Capaciteitsopbouw voor de implementatie van FLR

De KCNRN versterkt de lokale capaciteit voor FLR door middel van gerichte training en het mobiliseren van middelen. Op basis van een inventarisatie van de behoeften zijn thematische leiderschapsrollen en programma's voor capaciteitsopbouw voor lokale organisaties ontwikkeld. Opleidingsinitiatieven versterken de vaardigheden op het gebied van duurzaam landbeheer, de ontwikkeling van waardeketens en het mobiliseren van middelen. Het netwerk ondersteunt ook het delen van kennis en sectoroverschrijdende samenwerking, zodat aangesloten organisaties herstelactiviteiten efficiënt kunnen uitvoeren.

  • Evaluaties van behoeften om hiaten te identificeren en trainingsprogramma's op maat te maken.
  • Thematische leiderschapsrollen om te focussen op belangrijke gebieden zoals rangelandbeheer en waterbehoud.
  • Samenwerking tussen sectoren om het delen van kennis te vergemakkelijken.

Door lokale capaciteit op te bouwen kunnen FLR-inspanningen effectief worden uitgevoerd en volgehouden, vooral wanneer ze worden gecombineerd met sectoroverschrijdende samenwerking:

  • Beoordeling van behoeften: Een uitgebreide beoordeling van de behoeften identificeerde specifieke capaciteitstekorten op gebieden zoals landbeheer, ontwikkeling van waardeketens en mobilisatie van middelen, waardoor gerichte opleidingsinspanningen mogelijk werden.
  • Thematisch leiderschap: Het benoemen van leidende organisaties voor elk thematisch gebied (bijv. rangelandbeheer, waterbehoud) zorgde voor gericht leiderschap en verantwoordingsplicht binnen het netwerk.
  • Mobilisatie van middelen: Toegang tot financiële middelen van partners uit de publieke, private en derde sector ondersteunde trainingsprogramma's en operationele behoeften.
  • Kennisdeling: Het netwerk faciliteerde sectoroverschrijdende samenwerking en uitwisseling van kennis, waardoor de leden best practices konden delen en collectief konden innoveren.
  • Opleidingsprogramma's: Workshops en praktische trainingsinitiatieven versterkten de technische vaardigheden van lokale organisaties, waardoor FLR-activiteiten efficiënt konden worden uitgevoerd.
Samenwerking tussen gemeenschap en autoriteiten

Het gebruik van de beschreven aanpak vereenvoudigt het formeel verbinden van een gemeenschapsgroep met de autoriteiten en stelt deze organisaties in staat om te helpen bij het duurzaam beheren van natuurlijke hulpbronnen. Het bevorderen en behouden van positieve banden is belangrijk, omdat de overheidsinstanties meestal verantwoordelijk zijn voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, zoals de visserij. Als een comité toezicht houdt op deze hulpbron, moet het verantwoording afleggen aan deze autoriteiten en zijn verantwoordelijkheid nemen. Het is niet de bedoeling van het comité om het gezag van de overheid over het beheer van de hulpbronnen weg te nemen, maar om met hen samen te werken ten voordele van de gemeenschap.

Daarom is het opzetten van een formeel kanaal voor frequente communicatie tussen gemeenschapsgroepen, overheidsinstanties en andere belanghebbenden cruciaal om misverstanden te voorkomen en een duidelijke rolverdeling te garanderen.

Op basis van lopende evaluaties hebben comités het potentieel om te slagen met adequate technische ondersteuning van zowel het ontwikkelingsproject als relevante staats- en lokale overheidsinstanties. Dit impliceert dat de gemeenschap en overheidsorganisaties op de hoogte zijn van de beperkte externe hulp die kan worden geboden bij de implementatie van de aanpak, bijvoorbeeld via een projectteam.

Daarnaast moedigt het aanmoedigen van een gevoel van eigenaarschap onder het comité en de leden van de gemeenschap vrijwilligers aan om hun beperkte middelen bij te dragen aan de gemeenschap. De sleutel tot succes ligt in het versterken van het bestuur van het comité, zodat de leden van het comité als een team kunnen functioneren. Sterk eigenaarschap, een goed begrip van de taken van het comité en een vraaggerichte versterking van het beheer dragen allemaal bij aan het succes van het hele team.

