Voor 1990 stond het gebied rond Bau Sau onder zware druk van de lokale gemeenschappen in Dak Lua Commune. De lokale bevolking betrad vaak het park om hout te kappen, te vissen en op dieren te jagen. Conflicten tussen de lokale bevolking en boswachters kwamen regelmatig voor en waren ernstig (met dodelijke afloop, en in 1990 werd een boswachterspost in brand gestoken).
Na de oprichting richtten de parkbeheerders zich op wetshandhaving. Een aantal donorprojecten in deze periode hielp de lokale bestaansmiddelen te verbeteren door middel van productieve en effectieve landbouw, bijv. irrigatie, uitbreiding van de rijstteelt van twee naar drie keer per jaar, maïs met een hoge opbrengst. Met de instemming van de lokale bevolking werden huishoudens die in de kernzone woonden ondersteund om te verhuizen naar de bufferzones. Er werden bosbeschermingscontracten getekend met lokale huishoudens en bosbeschermingsteams opgericht in dorpen rond het park. Illegale activiteiten werden sterk teruggedrongen. De relatie met de lokale gemeenschappen is verbeterd, de druk op natuurlijke hulpbronnen is verminderd en de kwaliteit van de habitat is verbeterd.
Samen met de proactieve maatregelen voor het herstel van de habitat herstelden de populaties wilde dieren zich snel. Naast de populatie Siamese krokodillen die zich opnieuw vestigde in het Bau Sau-gebied, zijn andere populaties van dieren die van belang zijn voor het natuurbehoud, zoals de gaur en de groene pauw, goed in stand gehouden.
De instandhoudingsresultaten van het Cat Tien National Park konden alleen worden bereikt als de gemeenschap werd gemobiliseerd. Goede strategische plannen en voldoende financiële investeringen hebben de lokale gemeenschappen geholpen hun bestaansactiviteiten te heroriënteren om de druk op de natuurlijke hulpbronnen te verminderen en zo de voorwaarden te scheppen voor het herstel en de verbetering van de biodiversiteitswaarden van het park.