droegen bij aan grootschalige betrokkenheid bij de gemeenschap.
  • Jaarlijks campagnemodel: Door van "Miti" een jaarlijks evenement te maken, werden de restauratieactiviteiten geïnstitutionaliseerd, waardoor een duurzame impuls en terugkerende publieke belangstelling voor FLR werd gegarandeerd.
  • Lokale boodschap: Op maat gemaakt communicatiemateriaal en campagnes richtten zich op lokale milieuproblemen, waardoor de doelstellingen van FLR relevanter werden voor de gemeenschap.
Voorzien in sociaaleconomische behoeften door middel van alternatieve middelen van bestaan

Deze bouwsteen stemt Farmer Field School (FFS)-activiteiten af op de economische behoeften van lokale gemeenschappen door duurzame opties voor levensonderhoud te introduceren. Door les te geven in agroforestry, gediversifieerde gewassen en andere commerciële ondernemingen, helpen FFS boeren de gezondheid van de bodem te verbeteren, de opbrengst van gewassen te verhogen en alternatieven te vinden voor niet-duurzame praktijken zoals de productie van houtskool. Deze aanpak biedt economische stimulansen om duurzame praktijken toe te passen en toont aan dat FLR zowel het milieu als de economie kan verbeteren.

Financiële en logistieke steun van projectpartners maakt de initiële implementatie van agroforestry en inkomstengenererende activiteiten mogelijk. Training over alternatieve middelen van bestaan via FFS demonstreert de economische waarde van duurzame praktijken, waardoor ze aantrekkelijker worden voor boeren.

Het afstemmen van FLR-activiteiten op lokale economische behoeften is essentieel voor succes op de lange termijn. Als boeren een verbeterde opbrengst en een hoger inkomen zien, zullen ze eerder geneigd zijn om duurzame praktijken toe te passen. Door ervoor te zorgen dat de herstelinspanningen bijdragen aan een onmiddellijke verbetering van de middelen van bestaan, worden de leden van de gemeenschap gemotiveerd om actief deel te nemen aan FLR.

Traditionele kennis en duurzame praktijken integreren

FFS combineert traditionele landbeheerpraktijken met duurzame FLR-technieken, waardoor gemeenschappen kunnen voortbouwen op hun bestaande kennis. Deze integratie respecteert culturele praktijken en bevordert acceptatie, waardoor de overgang naar duurzaam landbeheer wordt vergemakkelijkt. Deze stap is ook essentieel wanneer gemeenschappen vergelijkingen maken tussen wat ze leren en hun eigen kennis/vaardigheden/praktijken.

Een sleutelcomponent van het succes van FFS is de integratie van traditionele kennis, bereikt door een open dialoog met lokale ouderen en kennishouders. Facilitatoren en projectleiders worden aangemoedigd om bestaande praktijken van landgebruik te begrijpen en te respecteren, wat helpt om deze praktijken te integreren met moderne duurzame technieken. Deze cultureel gevoelige benadering vergemakkelijkt de acceptatie van nieuwe methoden, terwijl de effectiviteit ervan wordt vergroot door voort te bouwen op vertrouwde praktijken. Ondersteuning van projectpartners zorgt ervoor dat traditionele methoden worden gerespecteerd en gecombineerd met ecologische hersteltechnieken, waardoor zowel de betrokkenheid van de gemeenschap als de praktische relevantie wordt vergroot.

Het combineren van traditionele en moderne methoden maakt FLR relevanter voor de lokale context. Wanneer hersteltechnieken aansluiten bij vertrouwde praktijken, zullen gemeenschappen eerder geneigd zijn om FLR-activiteiten te ondernemen en toe te passen omdat deze methoden toegankelijk en praktisch aanvoelen. Wanneer lokale kennis de basis vormt van de herstelaanpak, hebben gemeenschappen het gevoel dat ze partners zijn in plaats van passieve ontvangers van hulp. Dit gevoel van eigenaarschap is essentieel voor het langetermijnbeheer van herstelde gebieden, omdat gemeenschappen zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor het onderhoud en de bescherming van deze landschappen. Traditionele kennis omvat ook vaak beproefde methoden die goed zijn aangepast aan de lokale omgeving, zoals specifieke plantcycli of waterbesparingspraktijken die zijn aangepast aan seizoensgebonden weerpatronen.

Demonstratiedagen en praktijkleren organiseren

FFS legt de nadruk op praktijkgerichte training door middel van demonstratiedagen waar deelnemers duurzame technieken zoals bodembescherming, agrobosbouw en erosiebestrijding in de praktijk brengen. Deze sessies in het veld stellen boeren in staat om te leren door te doen, wat de retentie en de adoptie van nieuwe praktijken verbetert.

Het succes van de demonstratiedagen hangt af van de beschikbaarheid van toegankelijke percelen en de benodigde materialen (zoals zaden, gereedschap en apparatuur), zodat boeren direct aan de slag kunnen met FLR-technieken. Externe ondersteuning van partners helpt ervoor te zorgen dat de FFS zijn uitgerust met middelen om effectieve, praktijkgerichte sessies te houden. Bovendien begeleiden ervaren begeleiders deze praktische sessies, zodat de deelnemers de toepassing en de voordelen van elke techniek begrijpen, van bodembescherming tot agrobosbouw. Deze aanpak vergroot het vertrouwen van de deelnemers en versterkt het leerproces doordat ze de resultaten van hun inspanningen in realtime kunnen zien en voelen.

Leren in de praktijk heeft meer impact dan theorie alleen. Demonstratiedagen helpen boeren om onmiddellijke resultaten te zien, waardoor ze meer vertrouwen krijgen om de technieken op hun eigen land toe te passen.

Selectie en training van hoofdlandbouwers

Het kiezen van boeren die optreden als voorvechters voor FFS is een kritieke stap. De hoofdlandbouwers worden geselecteerd op basis van aanbevelingen uit de gemeenschap en krijgen bijkomende training om de FFS-sessies te begeleiden. Ze dienen als rolmodel, vergemakkelijken het leren van elkaar en zorgen ervoor dat nieuwe technieken correct worden toegepast. De hoofdlandbouwers helpen om de motivatie hoog te houden en fungeren als lokaal aanspreekpunt voor eventuele problemen.

Het is van cruciaal belang om boeren uit de gemeenschap te selecteren die de leiding hebben, omdat deze mensen worden gerespecteerd en vertrouwd door hun gelijken. De training voor de hoofdlandbouwers wordt ondersteund door technische expertise van projectpartners (bijv. FAO, IUCN), die kennis verschaffen over duurzame praktijken en technieken. Deze hoofdlandbouwers fungeren als rolmodel en facilitator en overbruggen de kloof tussen formele training en implementatie op gemeenschapsniveau. Hun positie als lokale kampioenen stelt hen in staat om deelname aan te moedigen, de motivatie op peil te houden en ervoor te zorgen dat de deelnemers aan de FFS de duurzame praktijken correct toepassen.

Door gerespecteerde personen aan te stellen als hoofdboeren wordt de lokale geloofwaardigheid van de FFS verhoogd en worden vaardigheden en kennis effectief overgedragen.