Operationele planning en uitvoering

Zodra het comité officieel erkend is en de capaciteiten van de leden duidelijk zijn, moet het beginnen met het opstellen van een ontwikkelingsplan. Dit ontwikkelingsplan bevat een duidelijke visie voor de toekomst, schetst de te volgen koers en de beoogde resultaten. Alle leden van het comité moeten betrokken worden bij het opstellen van dit gezamenlijke beeld van de toekomst van hun waterlichamen en de geplande beheerspraktijken om dit gezamenlijke beeld te bereiken.

Zo'n doel zou de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IUU) kunnen zijn in het waterlichaam dat het comité beheert. Daarom beoordeelt het beheercomité de initiële status van het waterlichaam en de visserijactiviteiten, ontwikkelt het patrouilleplannen en organiseert het bewustmakingsevenementen om de gemeenschap te informeren over nieuwe regelgeving.

Indien nodig kan het beheer de hulp inroepen van relevante autoriteiten, zoals gemeentehoofden, visserijbesturen of provinciale departementen voor landbouw en visserij. Daarnaast kan het ondersteunde comité visserijgegevens verzamelen, al hun patrouilles documenteren en alle IUU-visserijincidenten die zich binnen het gebied voordoen registreren of rapporteren. Ze kunnen dit doen met behulp van papieren formulieren of digitaal met tablets of mobiele telefoons als ze hiervoor zijn opgeleid.

Vervolgens moet de commissie leren hoe ze haar ontwikkelingsplan kan omzetten in een maandelijks actieplan. Dit kan op dezelfde manier als bij het opstellen van het ontwikkelingsplan, maar dan voor één maand per keer. Met behulp van externe hulp kunnen ze bepalen wat ze de komende dertig dagen kunnen doen.

Tot slot moet er een eenvoudig controle- en evaluatiesysteem worden opgezet. Over het algemeen houdt dit in dat de voortgang van de taken die in het actieplan staan, wordt bijgehouden. Dit omvat het registreren van afwijkingen van het plan, het documenteren van wijzigingen die zijn aangebracht en het bijhouden van de kosten die aan elke activiteit zijn verbonden. De commissie moet aan het einde van elke maand bijeenkomen om het werk van de vorige maand te bespreken en de volgende maand te plannen.

Een regelmatig evaluatieproces helpt ervoor te zorgen dat de commissie op koers blijft en haar strategieën waar nodig kan aanpassen.

Het regelmatig monitoren van de voortgang en evalueren van de taken en doelstellingen van de comités was een enorme succesfactor van de reeds geïmplementeerde comités in Cambodja.

Steun voor capaciteitsversterking

Wanneer de behoeften aan capaciteitsopbouw zijn geëvalueerd, is het tijd om trainingen te geven op het gebied van beheer, bijv. staatsverordeningen, het opstellen van officieel erkende statuten en controle, en op technische onderwerpen zoals legale vispraktijken en patrouilleren.

Vooral nieuwe comités missen meestal de vereiste operationele capaciteit voor professionele activiteiten zoals het maken van een operationeel plan, het organiseren van effectieve vergaderingen en een basisboekhouding. Om de behoefte aan capaciteitsopbouw te beoordelen voordat de trainingen worden ontwikkeld, moeten evaluatie-instrumenten worden gebruikt.

De evaluatie-instrumenten moeten niet onnodig ingewikkeld zijn. Een eenvoudige vragenlijst kan de capaciteiten van een persoon voor elke taak beoordelen, terwijl een groepsdiscussie over de sterke en zwakke punten van het comité een realistisch beeld moet geven van hun werkelijke capaciteiten.

Voor de trainingen moet beknopt en gemakkelijk te begrijpen cursusmateriaal worden gebruikt, indien mogelijk in de lokale taal, en er moet regelmatig ondersteuning, praktische hulp en follow-up worden geboden om de deelnemers te helpen de nieuwe vaardigheden toe te passen en te behouden. De trainingssessie moet kort zijn en tussen een halve dag en een dag duren. Het is belangrijk om te erkennen dat bestuursleden de organisatie vrijwillig helpen. Om hun inzet te respecteren, moet de geplande tijd voor trainingssessies tot een minimum worden beperkt. De trainingsplannen moeten ook flexibel genoeg zijn om de agenda's van de leden van het bestuur aan te passen.

Ontwikkeling van bestaande of nieuwe commissies

Bij het ondersteunen van bestaande beheersystemen en -comités wordt aanbevolen om de status van de groep te beoordelen door de omvang van het lidmaatschap, bestaande statuten of huishoudelijke reglementen met doelstellingen, beheersstructuur en activiteiten te bekijken. Evalueer vervolgens het vermogen van het beheercomité om aan de geplande verplichtingen te voldoen door middel van individuele interviews en vragenlijsten of focusgroepdiscussies. Als bestaande organisaties niet operationeel zijn, kan het nodig zijn om samen te werken met de lokale visserijautoriteiten om de huidige structuur nieuw leven in te blazen en ervoor te zorgen dat deze organisaties worden ondersteund bij het vervullen van hun taken. Dit kan gebeuren door herziening van statuten, hulp bij de registratie bij visserijadministraties, het vaststellen van fondsenwervingsdoelen of het werven van nieuwe leden.

Het wordt aanbevolen om een lokale groep te vormen door middel van verkiezingen als die nog niet bestaat. De gemeenschap en relevante partijen moeten op de hoogte worden gebracht van de komende verkiezingen (bijv. via gemeenschapsbijeenkomsten, dorpsbijeenkomsten en andere evenementen) en mogelijke kandidaten vinden voor het comité dat het visserijbeheer van de gemeenschap zal leiden (bijv. door te spreken met invloedrijke leden van de gemeenschap en rechtstreeks contact op te nemen met de relevante kandidaten). De verkiezing moet worden bijgewoond door vertegenwoordigers van de lokale overheid, belanghebbenden en het publiek.

Na de verkiezing is het belangrijk om het nieuw verkozen comité technische ondersteuning te geven om hen te helpen hun beheerstructuur op te zetten tijdens hun eerste vergadering. Dit omvat het definiëren van rollen zoals secretaris, boekhouder, leider en vice-leider.

Om bestaande beheersystemen en commissies met succes te ondersteunen, moet eerst de huidige status worden onderzocht om te bepalen welke taken de leden met vertrouwen effectief kunnen beheren en welke extra ondersteuning nodig hebben. Zo kan de ondersteuning dienovereenkomstig worden georganiseerd. Bijvoorbeeld steun bij het opzetten van een beheersstructuur (comité) met als algemene taak het formuleren van de regels en statuten en het visserijbeheersplan, en het toezien op de uitvoering ervan.

Het comité krijgt hulp bij het opstellen van de statuten van de groep. Deze statuten beschrijven de doelstellingen, rollen en verplichtingen van de commissie. Dit document wordt ook gebruikt voor de registratie, het proces waarbij de commissie officiële erkenning krijgt van de relevante autoriteiten. De statuten zijn een garantie dat de commissie is opgericht in overeenstemming met de geldende overheidswetgeving.

Voor het elcetieproces is het cruciaal om het belang van de deelname van vrouwen aan dit proces te benadrukken. Vrouwen maken een belangrijk deel uit van de gemeenschap en hebben misschien andere meningen en prioriteiten over verschillende taken. Een alomvattende vertegenwoordiging door het comité betekent dat vrouwen gesteund moeten worden in het deelnemen aan het opzetten van hun managementstructuren en het zelf op zich nemen van managementfuncties.

Verantwoorde gedragscode voor walvishaaien (Rhincodon typus) verantwoord toerisme.

Dit protocol is opgenomen in Resolutie 0841 van 2024, uitgevaardigd door de Corporación Autónoma Regional para el Desarrollo Sostenible del Chocó (Codechocó), die tot doel heeft gedragsacties te definiëren en maatregelen vast te stellen voor verantwoord walvishaaientoerisme (inclusief andere soorten) om hun welzijn te waarborgen. Het is gericht op vissers, toeristen en de gemeenschap in het algemeen.

De maatregelen omvatten het aantal boten dat tegelijkertijd met een haai of een groep haaien is toegestaan, de maximale tijd en minimale afstand, het verplichte gebruik van een reddingsvest en de draagkracht van het gebied. Ook is het verboden haaien te voeren, in de buurt van de haai te zwemmen, te free-diven en afval te gooien op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn.

Naast het opstellen van het protocol, dat vervolgens is goedgekeurd en aangenomen door Codechocó, heeft het initiatief ook een voorlichtingsstrategie ontwikkeld waarbij infographics (digitaal en gedrukt) zijn ontworpen die de belangrijkste richtlijnen van het protocol en de ecologische kenmerken van walvishaaien samenvatten en het belang van de bescherming van de soort benadrukken. Dit materiaal wordt gebruikt ter ondersteuning van onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten (bijv. workshops, lezingen) waarbij vissers, lokale gemeenschappen, toeristen en touroperators betrokken zijn.

De belangrijkste bijdrage van dit instrument was het veranderen van het gedrag van touroperators, bezoekers, vissers en de gemeenschap in het algemeen om zich te houden aan deze minimummaatregelen voor de bescherming en het behoud van walvishaaien. Hieruit blijkt een aanzienlijke mate van effectiviteit en ontvankelijkheid voor dit soort maatregelen, evenals het creëren van een positieve perceptie van een wetenschappelijk, verantwoordelijk en op instandhouding gericht toerismemodel.

Managementfuncties voor vrouwen

Maatregelen voor capaciteitsopbouw door middel van opleidingen of bewustmakingscampagnes kunnen helpen om socioculturele barrières te overwinnen, maar structurele grenzen, ongelijke rechten en beleid kunnen blijven bestaan. Om deze grenzen voor gendergelijkheid te beperken, is de betrokkenheid van alle seksen bij beheersorganisaties belangrijk. In Cambodja bevorderde het "Sustainable Aquaculture and Community Fish Refuge Management Project" (SAFR) de deelname van vrouwen aan het leiderschap en beheer van de Community Fish Refuge (CFR) comités - een vorm van dam- of andere waterbronbeheerorganisatie waarvan de leden worden gekozen door de gemeenschap. CFR-beheer zijn vitale maatregelen voor visbehoud die de productiviteit van de rijstveldvisserij moeten verbeteren en illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IUU) moeten terugdringen. De aanpak introduceert beheercomités op gemeenschapsniveau en helpt hen bij het ontwikkelen van plannen waarin bijvoorbeeld wordt vastgelegd hoe en wanneer de vis wordt gebruikt en door wie. Dit initiatief draagt aanzienlijk bij aan de bestaanszekerheid op het platteland door de voedselzekerheid, voeding en het genereren van inkomen te verbeteren door het herstel van rijstveldvissystemen die voor iedereen toegankelijk zijn.

Om ervoor te zorgen dat vrouwen gelijkwaardig deelnemen aan het besluitvormingsproces, ondersteunde het programma het verkiezingsproces voor CFR-leiderschap binnen de gemeenschappen waar rijstveldvisserij bestaat. De leden kregen een training over capaciteitsopbouw, gericht op organisatieontwikkeling, transparante besluitvorming, rolpatronen en beter beheer. Hierdoor werd een sociaal-ecologische omgeving gecreëerd waarin de leden hun hulpbronnen actief en gezamenlijk konden beheren. De ondersteuning bestond ook uit het documenteren en aanmoedigen van vrouwen om actieve rollen op zich te nemen in het beheer van de comités, zoals de functie van vice-chef en boekhouder. Er werd ook gekeken hoe de participatiegrenzen voor vrouwen konden worden verkleind, bijvoorbeeld door CFR dichter bij het dorp te plaatsen om de veiligheid tijdens het vissen te vergroten.

"Als vrouw weet ik dat niet alleen ik, maar ook andere vrouwen in de gemeenschap trots zijn om voor de gemeenschap te werken, ervan uitgaande dat de samenleving ons accepteert en steunt in besluitvormende posities. Nadat verschillende oudere mensen uit de gemeenschap mijn man hadden benaderd en hem hadden voorgesteld om mij aan te moedigen om kandidaat te worden, besloot ik om een actievere rol te spelen in de ontwikkeling van de gemeenschap en me kandidaat te stellen voor een positie in ons CFR-beheerscomité."
Mevrouw Sokh Samart, een vrouwelijk lid van het CFR-beheerscomité uit Boeng Khangek Ngout.

In Madagaskar volgde PADM een vergelijkbare aanpak om leiderschap van vrouwen in boerengroepen te bevorderen en hun vertegenwoordiging in besluitvormingsorganen te vergroten. Wat CFR betreft, omvatte hun programma training in het bevorderen van lidmaatschappen van vrouwen, ontwikkeling van een strategie om vrouwen aan te moedigen hun mening te geven in besluitvormingsgroepen en beheersorganisaties en in de valorisatie van het werk en de bijdrage van vrouwen aan viskwekerijen. Ze omvatten ook een speciale training voor mannen als mentor en begeleider van vrouwen om zelf leiders te worden, wat de noodzaak benadrukt om de hele gemeenschap te betrekken bij een gendertransformatieve aanpak.

"Ik moet toegeven dat ik niet veel wist over het belang van vrouwen in het (CFR Management) Comité. Nadat ik training had gekregen over genderrollen en deze beter begreep, realiseerde ik me dat vrouwen net zo belangrijk zijn als mannen in het gemeenschapswerk. Dus werken mijn mannelijke collega's en ik samen en ondersteunen we de vrouwelijke leden van het CFR-beheerscomité bij het uitvoeren van hun taken."
Ly Peng Chhoun, CFR Chief - Boeng Khangek Ngout.

Om vrouwen in staat te stellen zich te laten gelden en op de lange termijn de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen op alle niveaus, hielp PADM bij het opzetten van een ondersteunend kader, waaronder het regelmatig gebruiken van verschillende hulpmiddelen en het onderhouden van contact met de trainers.

In plaats van beperkt te zijn tot huishoudelijk werk volgens de traditionele genderrollen, werden vrouwen door middel van agency en capaciteitsopbouw in combinatie met een vraaggericht, verfijnd management in staat gesteld om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van hun gemeenschap.

Bewustmaking

Om het bewustzijn over gendergelijkheid en structurele grenzen te vergroten, kozen de projecten voor verschillende benaderingen.

In het "Project voor aquacultuur in Madagaskar" ("Projet d'Aquaculture Durable à Madagascar", PADM) was een onderdeel van de training van de coöperatie "Tilapia de l'Est" (TDE) voor vrouwelijke kleinschalige aquacultuurproducenten het onderwerp hoe meer vrouwen bij de coöperatie te betrekken. Om het stereotype te bestrijden dat het beroep van aquacultuur een "mannenberoep" is en om de vertegenwoordiging van vrouwen in de sector te verbeteren, documenteerden ze succesverhalen van vrouwen om andere vrouwen aan te moedigen zich in de visteelt te wagen. De verhalen werden enerzijds verspreid via video's om ze te integreren in de trainings- en capaciteitsopbouwactiviteiten. Om het bewustzijn over de rol van vrouwen te vergroten, produceerden ze anderzijds tien "succesverhalen" van vrouwelijke viskwekers op basis van een enquête en zonden die twee maanden lang elke ochtend en avond uit op drie regionale en één nationaal radiostation.

In Zambia volgde F4F een andere aanpak met de video- en stripreeks "Let Me Tell You". Daarin worden vrouwen voorgesteld als vrouwelijke viskwekers en actoren in de viswaardeketen, die met gelijke kennis en bijdrage samenwerken met mannen in hun gemeenschappen en families, waardoor gendergelijkheid als norm wordt afgeschilderd. Chimwemwe, de grootmoederfiguur in de serie, legt bijvoorbeeld vaak belangrijke kennis uit en wordt door de anderen, ongeacht hun geslacht, geprezen als wijs en kundig.

Capaciteitsopbouw

Op basis van de resultaten van de genderanalyse kan een vraaggerichte genderstrategie worden aangenomen. Benaderingen en activiteiten omvatten niet alleen maatregelen die gericht zijn op het wegnemen van structurele belemmeringen, maar ook aspecten zoals het aanpassen van trainingslocaties, trainingslocaties en -tijden om de toegankelijkheid voor mensen met een handicap en alle geslachten te verbeteren. Ze maken allemaal deel uit van vraaggerichte maatregelen voor capaciteitsopbouw.

"Gender Makes Business Sense" (GmBS) van het project "Aquaculture Value Chain for Higher Income and Food Security in Malawi" (AVCP) is zo'n praktisch capaciteitsontwikkelingsprogramma voor agro-industriëlen, gericht op het verbeteren van het inzicht van de deelnemers in het bedrijfsleven en het integreren van genderdimensies. Het richt zich op gendertransformatieve veranderingen, het systematisch aanpakken van machtsverhoudingen bij de basisoorzaken en het streven naar gedragsverandering op verschillende niveaus en in verschillende stadia om de genderongelijkheid op de verschillende niveaus van de aquacultuurwaardeketen te herstellen.

Door de ervaringsgerichte leerbenadering worden zowel vrouwen als mannen toegerust met praktische bedrijfsmanagementvaardigheden en financiële knowhow, en krijgen ze inzicht in de sociaaleconomische impact van genderdynamiek in hun bedrijf. Het programma streeft niet alleen naar verandering bij agripreneurs, maar ook bij de actoren in de waardeketen zelf, beleidsactoren en de GmBS-facilitators in het veld. Het traint daarom niet alleen boeren, maar ook belanghebbenden, waaronder voorlichters, senior visserijmedewerkers en politieke contactpersonen om te lobbyen voor de opname van gendertransformatieve veranderingsbenaderingen op beleidsniveau. Door de betrokkenheid van verschillende actoren van alle seksen wordt het potentieel om sociale relaties te veranderen verbeterd, bijvoorbeeld met betrekking tot besluitvorming en toegang tot middelen voor voedselzekerheid.

Om eigenaarschap te bevorderen en boeren te blijven uitrusten met de vaardigheden en kennis die door GmBS worden gedeeld, is het geïntegreerd in een "Aquaculture Technical and Vocational Education and Training" (A-TVET) programma. Opleidingsinstituten, zoals het Malawi College of Fisheries of het Stephanos Vocational Training Centre, werden ondersteund met opleidingsmateriaal, toolkits en verdere kwalificatie van hun trainers in gendertransformatieve aquacultuur.

Een ander programma voor capaciteitsopbouw was de training van vrouwengroepen aan het Victoriameer in Oeganda door het "Responsible Fisheries Business Chains Project" (RFBCP) om de capaciteiten van vrouwen om op gelijkwaardige wijze deel te nemen aan de waardeketen van de visserij te verbeteren en te versterken. In tegenstelling tot GmBS was het meer gericht op het opbouwen van vertrouwen en vaardigheden in het veld. Vrouwelijke booteigenaren, verwerkers en handelaren werden getraind in hygiëne, visverwerking, teambuilding, leiderschapsprincipes en conflictbeheersing om de kleinschalige visserij in stand te houden.

Als resultaat van de trainingsmaatregelen werden vrouwen niet alleen aangemoedigd om hun betrokkenheid bij de besluitvormingsprocessen te vergroten, maar ook om in het openbaar te spreken over manieren om de visbestanden te beschermen en zonder angst voor zichzelf op te komen, wat ook bijdroeg aan een vermindering van huiselijk geweld. Bovendien versterkten ze vrouwengroepen en werkten ze beter samen.

De training in "Business Development Services" (BDS) in Oeganda richtte zich op ondernemers die betrokken zijn bij de viswaardeketen op micro- en kleinschalig niveau en verwierf kennis, vaardigheden en competenties die cruciaal zijn voor bedrijfsontwikkeling en de bevordering van duurzaamheid. Het werd geïmplementeerd in het Victoriameer en het Kyogameer in samenwerking met lokale organisaties zoals de "Katosi Women Development Trust" (KWDT), de "Association of Fishers Lake User Uganda" (AFALU) en de "Federation of Fisheries Organisations Uganda" (FFOU).

De trainers die onderwijs gaven over bedrijfsontwikkelingsconcepten waren afkomstig uit de gemeenschap, namen deel aan een Training of Trainers (ToT) workshop en hielden maandelijkse coördinatiebijeenkomsten voor uitwisseling. Ze richtten zich op onderwerpen als het versterken van de groepen, ondernemerschap, bedrijfsplanning, branding en marketing, financieel beheer en visverwerking en -toevoeging, het bijhouden van een administratie gericht op het verbeteren van vaardigheden en kennis, en attitudes met betrekking tot bedrijfsvoering. Voor een beter en langdurig succes werd het trainingsmateriaal geïllustreerd en vertaald in de lokale talen. De activiteiten hebben geleid tot een groei van het bedrijf, waardoor het vertrouwen van vrouwen in het zakendoen is versterkt en vrouwennetwerken zijn uitgebreid.

Om het succes van de capaciteitsversterkende aanpak te meten, kan een basisonderzoek en een effectevaluatie worden uitgevoerd. Dit werd gedaan voor het BDS-programma in Oeganda. De basisenquête hielp om de status van de visserijbedrijven en hun behoeften vast te stellen, terwijl de effectevaluatie de toepassing van de inhoud van de training meette. De resultaten geven aan dat meer dan 80% van de deelnemers de inhoud toepasten in hun visserijbedrijf. Het is belangrijk om te beseffen dat de toegang van vrouwen tot capaciteitsopbouwende training niet ophoudt bij training, maar dat naast betrokkenheid bij vrouwennetwerken en uitwisselingsgroepen de toepassing van de inhoud essentieel is voor bedrijfsgroei en empowerment, versterkt door meer eigenwaarde en onafhankelijkheid.

Verhalen en visuals integreren

Het integreren van verhalen en visuals is essentieel voor effectieve communicatie en betrokkenheid bij het doelpubliek. Het combineren van storytelling en visuals in een mediacampagne over duurzame visserij en aquacultuur kan helpen bij het vergroten van het bewustzijn, het onderwijzen van belanghebbenden en het inspireren tot actie voor duurzame praktijken. Een visuele voorstelling van de uitputting van vis in een stuwmeer kan bijvoorbeeld helpen om een band op te bouwen tussen het publiek en de oorzaak, waardoor een gevoel van begrip ontstaat voor het belang van het behoud van aquatische hulpbronnen en het bevorderen van verantwoorde praktijken in de sector.

Door informatie op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier te presenteren, kan het emoties oproepen, de aandacht trekken en complexe concepten begrijpelijker maken. Visuals, zoals afbeeldingen, video's en infographics, verbeteren de vertelervaring door een visuele weergave te geven van de informatie die in een specifieke context wordt overgebracht. Visuals kunnen helpen om belangrijke boodschappen te versterken, informatie beter te onthouden en verschillende leerstijlen aan te spreken.

In het algemeen zijn duidelijke doelstellingen en identificatie van de doelgroep, strategische planning en ontwikkeling van boodschappen, effectief gebruik van verschillende mediakanalen, consistente berichtgeving en branding, monitoring en evaluatie van campagneprestaties en aanpassingsvermogen aan feedback en veranderende omstandigheden belangrijk voor communicatiedoeleinden. Daarnaast zijn samenwerking met belanghebbenden, inzicht in de voorkeuren en gedragingen van het publiek en creativiteit bij het creëren van inhoud essentieel voor het succes van mediacampagnes.